Meticuleus. Acribisch. Lapidair.’ Drie woordjes die interviewster Rinskje Koelewijn moest opzoeken toen ze het boekje Een duister voorgevoel van Cees Nooteboom las. Nooteboom reageert volgens haar wat wrevelig:

‘Er zijn van die sites waarop je kunt lezen wat mensen van je werk vinden. Staat er een bericht van een meisje, ik denk middelbare scholiere, die Rituelen las. Gadverdamme, stond er. Vijf keer moest ze een woord opzoeken. Zelf een woord als kazuifel kende ze niet.’

Waarschijnlijk doelt Nooteboom op het boekverslag van ‘Ilona’ uit 3 VWO op Scholieren.com waarin zij stelt:

Het taalgebruik was soms wel lastig, er stonden een aantal moeilijke woorden in (deze heb ik opgezocht in het woordenboek), zoals kazuifel: misgewaad en requiemmis: dodenmis. