Gisteravond voor het eerst bij een literaire avond geweest die gepresenteerd werd door een kip. In de GYM in de Oosterstraat in Groningen werd het laatste nummer van het blad Kutgitaar gepresenteerd. Het literaire blad met een harde kern in Nijmegen riep deze keer de hulp in van de mensen van Kantoorpoëzie voor een eerste noordelijke presentatie: het werd een avond vol gevulde eieren, eierballen en een fantastisch optreden van Douwe Dijkstra en de Sneue Vertoning.

De man die onder de naam Tils Posthumus later als kip het podium zal beklimmen, ontvangt voor de voorstelling alle bezoekers als eigenaar van het eierrestaurant, waar je ‘ei la carte’ kunt eten. Het is een vervreemdende ervaring om in een restaurantachtige omgeving terecht te komen, terwijl je poëzie verwacht. Het restaurant opent deze avond en Tils Posthumus, inmiddels kip, verwelkomt alle gasten met een speciale dronk: advocaat met slagroom. ‘Daar had best een lepeltje bij gekund,’ constateert Posthumus nadat hij de lobbige substantie eruit had weten te krijgen.

De avond werd gevuld door mensen die in het laatste nummer van Kutgitaar staan (door de presentator steeds de Gitaar genoemd). Niet iedereen heeft evenveel podiumervaring en de kwaliteit van het gebodene was wat wisselend, maar Anneke Claus, Dennis Gaens en vooral Joost Oomen geven een goede performance. Onze eigen Marleen Nagtegaal maakte haar literaire debuut in dit nummer. In de ‘prepauze’, die achteraf zo lang duurde dat het tot echte pauze werd gebombardeerd, werd een complete mengtafel het podium op getakeld, waarna twee jongens die het publiek niet durfden in te kijken de schuiven openzetten en een muur aan geluid openzetten door steeds aan knopjes te draaien. Ik ben maar even bij het kippenhok in de gang gaan staan om mijn oren te beschermen.

Maar het absolute hoogtepunt van de avond was het optreden van Douwe Dijkstra en de sneue vertoning. Denk aan kruising tussen Meindert Talma en een Noorse deathmetal grunter. De man met de baard is Douwe Dijkstra, de ander is de sneue vertoning. Op de een of andere manier paste deze gortdroge voorstelling met morbide inslag (op het podium stond de doodskist van de vorige Kantoorpoëzie) perfect bij de even gortdroge presentatie van de avond.

(Een optreden van een jaar geleden)

Herman Sandman heeft een geschiedenis geschreven de literaire scene in Groningen: Arcadia der Poëten. Daar zou eens een vervolg op moeten komen. De avonden van Kantoorpoëzie of onder de hoede van de mensen van Kantoorpoëzie behoren tot het beste wat ik de afgelopen dertig jaar in Groningen heb meegemaakt. Waarom zie ik daar toch nooit pers, waarom komt ‘Sir Edmund’ niet eens kijken, waarom hebben deze mensen nog nooit een stimuleringsprijs of god weet wat gekregen. Ik geloof dat de literatuur hier leeft en levend gehouden wordt.

Gewapend met een exemplaar van Kutgitaar loop ik het pand weer uit. In de hal kunnen mensen nog een foto nemen op schoot bij de kip.

Kutgitaar is hier verkrijgbaar.

(zie op de site van de SLAG een verslag van Maarten Praamstra)