Meer dan een ziekte 

Het is een trend in boekenland, de ‘sicklit’: jeugdromans waarin ziekte, depressie en/of de dood aan bod komen. Zac en Mia is een van de boeken over zware maatschappelijke thema’s die momenteel als paddenstoelen uit de grond schieten. In 2012 won het de Text Prize for YA and Children’s Writing. Onlangs werd het genomineerd voor de Ethel Turner Prize for Young People’s Literature, onderdeel van de NSW Premier’s Literary Awards 2014.

Zac en Mia vertelt het verhaal van twee totaal verschillende jongeren met kanker. Zac is een zeventienjarige, actieve boerenjongen met leukemie. Na een beenmergtransplantatie ligt hij in het ziekenhuis in quarantaine op een kleine kamer en hij verveelt zich kapot. Met alleen zijn moeder, verpleegkundigen en het internet als afleiding, wordt Zac al snel geïntrigeerd door de pas opgenomen patiënt in de ziekenhuiskamer naast de zijne.

Mia gaat heel anders om met haar diagnose dan Zac. Ze is boos en zit in de ontkenningsfase. Haar prognose is de beste van iedereen op de afdeling, maar zij ziet alleen hoe de tumor in haar been haar sociale leven dwarsboomt en haar vroegere leven in de weg staat. Zac legt contact met Mia door op de muur te tikken (de wandjes zijn hooguit zes centimeter dik) en briefjes te versturen via de verpleging. Wanneer ze hem toevoegt op Facebook, is dat het begin van een vriendschap waar ze allebei naar op zoek zijn en die uiteindelijk uitmondt in iets wat je liefde zou kunnen noemen.

Zac en MiaZac en Mia is opgedeeld in drie delen. Het eerste deel wordt verteld vanuit Zac’s perspectief, het laatste uitsluitend vanuit dat van Mia en in het middenstuk worden beide perspectieven afgewisseld. Het begin van het boek is pakkend doordat het vrij mysterieus is. De auteur geeft niet direct prijs waar Zac zich bevindt en waarom hij elk detail uit de buitenwereld bijzonder interessant vindt. Ze laat de puzzelstukjes heel fraai in elkaar vallen, totdat je als lezer concludeert dat Zac ernstig ziek is en om die reden in quarantaine ligt.

Het tweede deel van het boek kabbelt echter maar een beetje voort. Er gebeurt te weinig en de auteur weet met de spaarzame ontwikkelingen niet genoeg spanning op te wekken. Daarnaast is het jammer dat de andere personages dan Zac of Mia in dit deel van het boek nauwelijks worden uitgewerkt, terwijl ze wel een grote rol spelen in het verhaal. Dat Betts toch de aandacht vast weet te houden, is te danken aan de scherpe dialogen en de flinke dosis humor die ze in het verhaal heeft verwerkt. Ze maakt heel duidelijk dat Zac en Mia meer zijn dan hun ziekte. Dat zet aan tot doorlezen, evenals de pieken en dalen in zowel hun emoties als hun ziekte. Het is een verhaal dat je raakt. De manier van vertellen maakt je angstig over het lot dat de twee jonge kankerpatiënten beschoren is en dat houdt je lezende.

Bovendien heb je als lezer al snel door dat de auteur weet waar ze het over heeft. Ook dat is een interessant aspect van dit boek. Tussen de regels door geeft Betts informatie over de verschillende vormen van kanker, de behandeling ervan en de levensverwachting van patiënten. Deze informatie komt vooral tot uiting in de fascinatie die Zac heeft voor cijfers. Alle statistieken omtrent zijn ziekte zoekt hij op. Hij is naar eigen zeggen ‘maar een 55’, terwijl Mia na de amputatie van haar been een ‘98’ is. De statistieken in het boek zijn een terugkerende factor, maar het zijn er niet zo veel dat het ergerlijk wordt. Het drukt de lezer met de neus op de feiten en het maakt het verhaal realistisch.

‘Ik ben maar een 55.’
55? Welke schaal gebruikt hij nou?
Dan zie ik hoe stevig hij het hek vastheeft. De pezen over zijn knokkels. De spieren van zijn onderarmen aangespannen.
‘Zac, ik snap het niet. Wat is een 55?’
Hij haakt een voet tussen de spijlen en hijst zich op het hek, boven mij. Er gaat een rilling door mijn lichaam en ik vraag me af of die soms overgaat op hem. Hij huivert.
‘Zac?’
’55 procent. Mijn kans om vijf jaar te leven zonder terugval.’

Er is een groot aanbod aan sicklit op de Young Adult-planken, maar het zou dit boek tekort doen om het af te doen als ‘nog meer van dat’. Het ligt in de lijn der verwachting dat er ook in dit verhaal een redelijke dosis tragedie en oneerlijkheid aanwezig is, maar uiteindelijk is Zac en Mia niet echt een roman over kanker. De ziekte vormt de aanleiding voor de ontmoeting tussen Zac en Mia en het is een feit waar ze mee worden geconfronteerd, maar daar ligt niet de focus van het verhaal. Betts heeft Zac en Mia namelijk uiterst realistisch voorgesteld: pubers die onzeker en opstandig zijn, die een schoolfeest veel belangrijker vinden dan kanker en niet goed weten hoe ze aan elkaar moeten laten blijken hoe leuk ze elkaar vinden en hoe hard ze elkaar nodig hebben. Voor een sicklit is er enorm veel hoop en optimisme in dit boek aanwezig, evenals (en dat is misschien nog wel belangrijker) zicht op genoeg kansen en keuzemogelijkheden.

Mirjam Hoekstra

A.J. Betts – Zac en Mia. Vertaald door Aimee Warmerdam. Blossom Books, Alkmaar. 288 blz. € 14,95.