De Europese Literatuurprijs gaat elk jaar naar een boek dat in het Nederlands is vertaald. Vorig jaar won Jenny Erpenbeck met Een handvol sneeuw. De kans dat er dit jaar opnieuw een vrouw wint lijkt klein. De volgende boeken maken nog kans op de titel:

Alessandro Baricco – De jonge bruid, vertaald uit het Italiaans door Manon Smits

Bariş Biçakçi – Radeloos als we waren, vertaald uit het Turks door Hanneke van der Heijden

Michel Faber – Het boek van wonderlijke nieuwe dingen, vertaald uit het Engels door Harm Damsma en Niek Miedema

David Foenkinos – Charlotte, vertaald uit het Frans door Marianne Kaas

Michel Houellebecq – Onderworpen, vertaald uit het Frans door Martin de Haan

Régis Jauffret – Wereld, wereld!, vertaald uit het Frans door Rokus Hofstede en Martin de Haan

Cynan Jones – De burcht, vertaald uit het Engels door Jona Hoek

Tommi Kinnunen – Waar vier wegen samenkomen, vertaald uit het Fins door Sophie Kuiper

Andrus Kivirähk – De man die de taal van slangen sprak, vertaald uit het Ests door Jesse Niemeijer

Karl Ove Knausgård – Vrouw, vertaald uit het Noors door Marianne Molenaar

Javier Marías – Zo begint het slechte, vertaald uit het Spaans door Aline Glastra van Loon

Patrick Modiano – Om niet te verdwalen, vertaald uit het Frans door Maarten Elzinga

Lars Mytting – De vlamberken, vertaald uit het Noors door Paula Stevens

Oleg Pavlov – De aardappels en de staat, vertaald uit het Russisch door Els de Roon Hertoge en Paul van der Woerd

Katja Petrowskaja – Misschien Esther, vertaald uit het Duits door Wil Hansen (lees interview)

Robert Seethaler – Een heel leven, vertaald uit het Duits door Liesbeth van Nes (lees interview)

Colm Tóibín – Nora, vertaald uit het Engels door Anneke Bok

Sandro Veronesi – Zeldzame aarden, vertaald uit het Italiaans door Rob Gerritse

Kjell Westö – De Woensdagclub [e-book], vertaald uit het Zweeds door Clementine Luijten

Thomas Willmann – Het duistere dal, vertaald uit het Duits door Goverdien Hauth-Grubben