In zijn column in De Groene Amsterdammer houdt schrijver Gerbrand Bakker deze week een pleidooi voor het afschaffen van zo veel mogelijk literaire prijzen en wedstrijden. Bakker begrijpt niet waarom overal een wedstrijd van gemaakt moet worden.

Hij schrijft:

Ik zou eigenlijk best een pleidooi willen houden voor het afschaffen van zo veel mogelijk prijzen en wedstrijden. Er zijn altijd – altijd! – veel meer verliezers dan de ene winnaar; er is dus meer verdriet en teleurstelling en ellende dan blijdschap. Dat is niet goed, echt niet. Het is veel beter meer blijdschap te hebben dan verdriet en ellende en teleurstelling, al weet ik ook wel dat juist daaruit weer erg mooie dingen kunnen ontstaan, wat weer teniet wordt gedaan door géén verdriet en teleurstelling en ellende en aansluitend géén mooie dingen, omdat we nooit zullen weten wat we missen. Toch? Alle mooie dingen die niet gemaakt worden, kunnen we niet missen.

Hij vervolgt:

En er blijven genoeg mooie dingen over, die allemaal prima kunnen bestaan zonder er een prijs van vijftigduizend euro aan toe te kennen of te belonen met een beeldje of een bos bloemen. Mooie dingen bestaan denk ik zelfs veel beter zonder dat iemand er enige speciale aandacht aan besteedt.

De hele column is hier te lezen. In de Privé-domein Dienstreizen van een thuisblijver deed Maarten ’t Hart een paar jaar geleden een soortgelijke oproep. Hij had wel een andere oplossing dan Bakker: alle jury’s van literaire prijzen de wacht aanzeggen en de prijzen voortaan aan Grunberg geven.