Peter Koelewijn heeft het kort geding, dat hij aanspande tegen A.F.Th. van der Heijden op basis van enkele citaten uit diens meest recente roman De helleveeg, op alle punten verloren.

Koelewijn eiste dat de schrijver en zijn uitgever De Bezige Bij een rectificatie zouden plaatsen in de drie grootste dagbladen, dat er een inlegvel moest worden gelegd in de romans die nog in de winkel liggen en dat zijn achternaam in een volgende druk verwijderd zou worden. De rechtbank vindt dat de naam van de zanger noch die van zijn familie in een kwaad daglicht wordt gesteld en wijst alles van de hand.

De zanger en zijn ouders worden inderdaad genoemd in De helleveeg. Van der Heijden schrijft onder meer ‘Koelewijn’, ‘de zoon des huizes, die net een Nederlandse rock-‘n-rollhit had met Kom van dat dak af’ en ‘Boven de winkel ergens. Op de trap stonk het naar vis. Ook in de kamer van dat mens hing een vislucht’. Deze uitspraken leidden tot verontwaardiging en boosheid bij Koelewijn, omdat de schrijver verder verhaalt over een abortuspraktijk boven diezelfde winkel.

Bij dat laatste wordt niet verwezen naar de ouders van de zanger. Eerder stelde A.F.Th. van der Heijden dat Koelewijn leed aan ‘falend leesgedrag’, waarna Koelewijn reageerde dat hij wel degelijk goed heeft gelezen, maar dat de lezers van het boek dat mogelijk niet doen.

Zijn ouders runden daadwerkelijk een viswinkel in Eindhoven en woonden boven hun zaak, hoewel van een illegale abortuspraktijk geen sprake was. De rechter vond dat Koelewijns boosheid te begrijpen valt, maar vond ook dat vrijheid van meningsuiting belangrijker is. De zanger berust in het oordeel en onderneemt geen verdere stappen, maar zegt wel: ‘Enig gevoel van empathie heb ik bij hen [Van der Heijden en uitgeverij De Bezige Bij] niet kunnen ontdekken’.

Hij moet voor het kort geding een bedrag van om en nabij de 2500,- betalen.

de helleveeg van der heijden