Zonder hoop op terugkeer

Chrétien Breukers is de stuwende kracht achter de literaire website De Contrabas. Hij heeft diverse dichters laten debuteren en publiceren in zijn poëziereeks, hij schuwt de polemiek niet, heeft sterke sympathieën en antipathieën, is dichter en bloemlezer. Kortom een literaire duizendpoot. Zijn boek Een zoon van Limburg kwam onlangs uit bij uitgeverij Marmer. Het zou eerst verschijnen bij Atlas Contact, maar daar zullen ze zich nu wel achter de oren krabben waarom ze talenten laten lopen.

9789460681745 A_4d45496585d83c3dd7b0349dffa9cd7aEen zoon van Limburg is een gefragmenteerde autobiografie. In meer dan dertig hoofdstukken schetst Breukers een portret van een provincie, niet als een droge opvatting van feiten en jaartallen, maar als een persoonlijke weergave van wat hij zich herinnert. Het carnaval, de vlaai, het ‘zoervleis’, de asperges en het katholieke geloof worden allemaal behandeld, maar dan wel het carnaval zoals hij dat beleefde (‘Ik kan mij niet opwerken naar een stemming waarin ik mij, buiten eigen wil om, verlies in collectiviteit.’) en de Limburgse vlaai zoals hij vindt dat ie goed is en dat is niet de vlaai van Multivlaai (‘Voor de goede naam van vlaai als gebak een funest bedrijf. Het is alsof je Kluun verkoopt in de boekhandel, en het werk van de goede man “literatuur” noemt.’).

Zo krijg je langzamerhand het beeld van een jongen die opgroeit in een provincie die hij als student ontvlucht. ‘Het geeft een vreemd tegenstrijdig gevoel: niet thuishoren in de provincie waar je niet wilt wonen. Alsof je in de diaspora bent gegaan, zonder hoop op terugkeer.’ Hij gaat wonen in Nijmegen, Amsterdam en ten slotte in Utrecht. Maar dat is slechts een opsomming van plaatsnamen. De grote tocht die in dit boek beschreven wordt, is de wijze waarop die jongen uit Leveroy is thuis geraakt in het land der letteren. Ik vind dat de fijnste stukken: die over lezen en schrijven gaan. Een van die stukken, ‘Het snookerjaar, brief aan M’ gaat over het jaar dat liep van mei 1995 tot en met mei 1996. Breukers woont in Amsterdam, leest zich te pletter, wordt door het GAK geprest om weer aan het werk te gaan en krijgt in de tussentijd een fascinatie voor snooker. Structuur is het toverwoord, in het spel, maar ook in de literatuur, want natuurlijk wil Breukers een roman schrijven, maar ja, ‘de meeste romans zijn gewoon niet om door te komen’ en ‘geven meestal een smaak van muffe fabrieksbrie af’. In het hoofdstuk dat daar direct op volgt gaat het over het gedroomde oeuvre dat Breukers had moeten scheppen, maar de vijf romans waar hij ooit aan begon, zijn nooit afgemaakt.

Het vreemde is dat Breukers zich in dat hoofdstuk ook uit tegen ‘echt gebeurde verhalen’ die als literatuur vermomd de markt overspoelen, terwijl ook Een zoon van Limburg het juist moet hebben van het leven van de auteur. Het enige onderscheid is dat Breukers een veel betere schrijver is dan de meeste auteurs van autobiografische geschriften. Sterker nog, de hoofdstukken waarin zijn vader en grootvader een rol spelen zijn in wezen liefdevolle en ontroerende karaktertekeningen, terwijl een minder begaafde auteur daar sentimentele kitsch van zou hebben gemaakt. Ik hoop ook dat Breukers doorgaat met dit soort boeken te schrijven, geen romans, maar verzamelingen lange blogs. In zijn eigen woorden:

Het is beter als ik de rest van mijn schrijvende dagen ronddwaal in mijn fragmentarische teksten. Misschien komt iemand, later, veel later, op het idee om die achter elkaar te leggen en dan te zien dat ze één geheel vormen, een geheel dat wordt gekenmerkt door paradoxen, tegenstrijdigheden en inconsequenties (en daarom geen geheel is).

Met dat stukje tussen haakjes ben ik het oneens, juist dat chaotische is de structuur, hijzelf is de rode draad. Ik hoop dat we elk jaar zo’n boek krijgen.

Coen Peppelenbos

Chrétien Breukers – Een zoon van Limburg. Marmer, Baarn. 284 blz. € 19,95.