Goede raad aan mijzelf

Ongeveer een jaar geleden liet Renate Rubinstein zich voor de VPRO-televisie door Adriaan van Dis interviewen. Ze had toen net haar medewerking aan Vrij Nederland opgeschort na een stevig conflict met haar mede-columnist Piet Grijs. De vrijkomende tijd zou ze benutten om een biografie van prins Willem-Alexander te schrijven, ter gelegenheid van dienst achttiende verjaardag. Van Dis ontlokte haar de uitspraak dat ze bovendien werkte aan een boek over haar ziekte, maar hij kreeg haar niet zo ver de naam van die ziekte te noemen.

rubinstein nee heb jeMultiple Sclerosis, afgekort MS, dat is waaraan Renate Rubinstein al sinds 1977 lijdt, het jaar waarin ze de herinneringen aan een echtscheiding zo prachtig op schrift stelde in een reeks columns die later werden gebundeld onder de titel Niets te verliezen en toch bang. Toen was het Simon Carmiggelt die haar overhaalde heel persoonlijke ervaringen aan het papier toe te vertrouwen, ditmaal was het Adriaan van Dis. Het resultaat is Nee heb je, een boek dat niet zozeer over MS gaat, maar waarin de vele gevolgen van een ziekte die onherroepelijk tot de dood leidt worden beschreven. Die gevolgen zijn voor een deel praktisch, en Rubinstein reageert er met humor of woede op, voor een deel ‘filosofisch’: in laatste instantie gaat het over de waarde van het leven.

MS is een neurologische aandoening, nog ongeneeslijk. Om onze zenuwen zit isolatiemateriaal, gemaakt door myeline, en als daar gaten in vallen komen de prikkels vanuit de hersenen niet goed door. Verlamming is doorgaans het gevolg. Het is een progressieve ziekte, op een periode van stabiliteit volgt weer een neergang.

De aard en het verloop van de ziekte worden door Rubinstein niet uitvoerig beschreven, waar het haar om gaat is wat zo’n ziekte met iemand doet. Als bij iedere grote emotionele schok geldt ook hier de fasen-theorie die Elisabeth Kübler-Ross over het accepteren van de naderende dood opstelde: op ontkenning en woede volgen depressie en aanvaarding. Rubinstein daarover:

Je moet de waarheid onder ogen zien, dat is waar. Maar toch moet je zelf uitvinden wat die waarheid eigenlijk is en er niet minder van maken, maar ook niet meer. Je moet niet slachtoffer worden van een naam, een begrip, een idee dat de mensen hebben en dat je daarom zelf ook hebt. Je moet kijken naar wat werkelijk is. Dat is mijn programma.

Ik vind het een even realistisch als moedig standpunt.

MS leidt ertoe dat werken nog maar een paar uur per dag mogelijk is: ‘Tijd,’ zegt Rubinstein, ‘is mijn kapitaal geworden.’ Misschien is dat de reden waarom de teksten in Nee heb je zo’n bijzondere concentratie verraden – er staat geen woord te veel in, en de toon is nergens die van beklag. Woede is er, ja, wanneer je machteloos in een pier van Schiphol op de vloer zit, niet in staat op eigen kracht de uitgang te bereiken. En verdriet, zoals tijdens het bezoek aan het verpleeghuis waar Jan Hein Donner verblijft. Maar beklag niet. Een boek ‘vol goede raad aan mijzelf’ noemt Renate Rubinstein haar bundel, en die goede raad komt er op neer dat het onverstandig is in de toekomst te leven. ‘Stel je zaak op niets, laat alles meevallen.’ Net als Niets te verliezen is Nee heb je een wijs boek en, naar ik hoop, een troost voor velen.

Anton Brand

Renate Rubinstein – Nee heb je, Notities over ziek zijn. Meulenhoff, Amsterdam. 126 blz.

Deze recensie verscheen eerder in het Nieuwsblad van het Noorden, 25 oktober 1985.