De grote Russen voor dummies (inclusief prijsvraag!)

De ‘grote Russen’ uit de negentiende eeuw associeer je niet met boekjes waarvan je er eentje op het treintraject tussen Groningen en Meppel uitleest. Voor het lezen van de klassiekers Oblomov, Dode zielen, Oorlog en vrede, en vooral die van broodschrijver Dostojevski (Misdaad en straf, De broers Karamazov, De idioot, Boze geesten, etc.) heb je toch minstens een paar niet zo actieve zomervakanties nodig zonder al te veel andere afleiding. Alleen Tsjechov en Toergenjev hielden het compacter cq minder megalomaan, maar ook de anderen hebben soms bondigheid nagestreefd. Ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan van de Russische Bibliotheek heeft Uitgeverij Van Oorschot nu drie kleine witte boekjes van Dostojevski, Tolstoj en Toergenjev op de markt gebracht met daarin korte verhalen uit de illustere reeks – alleen de verhalen van Tolstoj werden voor de gelegenheid opnieuw vertaald. Een visitekaartje dus (lees: reclame), en je zou vermoeden dat daarom hun beste korte proza is geselecteerd.

Ik ben niet al te zeer bekend met de korte verhalen van de drie – in mijn megalomanie deed ik direct een greep naar de grotere werken – maar om meteen maar met de deur in huis te vallen en het spijt me te zeggen, want ik bederf de feestvreugde niet graag; ik betwijfel of er geen geslaagdere korte verhalen van de drie te vinden zijn. Ja, Dostojevski’s absurdistische klucht in de geest van Gogol is amusant en bij vlagen hilarisch, maar in vertaling toch ook wat warrig en houterig op de een of andere manier. Daarom denk ik dat als je met Dostojevski wilt beginnen beter meteen De idioot kunt kiezen. Je bent wat langer bezig – maak van de nood een deugd en reserveer een treinreis zonder vriend/echtgenoot of vriendin/echtgenote naar Sint-Petersburg – maar je hebt er op de langere termijn wellicht meer aan. Overigens zal binnenkort, eveneens in het kader van het jubileum, een nieuwe vertaling verschijnen van Arthur Langeveld – in het witte boekje zit een kortingsbon. Misdaad en straf is beroemder, maar vergeet deze in Florence geschreven roman niet. Ik baseer dit op leeservaringen van mezelf als achttienjarige, dus misschien zou mijn oordeel nu anders zijn. In dat opzicht ben ik ook benieuwd of het me bij herlezing beter lukt om door alle Russische namen – en bijnamen – het bos te blijven zien. Begin in het geval van tijdgebrek met De speler, een prachtige korte roman, niet alleen interessant voor (amateur) gokkers.

In Tolstojs witte boekje zijn drie verhalen opgenomen, waarvan de eerste twee me door hun stroperige morele lessen nogal koud lieten. Ook al maakt Tolstoj het goed met het derde verhaal, toch zou ik eerder voor Anna Karenina gaan of het onlangs vertaalde Wat is kunst? Het moralisme van Tolstoj is in essayistische vorm veel beter te verteren. Ter extra aanbeveling: het essay kreeg van Joost Zwagerman recentelijk in de Volkskrant één ster. Verder schijnt zijn zielsverwant, de vertaler, Hans Boland, blijkens een honende open brief in de Volkskrant om Tolstoj te hebben gelachen en 20% van de vertaling te hebben weggelaten, wat me nog meer voor de essayist Tolstoj inneemt. Spijtig was alleen dat Boland naliet Zwagermans bewering te corrigeren dat Tolstoj ook Rainer Maria Rilke wegzette bij de ‘veredelde pornografen die zichzelf én hun leespubliek demoraliseren’. Misschien heb ik iets over het hoofd gezien, maar Rilke wordt in het hele pamflet niet genoemd.

Dostoevski

Toergenjev is de enige van de drie van wie ik weleens korte verhalen heb gelezen en ook al bevielen sommige me, ze haalden het niet bij zijn romans voor zover ik me kan herinneren. Het gekozen verhaal is goed, maar begin liever met Vaders en zonen of de onbekendere romans. Toergenjev is de grootste Rus onder de grote negentiende eeuwse Russen; volgens mij heb ik de gebroeders Reve en Maarten Biesheuvel aan mijn zijde. Excuseer, het is misschien ongepast, maar je krijgt de neiging om de Russen met elkaar te vergelijken alsof het om de nationale voetballiga gaat. Hoewel het bij de negentiende eeuwse Russische schrijvers hetzelfde is als een keuze maken tussen de ene oom of de andere, hoeven we het echter allemaal niet gecompliceerder maken dan het is: literatuur is een sport. Ook voor ons lezers, oftewel de supporters. Zo spring ik bijvoorbeeld juichend van mijn sofa met mijn beide armen in de lucht als Fjodor Michajlovitsj (Dostojevski) of Ivan Sergejevitsj (Toergenjev) het literaire equivalent van een omhaal laat zien en scoort.

Een voorbeeld van zo’n onvergetelijk moment uit een van de witte boekjes:

Het gebeurt wel eens, dat er van de hogere loges een programma naar beneden valt. Wanneer het stuk vervelend is en het publiek zit te gapen, kan dat een hele gebeurtenis zijn. Met levendige belangstelling kijkt men naar de vlucht van het lichte papiertje en schept er een bijzonder genoegen in hoe het zigzag langzaam naar beneden dwarrelt, tot het aan de parterre komt, waar het onherroepelijk op de kruin van iemand, die daarop in het geheel niet is voorbereid, zal neerdalen. Inderdaad is het de moeite waard om te zien hoe zo’n hoofd daarna gegeneerd om zich heen kijkt (want het zal zich beslist generen).

Tot slot een kleine prijsvraag om tegemoet te komen aan het competitiegevoel onder het leespubliek en ter ere van de Russische Bibliotheek: wie van de drie schreef het geciteerde fragment? En om het eenvoudiger te maken: Toergenjev of Dostojevski?

Stuur uw antwoord voor 18 november a.s. naar: info@tzum.info o.v.v. Russische prijsvraag.

Onder de winnende inzendingen zal Tolstojs Wat is kunst? worden verloot (inclusief de kortingsbon voor de nieuwe vertaling van De idioot). Een van de verliezers mag kiezen tussen een Italiaans schelpen-determinatieboekje of een roman van Joost Zwagerman.

Johannes van der Sluis

Fjodor Dostojevski – De vrouw van een ander en de man onder het bed, vertaald uit het Russisch door A. Voogd, Uitgeverij Van Oorschot (2013), 62 pagina’s.

Ivan Toergenjev – Klop, klop, klop, vertaald uit het Russisch door Carl en Rebecca Ebeling, Uitgeverij Van Oorschot (2013), 60 pagina’s.

Lev Tolstoj – Heeft een mens veel land nodig?, vertaald uit het Russisch door Yolanda Bloemen en Marja Wiebes, Uitgeverij Van Oorschot (2013), 62 pagina’s.