Melodrama rond het sterfbed

De roman Een warme regen van Aya Zikken speelt zich af rondom een sterfbed: de schrijfster Sarah Portenet ligt dood te gaan, ze wil per se thuis sterven en wordt daarin bijgestaan door haar vriendin Sanne, ook een schrijfster. Honderdzestig bladzijden lang verhaalt Aya Zikken van de geleidelijke achteruitgang van Sarah Portenet en ze doet dat met een bijzonder oog voor de kleine menselijke details van het ziek zijn en het doodgaan: het verschonen, de ondersteek, de doorgelegen rug, de onverwachte en onbedoelde uitbarstingen van wanhoop en verdriet. Het geeft het gevoel dat de roman dicht op de huid van de lezer geschreven is en het is aan die intimiteit te danken dat ik Zikkens gedachtengang tot op de laatste bladzijde heb gevolgd. Voor het overige is Een warme regen namelijk een boek vol ongein en slordigheden, zozeer dat je je afvraagt of de schrijfster en de uitgever de drukproef wel gelezen hebben.

een warme regenZikken schreef haar roman ‘voor mezelf maar ook voor anderen (…) die, wie weet, hun eigen Sarah hebben’. De expliciete bedoeling te troosten is nobel, maar staat ook op gespannen voet met de idee van literatuur. Enige jaren geleden, toen stervensbegeleiding als onderwerp in de mode was, schreven bijvoorbeeld Cri Stelweg en Hanny Kiel erover. Juist omdat ze niet voor de vorm van de roman kozen slaagden ze beduidend beter dan Aya Zikken. Haar verhaal bedoelt naar het leven getekend te zijn en de enige vraag die zich voortdurend opdringt is waarom je dat in ’s hemelsnaam zou doen. Dat is te meer zo daar Zikken hopeloos met haar karakters in de clinch gelegen lijkt te hebben: nu eens wordt geprobeerd ze enige diepte te geven, dan weer zijn ze volstrekt karikaturaal.

Waar de aanwezigheid van de dood bij de meeste mensen tot schroom en schuchterheid leidt, is bij Aya Zikkens personages de exploitatie van het eigenbelang het resultaat. Rond het sterfbed opereert een aantal aperte idioten, veelal vroegere minnaars van de stervende, die dan ook nog namen als Victor de Rochebrune, Ton Mens (een goedzak, dat laat zich raden) en Bertolt Boeke hebben. De laatste gaat met Sarahs boekenverzameling aan de haal. De situaties die ze creëren zijn zo grotesk dat het beoogde drama al snel tot melodrama wordt, maar echt leuk is het niet. Bij gevolg verwordt het steunen en kreunen van Sanne over haar zware taak alras tot gezeur. Die intimiteit daargelaten, zou je haar uit de buurt wensen.

En dan. Tante, een oude dame, heet op blz. 49 mevrouw Vredeling en op blz. 139 mevrouw Portenet — een onbegrijpelijke blunder. Waarom zijn er de ‘connecties’ van een arts voor nodig om aan een ziekenhuisbed te komen? Gewoon het Groene Kruis bellen. Een mes die (blz. 48) moet een mes dat zijn. Op blz. 109 wordt Isabel ook als Isabelle geschreven. Speculeren op een verhouding tussen twee mensen die elkaar drie minuten kennen (blz. 59) is lekker romantisch maar ook ridicuul. Net als de suggestie dat de dood besmettelijk is: vlak voor Sarah sterft, sterven ook tante Jeannette en de hond Serber, vermoedelijk om Sarahs einde een extra dramatisch accent te geven. Zo ook raakt het laatste hoofdstuk dat Sarah nog op haar sterfbed heeft gedicteerd zoek, Bryonie (weer zo’n naam!) verliest het — onwaarschijnlijk, en in termen van constructie overbodig. Enfin. Het omslag van Zeno is erg mooi, al had het beter verdiend: mijn exemplaar van Een warme regen viel tijdens het lezen uit de band.

Anton Brand

Aya Zikken – Een warme regen Nijgh & Van Ditmar, Den Haag. 162 blz.

Deze recensie verscheen eerder in het Nieuwsblad van het Noorden, op 25 september 1987.