In Lezen, een gebruiksaanwijzing. De wereldliteratuur in vijftig personages ontrafelt De Morgen-redacteur Dirk Leyman vijftig bijzondere literaire personages. Tzum mag alvast één romanpersonage publiceren, namelijk Victor Poort uit De avonden van Gerard Reve. Daarnaast mag Tzum van Uitgeverij Polis drie exemplaren van deze bundel weggeven.

Geef onder dit bericht aan over welk romanpersonage u graag meer zou willen lezen en win één van de drie exemplaren! Reageren kan t/m donderdag 24 december.

De voorpublicatie:

Viktor Poort

gebaseerd op Bob van Amerongen

Gerard Reve

De avonden (1947)

Tien naargeestige eindejaarsdagen uit het leven van de drieëntwintigjarige hoofdfiguur Frits van Egters. Daar had Gerard Kornelis van het Reve (1923-2006) in zijn navrante debuutroman De avonden (1947) genoeg aan om de lezer op te zadelen met een volstrekt illusieloos wereldbeeld. Reve geeft de grimmig-grappige conversaties van de eigengereide kantoorklerk veel neurotische trekjes mee en schiet de kleinburgerlijkheid deskundig aan flarden. Van Egters kun je een etter noemen, omdat hij niets liever doet dan zout op de slakken van het lichamelijke verval leggen (van zweetvoeten en kaalhoofdigheid tot pus). Zijn obsessie wekt onwillekeurig de lachlust op. Zelden is verveling met meer bravoure tot leven gewekt als in De avonden. Lang twijfelde de jury van de Reina Prinsen Geerligsprijs dan ook niet om Reve te bekronen, ze deed dat zelfs al toen het boek nog een manuscript was : ‘Dit is niet een willekeurige zielsgeschiedenis, maar het boek, dat uitbeeldt wat de tijd, die alle illusies vermoordde, de jeugd heeft aangedaan.’ Sommigen spraken zelfs van ‘mensonterend’ proza. Anna Blaman typeerde de kurkdroge doelloosheid van De avonden als het relaas van ‘een ziel in nood’. Het valt ernstig te betwijfelen of er na de Tweede Wereldoorlog een invloedrijker roman verscheen in de Ne

derlandse literatuur.

Reve, die opgroeide in een communistisch gezin, zette in De avonden zijn versmade ouders behoorlijk voor schut. ‘De sfeer in huis ervoer hij als beklemmend. Meer dan eens ontvluchtte de auteur de ouderlijke woning omdat het er voor hem niet te harden was’, aldus Guus van Bladel in 2008 op de website Nader tot Reve. In het bijzonder zijn vader kreeg het stevig te verduren. Bijvoorbeeld wanneer Frits hem in zijn hansop gadeslaat : ‘Ik kan zijn reet zien, dacht hij. De klep om te kakken staat open.’ Het is een rancune waarover later ook Gerards broer Karel van het Reve getuigde

tegenover Ischa Meijer: ‘Mijn vader was een aardige man. In De avonden wordt hij als een soort domme, dove lobbes getekend; een effect dat gemakkelijk bereikt kan worden wanneer je al het andere weglaat. Zijn geestigheid, zijn beroep, zijn achtergrond en geschiedenis komen in dat boek totaal niet aan de orde. Hij had net zo goed een gepensioneerde schoenmaker kunnen zijn, wanneer je De avonden leest.’ En volgens Karel – die als Joop van Egters opduikt in De avonden – flikte Gerard dat helemaal niet toevallig : ‘Dat is ook de truc die bij alle personages in dat werk wordt toegepast; van geen van die mensen wordt gezegd wat ze eigenlijk doen. ( …) Op die manier laat de schrijver die lui zich als een soort poppen bewegen ( …) Verder is alles in De avonden waar gebeurd.’ Reve zette het soms dik aan. Wie herinnert zich niet de legendarische scène waarbij de moeder bessensap voor rode wijn houdt? ‘Almachtige, eeuwige, ze dacht dat ze wijn kocht, maar het was vruchtensap. De lieve, de goede. Bessen-appel. Ze gaat bij het lezen met haar kop heen en weer. Ze is mijn moeder. Zie haar onmetelijke goedheid.’

