Als je maar hard genoeg rijdt, vlieg je terug in de tijd

In 2009 besloot ik mijn recensie van Geel gras, het debuut van Simon van der Geest als volgt: ‘Een puntgaaf geheel is het nog niet, maar ik geloof oprecht in het groeipotentieel van deze jonge auteur.’ Het bleek geen gratuite voorspelling, want zowel voor Dissus (2010) als Spinder (2012) mocht Van der Geest een Gouden Griffel ontvangen. Het schept alvast hoge verwachtingen voor zijn nieuwe roman, die de intrigerende titel Spijkerzwijgen kreeg.

spijkerzwijgenDe ouders van protagoniste Vonkie hebben dringend tijd nodig om ‘dingen op een rijtje te zetten’, dus wordt dochterlief tijdens de meivakantie bij opa op het platteland gedropt. Aanvankelijk verveelt Vonkie zich in deze oer-Hollandse setting van weilanden en polders, en ook het contact met de stugge grootvader, bijnaam Spijker, verloopt maar moeizaam: ‘Probeer een kromme spijker maar eens recht te slaan.’ Toch blijkt de oude man niet ongevoelig voor het verdriet van z’n kleindochter en troost hij Vonkie op z’n eigen onhandige manier. Spijker ontpopt zich als begenadigd verteller die uit een rijk gevuld verleden kan putten: met zes broers viel er altijd wel wat te beleven. Hoewel grootvaders verhalen vol onderlinge solidariteit en kameraadschap an sich overtuigen, worden ze te nadrukkelijk in de roman ingebouwd en onderbreken Vonkies relaas meermaals nodeloos. Spijkers gelukkige herinneringen staan in schril contrast met het heden: met z’n lievelingsbroer Buts heeft hij alle contact verbroken. Zijn sommige ruzies echt nooit meer bij te leggen, zoals haar grootvader beweert? Samen met achterneef Sven bedenkt Vonkie een gewaagd plan, waarin het verleden steeds meer opgerakeld wordt. Het leidt tot enkele doorleefde passages en een spannend intermezzo, maar de groots opgezette apotheose weet omwille van een resem toevalligheden niet te overtuigen.

De 12-jarige Vonkie blijkt een overtuigend karakter: ze is zowel bijdehante protagoniste als gevoelig kind. Van der Geest plaatst Vonkie en Sven als ondernemende kinderen lijnrecht tegenover de verstarde volwassenen, van wie het leven in een tijdelijke impasse is geraakt. Niet toevallig weet de jonge generatie een uitweg te bieden, al verloopt dat allemaal wat gladjes en niet altijd doordacht. Ondanks de fascinerende setting en het amalgaam aan verhaallijnen, komt Spijkerzwijgen onvoldoende tot leven. De nostalgische sfeer doet wat aan Biezel (Martha Heesen) denken, maar aan dat hoge stilistische niveau kan de auteur vooralsnog niet tippen. Van der Geests verteltempo is traag, stilistisch blijft het allemaal wat aan de oppervlakte. Zeker, de gevatte observaties en onderbouwde psychologische portretten uit eerder werk zijn aanwezig, maar het is allemaal wat minder doordacht. Schrijft van der Geest aanvankelijk nog suggestief proza, zo worden gevoelens en gedachten steeds vaker benoemd, symboliek hinderlijk uitgelegd. Van een getalenteerd auteur verwacht je dat hij meer zou doen met de intrigerende verhaalstof.

Jürgen Peeters

Simon van der Geest – Spijkerzwijgen. Querido, Amsterdam/Antwerpen. 256 blz. € 14.99.