Een vermoeiende epigoon

In flaptekstenland is ‘meeslepend’ de meest misbruikte kwalificatie. Ook De kokkin van Himmler van de in Amerika geboren en in Frankrijk werkende journalist, biograaf en televisiepresentator Franz-Olivier Giesbert (1949) krijgt die enkelboei aangelegd. Daarnaast dienen we dit werk te beschouwen als een ‘duizelingwekkende roman over liefde, kookkunst en wraakzucht’.

giesbert kokkinDe hoge verwachting wordt nog verder aangewakkerd door twee (Franse) blurbs: ‘… schitterende roman waarin luchtigheid en ernst garant staan voor een uitermate bevallige literaire elegantie.’ Burp! ‘Giesbert laat de voorbije eeuw dusdanig tot leven komen dat de moraal zich op elke bladzijde moeiteloos laat vatten: de lach is de beste leermeester.’

Waar, waar, maar in deze spin-off van Jonas Jonassons succesnummer De honderdjarige man die uit het raam klom en verdween valt bar weinig te lachen. Deze roman kun je scharen onder de ‘ideeënboeken’ met een onevenredig groot Wikipediagehalte aangaande de historie. Maar goed, het is begrijpelijk dat de uitgever – of beter de marketingafdeling – een Nederlands vervolg wil geven aan de enorme hype die ontstaan is na het Franse succes.

De honderdvijf jaar oude Rose – de overtreffende trap, zullen we maar zeggen – heeft een restaurant in de haven van Marseille. De roman vangt alleraardigst aan wanneer ze met een Glock negen millimeter een straatrover van zich af weet te houden. Gezien de titel zou je bij deze onverschrokken hoogbejaarde eerder een Luger Parabellum hebben verwacht, maar het nazi-aandeel in deze roman is vrij beperkt. De keuze voor de titel lijkt dan ook eerder wederom een marketingtechnische zaak.

Vlak na de mislukte overval krijgt Rose een brief uit Duitsland. Ze besluit een paar schriftjes te kopen en haar levensverhaal te vertellen. Gezien het geboortejaar van Rose, 1907, geeft dit de schrijver de mogelijkheid om de vorige eeuw tot leven te laten komen. De geschiedenisbepalende figuren waren toen al op het toneel: Mao was indertijd dertien, Hitler achttien, Stalin reeds achtentwintig. Het persoonlijke valt altijd te prevaleren boven het cijfermatige historische.

Rose is geboren in een Turks dorpje aan de Zwarte Zee, daar waar ooit het Griekse keizerrijk Trebizonde een paar eeuwen standhield. Vanuit haar herinnering leren we over de genocide op de Armeniërs. Het levert een eerste personage op de hitlijst van Rose op, de eenarmige moordenaar van haar vader. Was Giesbert maar bij deze werkwijze gebleven. De stukken geschiedenis waarin deze eerste Endlösung van de vorige eeuw wordt verklaard, zijn te vlak. In eerste instantie niet onoverkomelijk, maar gaandeweg de roman zijn de gortdroge uitweidingen te talrijk.

Rose komt vervolgens als achtjarige in een harem terecht. Haar eerste bezitter, die nog iets weg heeft van een dichter, doet haar na twee jaar over aan een rondreizende koopman, midden vijftig en moddervet. Op die manier doet ze Marseille aan. Na een Oliver Twist-achtig voddenrapersverhaal lijkt het geluk haar middels een kinderloos boerenechtpaar toe te lachen. Maar ja, de Grote Oorlog – wederom veel te veel platte context – gooit geschiedenisroet in haar fijne gerechten. Haar adoptieouders sterven voordat ze meerderjarig is. Geldbeluste familieleden nemen de boel over en degraderen Rose opnieuw tot een hongerende keukenslaaf. Haar wraaklijst wordt langer en langer, haar pallet met gerechten wordt groter. De liefde duikt op in de vorm van de loonwerker Gabriel. De minderjarige Rose vlucht met hem. Ze kunnen onderduiken bij een oom van Gabriel, een antisemitische schrijver.

Na een paar jaar vereffent Rose met een paddenstoelengerecht een eerste schuld. De wraakengel kan een paar namen afvinken. Met het restant van het geld van de erfenis van haar adoptieouders opent ze een restaurantje in Parijs. En wie komt daar op driekwart van het boek over de drempel?

Himmler was de man die het vuile werk van Hitler opknapte, een verschrikkelijke vent die waar hij kwam dood en verderf zaaide. Toch boezemde de Reichsfuhrer-SS in eerste instantie vertrouwen in. Afgezien van zijn enorme achterwerk leek hij volkomen normaal, ik zou bijna zeggen menselijk, maar dat kan nu niet, nu we weten wat we weten. Ik meende zelfs in zijn blik een combinatie van respect voor en medeleven met ons Fransen te bespeuren.

