Geklets van een oude man

Een achtentachtigjarige vertelt het verhaal van zijn familie, waarin een zak rijst de rode draad vormt. De zak rijst is een aandoenlijk motief dat nieuwsgierig maakt naar Familie is het moeilijkste gerecht, de debuutroman van de Braziliaanse schrijver Francisco Azevedo. Deze nieuwsgierigheid wordt helaas niet beloond. Azevedo weet de lezer niet vast te houden en schrikt hem/haar zelfs af door het gebruik van clichés en al te breedsprakige anekdotes.

Azevedo (1)Antonio, de verteller, doet het wel en wee van zijn familie uit de doeken op de dag dat hij in de keuken staat om een belangrijk familiefeest voor te bereiden. Hij is namelijk de rijst aan het koken die honderd jaar eerder in Portugal als vruchtbaarheidssymbool werd uitgestrooid over de hoofden van zijn ouders. Deze rijst heeft door de jaren heen bewezen heel bijzonder te zijn: hij bederft niet, brengt vruchtbaarheid en verzoent familieleden met elkaar. Het is dankzij Antonio’s tante Palma dat de rijst in de familie is gebleven. Zij verzamelde alle korreltjes die tijdens de bruiloft op het plaveisel waren gevallen, in de overtuiging dat de rijst speciaal was en dat ze het perfecte huwelijkscadeau had gevonden.

Dit is het startpunt van het verhaal van Antonio’s familie. De geschiedenis is een optelling van – vaak clichématige – anekdotes. Zo wordt de ontmoeting tussen Antonio en zijn grote liefde Isabel uitvoerig beschreven als een romantische botsing waarbij de een per abuis, maar tot zijn grote geluk bovenop de ander terechtkomt. Ook de opvoering van Antonio als het bijzondere familielid dat van lezen houdt, is vrij afgezaagd.

De stijl van Azevedo’s roman is niet erg bevredigend. De schrijver heeft gekozen voor een getuigenis in spreektaal, een vorm die de authenticiteit van het verhaal zou moeten aanzetten. Taaltechnisch komt die authenticiteit af en toe goed uit de verf, maar de stijl is vooral erg simpel en irritant. Het leesplezier wordt ontnomen door herhaling en langdradige anekdotes die geen functie hebben in het verhaalverloop:

Zij had niets dan azen en jokers. Ik had kaarten om te grienen. Dus pak ik er maar weer een van de stapel. Over het groene vilt schuif ik de zonnebloemen van Van Gogh naar me toe. Wat zou er op de andere kant van het buigzame plastic staan? Ik til heel langzaam het hoekje op en ja hoor, de zoveelste flutkaart. Klaverenvier, kan direct bij het oud vuil. Ik vervloek mijn pech. Zo kun je toch niet spelen, er is geen lol aan. Het schrijfblok met de puntentelling liegt er niet om. Het verschil is beschamend.

Aan het begin van de roman legt de verteller uit dat hij een dramatisch type is en dat zijn verhalen daardoor vaak verdraaid of overdreven zijn. Deze metaopmerking verandert echter niets aan de vervelende leeservaring. In Familie is het moeilijkste gerecht worden banaliteiten met veel omhaal verteld, waardoor het werkelijk overkomt als het saaie kletsverhaal van een oude man.

Mathilde van Ommen

Francisco Azevedo – Familie is het moeilijkste gerecht. Signatuur, Utrecht, 304 blz. € 19,95.