Deutschland im Herbst

Allard Schröder heeft aan zijn magistrale roman De dode arm de ondertitel ‘Een Romantisch leven’ gegeven. Dat klinkt in moderne oren enigszins ouderwets. En inderdaad: in een voor de huidige literatuur ongebruikelijk brede epische vertelling laat Schröder de lezer kennismaken met het leven van Ernst Elfkind Wolkenband, alias Ernst Elfkind Coltersteen, alias Ernst Elfkind Thuler, alias Hugo Maier. Hij doet dat tegen de achtergrond van een schildering van de tweede helft van de 20e eeuw, zoals die zich vooral in ons land en in Duitsland heeft afgespeeld.

schroder dode armErnst is niet alleen een ‘onecht’ kind. Hij is ook een man van glas. Iemand die zich laat meevoeren op de golven van de tijd zonder duidelijk een eigen rol te kiezen. Het pesten en nawijzen op school beu is hij gevoelig voor mensen die buiten het ‘normale’ staan. Zo koestert hij een innige vriendschap voor zijn geestelijk achtergebleven buurmeisje Almi. Als puber raakt hij in de ban van een mysterieuze leeftijdgenoot die onder de naam Widergänger plotseling in het dorp van zijn jeugd opduikt. Wanneer Almi verdrinkt in het stilstaande water van de dode arm van de rivier buiten het dorp en als Widergänger kort daarop spoorloos verdwijnt besluit Ernst te vertrekken. Pal voor zijn eindexamen neemt hij de trein naar Duitsland, stapt in een impuls in Frankfurt uit en begint daar een nieuw leven. Hij raakt via vriendin Brigitte ongewild betrokken bij de Baader Meinhof groep, slaat op de vlucht als arrestatie dreigt, leeft samen met de mysterieuze, door het leven beschadigde Catharina Überberger, komt in de gevangenis waar hij rechten studeert, wordt advocaat, ontdekt de treurige waarheid over zijn vader, keert terug naar Nederland waar het hem duidelijk wordt dat de familie van zijn moeder een onfrisse rol in de oorlog heeft gespeeld, ontmoet zijn zoon zonder te weten dat hij de vader is, reist naar Frankrijk en sterft. Zijn leven eindigt voordat het goed en wel begonnen is.

Op het eerste gezicht niet bepaald een romantisch leven. Maar schijn bedriegt. Schröder’s boek is diep geworteld in de vroege Duitse romantiek van Novalis en de Schlegels. Dit blijkt niet alleen uit de strakke ritmiek van het boek in hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen. Inhoudelijk zijn het vooral de mythische, sprookjesachtige elementen die de roman zijn ontijdelijk karakter geven. Almi staat daarbij symbool voor de zuiverheid en het goede. Tegenover haar staat Widergänger als een duivelse, Faustiaanse gestalte. Schröder is echter een te goede schrijver om een eenduidig kader aan zijn verhaal te geven. Zijn boek is te lezen als een Griekse tragedie waarbij Almi, Widergänger en anderen het koor vormen dat commentaar levert op het reilen en zeilen van de hoofdpersoon en de tijd waarin hij leeft. Een leven zo stilstaand als het water van de dode zijarm wordt door het koor in rimpeling gezet. Zoals een mozaïek gaat bewegen als je er maar lang genoeg naar kijkt.

De dode arm zou je kunnen typeren als een Duits boek. Het is ernstig, ‘gründlich’, filosofisch. De bossen zijn bruin zoals het verleden van de hoogwaardigheidbekleders waarmee Ernst Elfkind in aanraking komt. Tegelijk is het absurd en surrealistisch. Ernst Elfkind Wolkenband alias Ernst Elfkind Coltersteen alias Ernst Elfkind Thuler alias Hugo Maier, zo lachwekkend en tragisch als een mens kan zijn.

Jan Hovy

Allard Schröder – De dode arm. De Bezige Bij, Amsterdam. 576 blz. € 29,90.