Op 4 maart is vertaalster Thérèse Cornips overleden. Ze is vooral bekend geworden door haar vertaling van Op zoek naar de verloren tijd van Marcel Proust. Zij vertaalde ook andere auteurs, zoals Jules Renard, Truman Capote en Herman Hesse. Cornips is 89 geworden. Uit de rouwadvertentie in NRC Handelsblad blijkt dat de crematie al heeft plaatsgevonden.

In een interview met Zuiderlucht uit 2010 vertelde ze over de slechte honorering van haar werk:

Ik verdiende het zout in de pap niet. In die jaren bestond nog geen vertalerssubsidie, je kreeg anderhalve cent per woord. Omdat Maarten ’t Hart een Proustvriend was, heeft hij mij een tijd gesubsidieerd met 500 gulden in de maand.

In de Nederlandse literatuur leeft het anagram van Cornips ook voort in de titel van de bundel Spinroc van dichter Chr. J. van Geel. Zij was lang de partner van Van Geel en ook een van de mensen die commentaar op zijn werk leverde.

Vorig jaar verscheen van Guus Middag het boek Met een bevroren jas en een geleend tientje dat aan haar gewijd was.

Rokus Hofstede, die – samen met Martin de Haan – bezig is aan een nieuwe vertaling van Proust herdenkt Thérèse Cornips hier.