Leyman

Maar niet alleen zijn dichte familie kreeg een flink aandeel in De avonden. Een cruciale rol was ook weggelegd voor verzetsman Bob van Amerongen (1924-2014) onder zijn alias Viktor Poort. Wanneer Poort, zijn vroegere klasgenoot op het gymnasium, bij Frits van Egters eens polst hoe het er thuis aan toegaat, antwoordt die : ‘Heel slecht, heel slecht, Viktor. Laten we de dingen bij hun naam noemen. ( …) Ik wacht, tot ze zich opknopen of elkaar doodslaan. Of het huis in brand.’ Poort alias Van Amerongen fungeert als een soort klankbord. In een interview met Ischa Meijer uit 1972 typeerde Van Amerongen op zijn beurt de toenmalige situatie ten huize Reve: ‘Die sfeer, daar thuis … soms loomheid, verdrietigheid. Een moeder die verdrietig was om drie mannen die, elk op hun eigen manier, moeilijk waren. Die moeder kon op een superieure manier schelden, kon ze aan ’t werk zetten door liefderijk snauwen.’ Van Amerongen, die op 12 mei 2014 op negentigjarige leeftijd aan alzheimer overleed, had een memorabele levensloop. Hij is in Nederland op de schouders getild als verzetsheld, hij studeerde klassieke talen om later rector aan een Haarlems gymnasium te worden, waar hij onder meer lesgaf aan de latere PvdA-politicus en voormalig Amsterdams burgemeester Job Cohen. Na de dood van zijn pleegzoon door drugs werd hij hoofd van een federatie voor alcohol- en drugspreventie. ‘Negentien jaar was Bob van Amerongen pas toen hij in 1943 onderduikadressen zocht en vond voor vervolgde Joden [in de verzetsgroep PP – Porgel en Perulan, DL]. Dat alleen al is imponerend’, schreef Het Parool na zijn overlijden. ‘En hij bracht ze niet alleen onder dak, hij zette samen met de vijf jaar oudere Jan Hemelrijk (1918-2005) een netwerk op zodat die onderduikers verzorgd werden en daarbij zetten ze ook nog een soort bureau op dat valse persoonsbewijzen produceerde.’ Van Amerongen raakte bevriend met Gerard via zijn assistente in het verzet Tini Israël, die de vriendin was van broer Karel van het Reve. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog kwam Van Amerongen regelmatig over de vloer bij Reve aan de Amsterdamse Jozef Israëlskade. Samen met Lucas van der Land (in het boek Jaap Elderer), Karel van het Reve (Joop van Egters) en Jan-Erik Romein (Louis Spanjaard) behoorde Van Amerongen tot een leesclub. Reve had de personages van De avonden zomaar voor het grijpen. En nog essentiëler : Poort reikte Frits van Egters in De avonden ook het boek De kleine neurasthenicus. Beknopte handleiding tot een ordentelijk leven van Herman Gerard de Cock aan, dat Reve bij Van Amerongen raadpleegde. Dit eigenaardige zelfhulpboekje uit 1922 gaf Frits niet alleen de munitie voor de bizarre fantasieën waarmee hij zijn omgeving teisterde. Van Amerongen: ‘Wat Reve intrigeerde was dat het over zenuwlijders ging, dat het iets moralistisch had, dat het gewild en ongewild humoristisch was, dat er aardige gedragsregels in stonden en zoveel anekdotische verhalen’, zo schrijven Wim Wennekes en Igor Cornelissen in Omtrent De Avonden (1981). De kleine neurasthenicus bevatte ook de titel voor Reves tot een mythe gekoesterde Het Boek Van Violet En Dood. Dat verscheen uiteindelijk pas in 1996, zij het met veel minder envergure dan was voorgespiegeld.

Wie?

Robert (Bob) van Amerongen was een voormalig verzetsman en is een van de sleutelfiguren in De avonden. Reve gebruikte nogal wat tics en kenmerken van personen in zijn omgeving voor zijn roman, onder wie vrienden en zijn ouders. Bob van Amerongen werd negentig jaar, hij was tweeëntwintig jaar in de laatste dagen van 1946 waarin De avonden zich afspeelt.

Fragment

‘Wat lees je ?’, vroeg hij, een klein boek met grijze linnen band van de schrijftafel nemend. ‘Dat moet je beslist lezen’, antwoordde Viktor, ‘daar zul je beslist veel plezier aan hebben.’ ‘De kleine zenuwlijder, handleiding tot een fatsoenlijk leven’, las Frits. ‘Je mag het nu wel lenen’, zei Viktor. Frits sloeg het dicht en stak het in zijn jaszak, haalde diep adem en nam afscheid. Toen hij buiten stond, bekeek hij de trottoirtegels, waarop fijne ijskristalletjes zaten. De lucht voelde vochtig aan, de wind kwam uit het noorden en was zwak. ‘Dat is misschien nul graden’, dacht hij, ‘dat zou kunnen.’

Dirk Leyman – Lezen, een gebruiksaanwijzing. De wereldliteratuur in vijftig personages. Polis, Antwerpen. 320 blz. € 24,95.