Bette Westera en Sylvia Weve hebben samen de Woutertje Pieterse Prijs 2015 gekregen voor Doodgewoon. De prijs, waaraan een oorkonde en een bedrag van 15.000 euro is verbonden, werd daarmee voor de 28e keer uitgereikt. Doodgewoon is uitgegeven door Gottmer Uitgeversgroep. Jürgen Peeters besprak het boek voor Tzum.

Uit het persbericht:

De winnaars

Bette Westera (Doesburg 1958) ging na de middelbare school naar de Pedagogische Academie, om daarna in Leiden nog Psychologie te studeren. Vanaf 1999 publiceerde ze diverse kleuterverhalen, prentenboeken (vaak op rijm) en gedichtenbundels. Daarnaast schreef Bette Westera ook non-fictie, zoals Mijn lijfboek (2010, Gottmer) en is ze een veelgevraagd vertaalster van prentenboeken, zij vertaalde o.a. de beroemde boeken van Dr. Seuss. Bette Westera ontving in haar carrière al verschillende prijzen. Zo ontving zij in 2011 een Zilveren Griffel voor Ik leer je liedjes van verlangen en aan je apenstaartje hangen en in 2013 een Vlag & Wimpel van de Griffeljury voor Aan de kant ik ben je oma niet! Beide boeken maakte zij samen met Sylvia Weve. In 2014 ontving zij bovendien een Zilveren Griffel voor Held op sokken.

Sylvia Weve (Utrecht 1954) hield al van tekenen toen ze nog maar een klein meisje was. Na de middelbare school in Roosendaal en Apeldoorn, studeerde ze vormgeving aan de kunstacademie in Arnhem. Na haar afstuderen tekende ze voor verschillende opdrachtgevers. In 1980 debuteerde ze als kinderboekenillustratrice. Inmiddels heeft zij al meer dan honderd boeken geïllustreerd. Het werk van Sylvia Weve is sindsdien meermaals bekroond. Tweemaal won ze een Zilveren Penseel en in 1996 bezorgde haar expressieve tekenstijl haar de Prof. Pi-prijs voor illustratie. In 2013 ontving zij het Gouden Penseel voor haar illustraties in Aan de kant ik ben je oma niet! (Gottmer), dat zij eveneens samen met Bette Westera maakte.

De jury over het winnende boek (uit het juryrapport)

“Een groot thema pakken in poëzie en beeld, die opdracht gaven Bette Westera en Sylvia Weve zichzelf mee en het resultaat is Doodgewoon. Centraal in het boek staat de dood. En dat levensgrote thema wordt niet enkel behandeld, Westera en Weve gaan de dood te lijf, omarmen het, houden het op veilige afstand, geven het waarde, en maken het zich eigen, ook voor de lezers. Dat allemaal tegelijk in één groots boek. De taal is vormvast, de illustraties divers en zeer passend, kleurrijk en rijk aan beeldkracht, het samengaan van tekst en beeld is meesterlijk. Doodgewoon is een themaboek dat ons diep geraakt heeft.”

“Het steunt solide op een eeuwenlange literaire traditie. Het is ons bekend en toch weer niet, want dit boek laat zien dat binnen de grenzen van een vertrouwd huis er niettemin heel veel onbekende en verrassende plekjes zijn. De echo’s van het verleden en de traditie, brengen nieuwe geluiden mee, vertrouwde contouren leiden naar verrassende en verre inzichten, gevoelens en gedachten. De schrijver van dit literaire werk doet dat trefzeker en uitdagend, zacht mijmerend of puntig, maar altijd op lichte toon én met diepgang.

Maar de schrijver alleen had dit boek nooit kunnen maken. Er was ook een illustrator nodig, die op eenzelfde vanzelfsprekende manier humor met ernst verenigt, en wiens palet voldoende rijk is om de uiteenlopende aspecten van dit thema met kracht te vatten en te verbeelden. Anekdotisch, spits, reflectief en esthetisch zijn de sleutelwoorden voor woord en beeld in dit boek.”