De Vertaalengel en -duivel gaan dit jaar naar NRC-recensent Marco Kamphuis. Niet eerder won iemand beide ’trofeeën’. Kamphuis krijgt de ’trofeeën’ naar aanleiding van zijn recensie over de nieuwe vertaling (door Martin de Haan en Rokus Hofstede) van Marcel Proust zijn roman Swanns kant op. Die recensies deed nogal wat stof opwaaien.

De Vertaalengel wordt uitgereikt aan een persoon – een niet-vertaler – of een instantie die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor het vertaalvak, de kwaliteit van vertaald werk of de positie van de vertaler. De Vertaalduivel wordt toegekend aan een persoon of instantie als uitnodiging om iets te doen of na te laten in het belang van het vertaalvak en/of de vertaler.

In zijn recensie ‘Kletspraatjes op de thee bij Swann’ over de nieuwe Proustvertaling van Martin de Haan en Rokus Hofstede, gaf Marco Kamphuis het boek vijf sterren en de vertaling slechts drie in NRC Handelsblad. Hij vond de vertaling ‘een beetje slordig’ en in het stuk hekelt hij enkele ‘onzorgvuldigheden’.

De jury is van mening dat deze kritiek met te weinig voorbeelden was onderbouwd en vindt een kleine Vertaalduivel daarvoor op zijn plaats.

De vertalers reageerden geprikkeld op opmerkingen van Kamphuis, waarna de recensent zijn beschuldigingen introk: ‘Dat het boek knap vertaald is, houd ik staande. Dat er sprake van slordigheden is, trek ik in. Als hier iemand slordig is geweest, ben ík dat.’

De jury zegt hierover:

Moedig omdat er lef voor nodig is om in een grote krant ongelijk te bekennen en nuttig omdat zijn reactie op het weerwoord van de vertalers als nieuwe bijdrage kan dienen aan het denken en spreken over wat vertalen – en het bespreken van vertalingen – eigenlijk is of zou moeten zijn. De hem toebedachte Vertaalduivel heeft hij dus eigenhandig in een Vertaalengel omgezet.