Nagekomen bericht

Het was bijzonder druk op het feestje in de Amsterdamse stadsschouwburg ter ere van de opening van de Boekenweek 2016. Je werd bijkans vastgepind in de gangen. Waren er – op het gevaar af volgend jaar zelf uitgedund te worden – soms een paar honderd mensen meer uitgenodigd in verband met het bereiken van de (voorheen) pensioengerechtigde leeftijd van het bal? Een mevrouw zong nummers van Edith Piaf en voor de specialiteitenbar stond het tien rijen dik. Men schonk een flinke bel met gin-tonic. U begrijpt het al, het thema van dit jaar was ‘Duitsland’. Zo rond twaalven werd het tijd om af te taaien, maar toen dook de leukste boekenbal van allemaal op: Anton de Goede.

Aangezien wij elkaar reeds kennen uit het Sjaak-Asselman-tijdperk bij Athenaeum boekhandel, pakweg vijfendertig jaar geleden, moest er nog wat gekeuveld en gebierd worden. (Miniflesjes Heineken, twee muntjes, Duits witbier, drie muntjes à raison van 1 euro 30 per stuk. De hand van De Goede losjes steunend op de buste van een actrice die verdacht veel op Harry M. leek. Van brons welteverstaan. Heb je die nog meegenomen, Anton?)

Er werden wat onlangs verschenen boeken besproken alsook entlang schrijdende dames en heren. Er hing wat verbazing in de lucht over de vele ontbrekende schrijvers. Het toegangsbeleid blijft gehuld in ‘belangennevels’. Waar menig doorgewinterde tien-roman-tikker ontbrak, hadden medewerksters van de CPNB kwistig hun vriendinnen bedeeld met de zo begeerde kaartjes. Leerlinge M. van de Schrijvers Vakschool Amsterdam kon – het is haar natuurlijk gegund – op deze wijze het theater ook een keer meemaken.

Anton was op dreef, pleitte voor een nieuw mediaplatform voor alternatievelingen, daarbij hard in mijn borst prikkend. De VPRO is in zijn ogen toch te groot geworden om het geluid van de ondergrond nog goed te kunnen weergeven.

‘Zit er in jouw boek eigenlijk een radioverhaal?’

‘Volgens mij moet jij weten van een documentaire voor de NTR.’

‘Ben jij dan “de persoon die ik ken en die een bijzonder verhaal heeft”?’

Ruim een uur later rukte ik met introducé Peter een van de decoraties van de wand. Met een groot bord met Marlène’s beroemdste zin: ‘Ich bin von Kopf bis Fuss auf Liebe eingestellt’ onder de arm liep ik de Overtoom af in de richting van mijn ophaalplek op het Surinameplein. Af en toe liet ik terloops de tekst aan groepjes jonge studentes zien, maar er waren alleen nog net niet agressieve vuurtjesvragers geïnteresseerd en iemand die hoognodig een vijfje nodig had om de trein naar huis te kunnen betalen. De berovings-plat-zak-truc. Ik gaf hem de toegangskaart van het bal en de twee resterende consumptiemuntjes.

Daags daarna hervatte ik de, frisser dan waarschijnlijk menigeen, mijn tournee ‘Koekje-in-ruil-voor-een-verhaal-over-een-boekje’. Met een schaal Verkade door boekhandels struinen en wildvreemde bezoekers aanschieten in gevecht met de desinteresse. Een niet onaardig slagingspercentage, dankzij jarenlange ervaring in de advertentie- en effectenverkoop. Dat kost veel energie, maar een paar fijne gesprekken vullen het reservoir uiteindelijk weer zo goed als aan.

De documentaire bracht onlangs een bescheiden commotie teweeg, cumulerend in een stuk in Trouw gisteren en een column van Arjen Fortuin in NRC Handelsblad afgelopen vrijdag. Daarin legt hij voor eens en altijd in enkele zinnen klontje klaar de regels van het literaire spel uit. Er zijn geen regels! Tussen neus en lippen noemt hij Vogeljongen ‘een mooie roman’. Wilt u dit nader toelichten? Op papier graag! Gesterkt door deze fijne flarden publiciteit, ga ik de nieuwe week in. Naast optredens in boekhandels en bejaardenhuizen ga ik ook zadelhoesjes plaatsen op de fietsen van leerlingen van de school (Hageveld te Heemstede) die in de roman voorkomt. ‘Ideaal voor de leeslijst. In amper twee uur uit. Bevat explosief materiaal over Hageveld.’ De sectie Nederlands antwoordt namelijk niet op mails, brieven en bij de receptie achtergelaten post met de suggestie om een keer een vrolijke lezing te komen houden.

Guus Bauer