Ad den Besten, dichter en bloemlezer is op dinsdag overleden in zijn woonplaats Amstelveen, meldt het Reformatorisch Dagblad. ‘Het was geen wiegendood,’ schrijft Chrétien Breukers op Facebook. De Besten was lange tijd redacteur van De Windroos-reeks, die later door Breukers werd voortgezet. Naast zijn werk als redacteur, bloemlezer en vertaler, schreef Den Besten ook zelf, vaak christelijk georiënteerde, poëzie.

In Het ondergronds verwachten. Schrijvers en tijdschriften tussen 1941 en 1945 schrijft Piet Calis over de gymnasiast Den Besten die vier gedichten in het obscure blad De Schoone Zakdoek publiceerde en hij citeert:

Ad_den_Besten_(1968) Anefo Eric Koch
Ad den Besten (1968), Nationaal Archief Anefo / Eric Koch

Aankomend dichter

Ik had bericht: het vers was opgenomen…

En ‘k liep die morgen stoerder door de klas;

Een meisje dacht dat zij verkoren was

en poogde nader in contact te komen.

Om vier uur sprong de regen door de bomen

en spatte razend op mijn kalebas;

maar ‘k lachte spottend in een regenplas

en dacht mij ’t ideaal van meisjesdromen.

Dien avond reed mijn Simplex door de straten,

maar ìk zat toen allang weer op de maan.

De regen stond nog troebel in de gaten;

toen is mijn Simplex overstag gegaan…

… Ik zal er verder nu niet over praten,

maar ‘k heb mezelf nog nooit zo’n pijn gedaan.

Gerrit Komrij was niet zo erg te spreken over Ad den Besten,

de makelaar in christelijke verzen en anderszins gevoelvolle rommelzooi, Ad den Besten, de nimmer aflatende arenlezer, die het met ere verdient als volgt gehuldigd te worden:

Oh Den Besten, Poalhekke zonder benul,

Brenger van Esso’s Dichtersomnibus,

Prullencollectioneur en grote lul

Met poëzieballen vol windroospus!

Lees ook het uitgebreide in memoriam van Teunis Bunt.