Een talent voor de ongemakkelijke situatie

De titel van de tweede roman van de in San Francisco woonachtige Nederlander Deniz Kuypers (1981), Het ruisen van de wereld, doet een groots opgezet breedsprakig werk vermoeden. Maar de kracht van dit boek ligt in ‘het kleine geluid’. Dat draagt soms verbazingwekkend ver, indien het zonder taalkundige poespas de ether in wordt gezonden. De roman speelt zich grotendeels af aan de oevers van Lake Tahoe, een van de grootste, en belangrijker voor het verhaal, een van de diepste meren van Noord-Amerika op de grens tussen Californië en Nevada. Het bergachtige terrein rond Tahoe trekt vele toeristen. Een hoop versmaden daarnaast een bezoekje aan een van de vele (door Indianen gerunde) casino’s niet.

Hoofdpersoon Moss is voor het eerst sinds twintig jaar weer naar het op twee uur rijden van zijn woonplaats gelegen dorpje Merton aan de noordoostelijke oever van Tahoe gekomen. Het is bijna Thanksgiving (de vierde donderdag in november) en het heeft behoorlijk gesneeuwd. Hij is gekomen om de laatste eer te bewijzen aan zijn oude leermeester. Maar feitelijk zoekt hij, al wil hij het zelf eigenlijk niet toegeven, vergetelheid in de weidsheid van het landschap. Zijn huwelijk is ontbonden en hij is depressief. De traditionele escapistische misvatting van de stadse jongen: op het platteland is het beter. De natuur zal hem redden. (Komt ook voor bij de zo goed als onbewoonde eilandvariant.)

Sinds de scheiding vorig jaar van Sophie kwam zijn verbeelding steeds vaker aanzetten met scenario’s die hopelozer waren dan de werkelijkheid, in een poging zelfmedelijden buiten de deur te houden.

Eerder zullen de bergen en het meer waarover tal van legendes de ronde doen hem verzwelgen. Maar ergens vindt hij dat ook goed. In de aula van het uitvaartcentrum ontmoet hij een dikke vrouw die irritant amicaal tegen hem is. Hij schat haar van zijn eigen leeftijd, ergens achterin de dertig. Daarnaast is er nog een tengere Zuid-Amerikaanse vrouw aanwezig, de verpleegster van de voormalige professor Coleman Kane. Twee jaar heeft Moss ooit les van hem gehad aan de universiteit van San Francisco. Een dermate bevlogen en levenslustige man, dat de dood bijna geen vat op hem kón hebben. Coleman had zich teruggetrokken in een hut in de bergen. En als zijn bewonderde leermeester al voor die optie had gekozen, dan…

De amicale dikke vrouw blijkt zijn studentenliefde Dani te zijn. Iemand die hij abrupt heeft verlaten, net als zijn vrouw Sophie. Op het moment dat dat duidelijk wordt, komt de roman als het ware tot bloei. Kuypers heeft een talent voor de ongemakkelijke situatie.

Ergens vanochtend moest hij in tweeën zijn gesplitst. Een deel van hem, het deel waar hij gewoonlijk controle over had, was achtergebleven in bed want hij hoorde zichzelf vragen: ‘Wil je vanavond samen iets eten? Of ga je alsnog de snelweg proberen?’

Dani zegt dat ze hem al genoeg de oren van het hoofd heeft gekletst en stelt voor om contact te houden. Daar waren ze vroeger ook zo goed in, antwoordt hij, onbedoeld spottend waar hij met een lichte noot wilde afsluiten.

Moss heeft – net als Kuypers, maar die aan de UVA in Amsterdam – Engelse literatuur gestudeerd en is al minstens twee decennia bezig met het schrijven van de ‘grote roman’. U voelt de donderbui al hangen. Veel praatjes, een paar probeerseltjes, veel loze beloftes, bij wijze van spreken bij elke verjaardag weer dezelfde plannen. Terwijl Kuypers Moss toch bij tijd en wijlen mooie stukken in de schoenen schuift. Wat te denken van het verhaal dat er honderden, misschien wel duizenden lichamen in het meer drijven, volledig geconserveerd door de ijzige kou van het diepe meer. Maffiapakken, Chinese spoorwerkers en nog verder terug in de tijd de Washoe-indianen. Het water als balsemvloeistof.

Omdat hij niets te lezen heeft op de motelkamer die hij heeft geboekt, gaat Moss nog even het dorp in. In een diner loopt hij ‘toevallig’ Dani weer tegen het lijf. Hij ontkomt er niet aan om alsnog met haar te eten. De gastvrouw leidt hen naar een tafel voor twee. Liever had hij zich van haar ontdaan.

Terecht, denk je in eerste instantie. Dani trakteert Moss op een intriest verhaal over haar mislukte huwelijk. Moss velt geen oordeel, althans niet hardop. Ik zei het al eerder: Kuypers psychologiseert sterk. Dani drinkt zich een stuk in de kraag en Moss neemt haar met veel tegenzin mee naar zijn motel. Wat is er twintig jaar eerder gebeurd tussen hen beiden in dit dorp? Wie kwamen ze eigenlijk los van elkaar echt begraven? De zwaarwegende gebeurtenis heeft sindsdien hun leven beïnvloed. Zo blijkt uit een terugblik.

Tussendoor heeft Moss telefonisch contact met Sophie. De vrouw die dacht dat ze oud met hem zou worden. Tijdens een reisje samen, de befaamde tot mislukken gedoemde reddingspoging van een relatie, zagen ze een oud echtpaar. Zo zullen wij ook zitten, zei Moss tegen Sophie. Woorden die hol waren, woorden die hij alleen maar uitprobeerde. Moss is een eeuwige escapist. Iemand die, ondanks al zijn pillen, geen rust kan vinden. Iemand voor wie, zoals Kuypers het zo mooi zegt, de wereld te hard afgesteld is.

De ruis tussen Sophie en Moss, de ruis tussen Dani en Moss is weergegeven in dialogen die in contrast zijn met de overweldigende natuur. Het is het onvermogen tot onvoorwaardelijk liefhebben van de rusteloze man. De literatuurliefhebber die alleen papiertechnisch van het leven weet.

Ondanks wat boeken je wijs proberen te maken, wordt een leven niet geleefd in grote lijnen, maar in details.

Het kleine geluid dat ver draagt. Het detail, het noodlot, het toeval dat verreikende gevolgen kan hebben. Eigenlijk zoekt Moss, net als elke schrijver ‘een droomwereld om het leven uit te proberen, zonder dat dit gevolgen heeft op de realiteit’. Hangend op de brug boven Lake Tahoe en zittend vlak bij de verlaten hut van Coleman aan de oever van het meer, reist Moss naar de dieptes van het meer en van de tijd. Dat blijft de mens (de schrijver) over om zeker te zijn van de plek op de wereld.

Guus Bauer

Deniz Kuypers – Het ruisen van de wereld. Ambo Anthos, Amsterdam, 198 blz. € 17,98.