Schrijver Anton Dautzenberg en ex-wetenschapper Diederik Stapel hebben iets bijzonders gemeen: Allebei weten ze hoe het is om uitgekotst te worden door de samenleving. In Pauw vertelden ze gisteravond hoe dat hen ertoe bracht om samen een boek te gaan schrijven.

Diederik Stapel kwam in 2011 veelvuldig in het nieuws doordat bekend werd dat hij als hoogleraar in de sociale psychologie acht jaar lang onderzoeksresultaten had verzonnen. Nadat hij zijn titel had ingeleverd en zijn taakstraf had volbracht schreef hij het boek Ontsporing, waarin hij de hele affaire vanuit zijn oogpunt beschrijft.

Anton Dautzenberg schreef in hetzelfde jaar een aantal gefingeerde interviews, die hij voor echt liet doorgaan. Daarnaast werd hij lid van ‘pedovereniging’ MARTIJN, om te protesteren tegen de heksenjacht op pedofielen. Hoewel hij seksuele handelingen met kinderen verwerpelijk vindt, meent hij wel dat iedereen het recht heeft om te fantaseren. Na talloze bedreigingen aan zijn eigen adres en dat van zijn familie, stopte hij in 2012 met zijn steun aan de partij.

Samen schreef het duo De Fictiefabriek. Een bevrijdingsroman in brieven. In het interview vertelt Stapel dat hij op zoek was naar een manier om nog iets van zijn leven te maken, en daarom Dautzenberg benaderde. Dautzenberg vond het interessant om deze relatie aan te gaan, omdat hij zich al eerder had verbaasd over de gretigheid waarmee Stapel in de pers werd afgemaakt. In het boek vinden ze steun bij elkaar en onderzoeken ze de grenzen van fictie.