In de altijd lezenswaardige column die Tommy Wieringa schrijft voor de regionale dagbladen neemt de schrijver het vandaag op voor Perdiep Ramesar, de journalist die voor Trouw zijn dikke duim als bron mocht gebruiken. Wieringa kan wel begrip voor de rommelende journalist opbrengen, omdat hij in 1996 stage liep bij het toenmalige Nieuwsblad van het Noorden: ‘De prozaïsche werkelijkheid was me veel te min, ik was verdomme schrijver, het eenvoudige journalistieke handwerk interesseerde me zorgwekkend weinig.’

En dan komt Wieringa met een paar voorbeelden, waaronder

Nadat ik een brandje in de Lamanstraat had bezocht, schreef ik een nieuwsbericht onder de kop Schuim en as in de Dammanstraat – waarmee ik zowel Slauerhoff als Vestdijk in één zin vatte.

Een mooie anekdote, als hij waar zou zijn. Wie in het archief van het Nieuwsblad van het Noorden gaat rondzoeken ontdekt echter dat Wieringa niet in 1996, maar in 1994/1995 stage liep bij de krant. Slechts een enkele keer werd het nieuwsbericht gebracht met naam van de schrijver erbij, zoals bij ‘McDonalds in Herestraat bezorgt overlast aan buurt’ of ‘Bejaarden struikelend door museum’. Het artikel ‘Schuim en as in de Dammanstraat’ vinden we op de volgende wijze terug in het archief:

schuim en as wieringa

Vertrouw dus nooit een schrijver als hij schrijft over zijn verleden als journalist. Wieringa eindigt zijn stuk met het instellen van de ‘Pseudologicaprijs 2015’ voor schitterende fantasten en bedriegers. Het publiek mag nomineren. Wij zouden graag Tommy Wieringa als eerste willen nomineren.

(Het andere artikel dat Wieringa aanhaalt, een interview met een slager die aan het einde in huilen uitbarst uit compassie met de dieren, hebben we tot nu toe niet kunnen traceren in het archief.)