Het beeld dat Giesbert schetst over de entourage van Himmler, een verzameling jaknikkers, de hoflach altijd paraat, is geslaagd, al blijft het altijd gevaarlijk om historische figuren een stem te geven. Vrijwel gelijktijdig duiken ook Simone de Beauvoir en haar Jean-Paul op in het restaurant. Gelukkig eten, roken en drinken die in eerste instantie voornamelijk. Vanwege haar kookkunsten en haar kruidenmengsels én omdat ze wil weten waar Gabriel en hun twee kinderen zijn gebleven – er is hem door journalistieke tegenstanders een Joodse identiteit aangesmeerd – gaat Rose met Himmler mee naar Berlijn.

In sneltreinvaart: een bezoekje aan Berchtesgarden, een ontmoeting met Hitler, een verkrachting, een kind dat wordt afgestaan aan Lebensborn, een tussenstop in Amerika en hop naar China. En aan wie ontkom je in die tijd ook daar bijna niet: het echtpaar Sartre-De Beauvoir. Rose laat zich gelukkig niet door de filosoof-schrijver verleiden.

Wat maakte het uit dat hij altijd op de verkeerde weg zat, zolang hij maar gefotografeerd werd. […] Hij sloeg onmiddellijk een andere weg in en zijn gevolg al kakelend met hem.

Dank, heer Giesbert. Rose ontmoet haar tweede grote liefde Liu, die uiteraard weer iets met Mao te verhapstukken heeft. En natuurlijk het onderspit delft. Komt Jean-Paul als bewonderaar van Mao op de wraaklijst?

Alle toevalligheden hebben bij Jonasson nog iets kolderieks, maar zijn in De kokkin van Himmler eerder heel vermoeiend. De geschiedenis is fijn chronologisch weergegeven, handig voor scholieren, maar het ontbreekt aan een zekere brille, aan een ‘je ne sais quoi’, dat fijne onbestemde, die onderliggende stem die voor een literaire ervaring zorgt.

Door het hele boek heen doet Rose aanbevelingen voor boeken die we zouden moeten lezen. Opmerkelijk als je bedenkt dat ze, naar eigen zeggen, nogal een gebrekkig verstand heeft, van zeer eenvoudige komaf is, het grootste deel van haar vroege bestaan als een slaafje heeft gewerkt en eigenlijk altijd uitsluitend bezig is geweest met overleven.

[…] in ons afgelegen gat ben ik natuurlijk van niets getuige geweest. De Geschiedenis komt altijd binnen zonder te kloppen en soms heb je nauwelijks door dat ze is binnengekomen. Behalve als ze over je heen walst, wat ons uiteindelijk is gebeurd.

De auteur steekt met deze leeslijst tot vervelens aan toe zijn neus in het verhaal. Samen met de geschiedenislessen doet het afbreuk aan de opbouw van het personage Rose en deflatteert bijvoorbeeld ook haar filosofietjes over de ouderdom.

Op mijn hoge leeftijd heb ik geleerd dat mensen na hun dood zich veel sterker laten gelden. Daarom is sterven niet verdwijnen, maar integendeel juist herboren worden in de hoofden van anderen.

In de achterin opgenomen kleine bibliotheek over dit tijdperk staat onder het kopje ‘Twintigste eeuw algemeen’ overigens wel de roman van Jonasson vermeld. Dat siert Giesbert. In gesprek over het te schrijven boek zegt een medewerkster van de boekhandel waar Rose haar schriftjes koopt:

De mensen zijn dol op alles wat honderdjarigen betreft. Dat is een markt die zich momenteel heel snel ontwikkelt, binnenkort zullen het er miljoenen zijn. Het drama met boeken over hen is dat ze geschreven worden door mensen die het niet serieus nemen.

Aan dit soort kwinkslagen, aan dit soort zelfspot ontbreekt het in De kokkin van Himmler. Wat constructie en dosering van de geschiedenis betreft is deze roman beter gelukt dan de eersteling van Jonasson. Maar het boek, de schrijver, neemt zichzelf te vaak te serieus. De wereld volgens Garp van John Irving blijft de beste exponent in dit subgenre. De honderdjarige man een goede tweede.

Guus Bauer

Franz-Olivier Giesbert – De kokkin van Himmler. Vertaald door Hien Montijn. De Bezige Bij, Amsterdam. 334 blz. € 19,90.