In De Morgen (en diverse andere media) staat een open brief aan Poetin waarin tweehonderd schrijvers (waaronder Paul Auster, Jonathan Franzen, Arnon Grunberg, Erwin Mortier en Salman Rushdie) hun zorg uiten over de mensenrechtensituatie in Ruslan.

Als schrijvers en journalisten kunnen wij niet werkloos toekijken terwijl men onze collega’s de mond snoert of met vervolging en vaak zware straffen bedreigt, enkel en alleen omdat zij hun ideeën uiten.

Drie van deze wetten vormen een specifiek gevaar voor schrijvers: de wetten tegen ‘propaganda’ en ‘godslastering’ – die de ‘promotie’ van homoseksualiteit en ‘religieuze belediging’ verbieden – en het opnieuw strafbaar maken van eerroof. Een gezonde democratie moet de onafhankelijke stem van al haar burgers horen.