Een negentiende-eeuwse roman over de zeventiende eeuw

Een curieuze voorliefde voor afbraak heeft de beeldhouwer Gaetano Zummo van Cosimo in Verzwijging van Rupert Thomson. De beeldhouwer, op Wikipedia te vinden onder Gaetano Zumbo, kende ik niet maar de menselijke sculpturen die hij van was maakte zien er huiveringwekkend indrukwekkend uit, van een afstotelijkheid waar je naar moet blijven kijken.

rupert thomson verzwijgingThomson laat de beeldhouwer in 1691 naar Florence komen waar hij zijn intrek neemt in een goedkoop logement. Hij staat al snel onder de bescherming van de groothertog, maar wordt aan het hof ook met argusogen bekeken door privésecretaris Bassetti en diens hulpje Stufa. De beeldhouwer wordt verliefd op een meisje uit de lagere klasse, Faustina, en dat is gevaarlijk in een stad waar de goede zeden met harde hand wordt gehandhaafd.

Florence komt in Verzwijging tot leven, al is het dan niet de mooie kunststad waar tegenwoordig miljoenen toeristen op afkomen. Het 17e-eeuwse beeld dat Thomson oproept geeft een stad weer vol argwaan en achterdocht, waar de klassenverschillen enorm zijn, waar de dood elk moment kan toeslaan door ziekte of door de martelpraktijken in dienst van de groothertog.

Zummo weet in eerste instantie in ieder geval waardering te oogsten bij de aan liefdesverdriet lijdende groothertog en die wordt nog groter als hij een geheim project voor hem uitvoert: hij moet een vrouw maken van was.

‘Een vrouw,’ mompelde ik.
‘Ja.’ Hij putte moed uit het feit dat ik iets had gezegd en keek me aan. ‘Op ware grootte, achteroverliggend. In haar natuurlijke…’ Zijn rechterhand liefkoosde de lucht. ‘Een soort Eva. Begrijp je? Ik geef je de kans om een werk van uitzonderlijke schoonheid te creëren.’

Na enige bedenktijd stemt hij toe in het project en in de beschrijving van de uitvoering ervan – hij maakt gebruik van het lijk van een meisje dat hij eerst in stukken breekt om de vorm goed in was te krijgen – is Thomson op zijn best. Het deed me een beetje denken aan de preparatiescènes in Vingers van marsepein van Rascha Peper.

Toch kleeft er ook een bezwaar aan Verzwijging. Het boek over de zeventiende eeuw is, nogal clichématig, opgezet als een historische roman uit de negentiende eeuw, zonder dat je het idee hebt dat Thomson er een pastiche van heeft willen maken. Zo zijn de slechteriken meteen als zodanig herkenbaar bij het eerste optreden. Neem bijvoorbeeld de eerste ontmoeting van Zummo met Bassetti.

Hoewel mijn bezoeker bewegingloos bleef staan leek hij op dat moment te kronkelen of te golven, wat me deed denken aan iets wat ik ooit op de markt van Palermo had gezien: een slang die bezworen uit zijn mand omhoogkwam.

De hele roman is ook opgezet als een avonturenroman met achtervolgingen, rare types, sprookjesachtige plotwendingen en een happy end. Daarmee heeft Thomson een echt publieksboek geschreven, maar dat gaat wel ten koste van de literaire kwaliteit.

Coen Peppelenbos

Rupert Thomson – Verzwijging. Vertaald door Robert Neugarten. Xander, Amsterdam. 350 blz. € 18,95.