Recensie: Jonas Jonasson – De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje
Verbazingwekkend aannemelijk
De Zweedse auteur Jonas Jonasson (1962) had internationaal veel succes met zijn debuutroman De honderdjarige man die uit het raam klom en verdween. Ook in het Nederlandse taalgebied liepen rond de driehonderdduizend lezers weg met het verhaal van Alan die de benen neemt vlak voordat in het bejaardenhuis zijn eeuwfeest wordt gevierd en die daarna de meest onwaarschijnlijke avonturen beleefd c.q. zich herinnert. Hij bezit net als zijn schepper over een, op z’n zachtst gezegd, nogal rijke fantasie.
Ergens deed de roman denken aan het grootste succes van de Amerikaan John Irving, namelijk The World According to Garp, maar dan een stuk minder subtiel, net iets te kolderiek. Maar er viel veel te lachen, en dat is natuurlijk ook een hoop waard. In de roman komen een aantal onvergetelijke scènes voor.
De Nederlandse titel van zijn nieuwe roman, De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje, belooft meer van hetzelfde. Maar Jonasson is als schrijver duidelijk gegroeid. In de wereld van de verbeelding is het natuurlijk niet echt van belang, maar de situaties die hij ditmaal schetst, zijn weliswaar, ha, nogal onalledaags, maar geloofwaardig. De werkelijkheid maakt vaak rare sprongen.
De kans dat een analfabete, die in de jaren zeventig in Soweto opgroeit, op een dag samen met de Zweedse koning en de premier opgesloten zit in een aardappelvrachtwagen, is statistisch gezien een op vijfenveertig miljard zevenhonderdzesenzestig miljoen tweehonderdtwaalfduizend achthonderdtien. Wat is uitgerekend door eerdergenoemde analfabete.
Het is de verdienste van Jonasson dat hij dit fijntjes aan elkaar weet te breien. Ook in deze roman stelt de schrijver werkelijk (sic!) van alles aan de kaak. In zekere zin is het ook een heel actueel boek omdat de situatie in Zuid-Afrika helder uit de doeken wordt gedaan. Hoe moet men eigenlijk omgaan met Mandela, het icoon, de voormalige terrorist? De Apartheid wordt in retrospectief fijn cynisch aangekaart, op een manier die in de verte doet denken aan de gewiekste argeloosheid van de brave soldaat Svejk.
Nombeko is schoonmaakster bij de leider van een geheim project in Zuid-Afrika. Deze ingenieur Engelbrecht Van der Westhuizen is vrijwel constant in de olie. Toen Nombeko de misdaad beging om op het trottoir te lopen in de stad, alwaar de Grote Blanke Man in beschonken toestand overheen denderde, werd zij veroordeeld voor de schade aan diens auto. Zij moest de ‘schuld’ die op deze wijze ontstond als werkster wegpoetsen. Ze wordt opgesloten op het complex waar de ingenieur de scepter zwaait over een nucleair programma.
Hij weet van toeten noch (op)blazen, maar weet met kennis van de juiste medewerkers dit voor de politici te verbloemen. Nombeko blijft op de hoogte van het wereldnieuws door de tv die ze af en toe in een hokje aanzet. De vloer aldaar is bijna weg geboend. Daarnaast leest ze alle boeken en wetenschappelijke werken die er maar beschikbaar zijn achter het prikkeldraad, de mannen met honden en de Springbokken, de veiligheidsagenten van Zuid-Afrika die worden ondersteund door de Mossad.
De ingenieur staarde zijn werkster aan. Ze was brutaal. Het was om stapelgek van te worden, ook omdat ze voortdurend gelijk had. Wat een verschrikkelijk mens. […] Haar situatie kon worden omschreven als een wiskundig probleem zonder oplossing.
Het complex is feitelijk de tweede plek waar ze opgesloten zit en niet de laatste zoals later blijkt. Maar Nombeko is vindingrijk en weet het beste van iedere situatie te maken. Een ode aan de wil tot overleven van het individu, een waar kunststukje. Jonasson toont in deze roman meer empathie. Het dilemma waarmee mensen die ‘ondergeschikt zijn verklaard’ moeten leven wordt samengebald in de persoon Nombeko.
Het enige wat ze kon doen was balanceren, dat wil zeggen ervoor zorgen dat de ingenieur niet werd ontmaskerd als de bluffer die hij was en het project tegelijkertijd zo veel mogelijk rekken. Dat zou haar niet behoeden voor het nekschot, maar hoe later dat kwam, des te groter was de kans dat er iets tussen kwam, zoals een revolutie, of een personeelsopstand of iets anders waarin ze eigenlijk niet geloofde.
Parallel aan het verhaal van Nombeko ontvouwt zich de geschiedenis van de kleine postbeambte Ingmar in Zweden. Hij is bijzonder koningsgezind en verwaarloost zijn werk en zijn relatie om in contact te komen met de koning. Hij wil hem heel graag een hand geven. Om zijn doel te bereiken haalt hij de meest vreemde en fraaie strapatsen uit. De beschrijving van de bezetenheid en het ‘kleine leven’ van de man, zijn wederom heel erg geslaagd. Je voelt hier de enorme literaire potentie van de auteur. Uiteindelijk slaagt Ingmar erin om, bijna platzak, de koning te treffen bij een wandeling op een boulevard in Nice. Daar krijgt hij de kous op de kop, of liever gezegd de knop van de wandelstok van de koning.
Het verandert hem op slag in een fanatieke republikein. Zijn vrouw is opgelucht. Nu zal er eindelijk een einde komen aan een periode van armoede en onrust. Een tijdje is het inderdaad kalm. Ingmar doet niet veel meer dan een tenor inhuren om onder het raam van de koning bye bye baby te laten zingen. Ondertussen raakt zijn vrouw zwanger. Juist, een nazaat die de strijd kan voortzetten! Er wordt echter een tweeling geboren, zeer tegen de zin van Ingmar. Hij noemt ze allebei Holger. Identiek en inwisselbaar. Maar in intelligentie en opvattingen verschillen ze als dag en nacht. Je zou kunnen zeggen dat Jonasson behoorlijk met hen en de lezer jonast. Holger nummer twee, degene met gogme, is feitelijk opnieuw een verschoppeling, iemand die eigenlijk niet bestaat.
Naarmate het boek vordert gaat Jonasson nog regelmatig in de overdrive, sommige bio’s van personages hadden achterwege kunnen blijven, maar De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje is een stuk coherenter dan de voorganger. De situaties zijn verbazingwekkend genoeg aannemelijk. Het boek is uiterst onderhoudend. Leest u zelf hoe Jonasson welhaast spelenderwijs de hoofdrolspelers bij elkaar brengt en daarnaast voor de lezer de wereldgeschiedenis bondig opfrist, met een zekere twist. Een meisje uit Soweto, een premier, een koning. De kans van een op hoeveel miljoen ook al weer? Statistieken zeggen weinig. Het gaat om het verhaal van de mens, het individu, terwijl de wereld zich gedraagt zoals ze altijd heeft gedaan.
Guus Bauer
Jonas Jonasson – De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje, Signatuur, 352 blz. € 19,95