Een ‘teleportatie’ met dank aan Martin Bril

In de Leeuwarder Courant zag ik twee weken geleden een aankondiging staan dat er een optreden van Nick Lowe in Groningen was. Nu ben ik een behoorlijke muziekliefhebber, maar er ging niet echt een lampje branden. Nick Lowe, nog nooit van gehoord eigenlijk, en zoals gewoonlijk denk ik er dan niet aan het op te zoeken op Spotify of YouTube. Nick Lowe een naam die ik vast en zeker snel weer zal vergeten, want je kunt helaas niet van alles op de hoogte zijn.

En dan neem ik De zon schijnt van Martin Bril ter hand. Net verschenen en ik kan het niet laten om zo’n boekje dan toch maar weer aan te schaffen, ook al heb ik sommige columns vast al eens eerder gelezen, want er komen nog steeds regelmatig min of meer thematische bundels van Martin Bril uit.

Ik heb een zwak voor Bril. Ik word blij van zijn pogingen om op een optimistische manier naar de wereld te kijken, van zijn oog voor details, van zijn vermogen om van niets iets te maken. Bril zorgt ervoor dat je gelukkig kunt zijn met datgene wat je hebt.

‘Ouder worden’ heet de eerste column van de bundel: ‘(…) Ondertussen staat de radio aan. Nick Lowe zingt ‘Only a Fool Breaks his Own heart’.’ En tja, dan kan ik er natuurlijk toch niet meer om heen, toeval bestaat niet, nu moet ik wel uitzoeken wie Nick Lowe is en wat voor muziek hij maakt. Typisch Bril, die krijgt voor elkaar wat een krantenbericht niet lukt: me echt nieuwsgierig maken.

Prachtig is ook de column ‘Weemoed’. Hoewel de anekdote zich al in 2003 afspeelt, word ik er inderdaad stante pede weemoedig van. Weemoedig naar een tijd die allang voorbij is. In anderhalve pagina weet Bril me op magistrale wijze te teleporteren naar mijn eerste weken in de brugklas en mijn eerste weken als student.

Daar sta je dan, vers uit de provincie – midden in de grote stad. Je kijkt onwennig om je heen, maar ook een beetje brutaal, want dat hoort. Nieuwe eerstejaars doen mij altijd denken aan de tijd dat ikzelf een nieuwe eerstejaars was. Dat is al behoorlijk lang geleden, maar de wanhoop van toen komt feilloos boven zodra ik nieuwe eerstejaars bij de Edah onwennig een karretje boodschappen (bier, bruine bonen, gehakt, wc-papier) naar de kassa zie duwen.

Bril heeft maar een paar woorden nodig om ervoor te zorgen dat ik aan mijn eerste dagen in Groningen moet denken, hoe onwennig dat allemaal was en hoe snel het vervolgens ook weer normaal was.

Bril de zon schijnt

In De zon schijnt zijn vooral die columns verzameld die een of meerdere zinsneden over het weer bevatten. ‘Ik liep op straat en het regende.’ ‘De kleuren van de herfst zijn bruin en grijs.’ ‘Ik liep over straat. Dat is eigenlijk wat ik het liefste doe. Zelfs als het regent, zoals gisteren.’ Toen ik de bundel kocht, hoopte ik daarom stiekem dat er een column in zou staan waar ik al enige jaren naar op zoek ben. Een man doet ’s ochtends de gordijnen open en denkt bij de aanblik van wederom een grijze lucht: he, dat is mijn lievelingsweer. Jaren geleden las ik een column van die strekking en aangezien ik er dan niet aan denk om zo’n column uit scheuren of op zijn minst op te schrijven wie de schrijver is weet ik niet meer wie dat stuk geschreven heeft. Ik vermoed Bril, maar helaas, die column zit niet in dit boekje. Hopelijk in de volgende.

Cilla Geurtsen

Martin Bril – De zon schijnt, Prometheus, Amsterdam. 180 bladzijden. € 12,50.