Gisteren presenteerde de nieuwe uitgeverij Das Mag haar plannen: meer aandacht voor de auteur, luxe edities, gratis e-book bij het papieren boek en schrijvers krijgen meer betaald. Maar hoe vernieuwend zijn deze plannen? De Volkskrant interviewde enkele uitgevers en vroeg naar hun mening.

Mizzi van der Pluijm (Atlas Contact) zegt:

Ik heb een paar vragen aan Daniel en Toine. Ze schrijven dat ze een auteur vijftig procent meer gaan betalen. Maar vijftig procent waarvan, waarover?

Daarnaast vind ik hun idee zinnig om een boek en een e-book tegelijkertijd te gaan verkopen, wij experimenteren daar ook mee. Maar bij wet mag je dat alleen doen als je het niet apart verkoopt. Hoe gaan ze dat aanpakken, welke prijs gaat hun pakket krijgen? Kortom, ik ben nieuwsgierig.

Eric Visser (De Geus) zegt:

Een auteur niet tien maar vijftien procent betalen, zoals Dag Mag gaat doen, noem ik geen fundamentele vernieuwing, dat is onderdeel van de royaltystaffel in het standaardcontract na een bepaalde verkoop.

Daarnaast vind ik de kritiek van Das Mag op het e-book onterecht. Het is niet ingewikkeld om dat te downloaden maar wij vragen wel een redelijk bedrag voor een ebook. Wij vinden een ebook hetzelfde als een boek. Het enige verschil is dat het ene gedrukt is en het andere niet. De content is hetzelfde. Dat Das Mag het nu gratis weggeeft, vind ik bedenkelijk. Want je geeft iets weg dat niet alleen van de uitgever is maar ook van de auteur.

Joost Nijsen (Podium) zegt:

Wie de auteur een hogere royalty belooft, zal dat elders in de prijskolom moeten compenseren. Maar Das Mag belooft ook nog eens schitterende uitgaven. Hogere kostprijs. En twittervergoedingen en spectaculaire presentaties. Dat kan twee dingen betekenen: ze gaan bezuinigen op bedrijfskosten (bijvoorbeeld redactie- en promotiekosten, investeringen in nevenrecht-netwerken, of, ik knipoog even terug naar de opening, Buchmesse-kosten), of ze gaan hun geld ergens anders vandaan halen.

Dat laatste is ze gegund, maar dan gaan ze precies zo op de treeplank meereizen als ze al met hun tijdschrift en festivals deden. Want die leuke avonden konden alleen tot stand komen door genereuze medewerking van auteurs die voor hun optredens niet of nauwelijks vergoeding vroegen, van uitgevers die hen structureel gratis boeken ter beschikking stelden voor alle leesclubs, door betalende gasten, en tot slot door subsidies van onder andere het Letterenfonds.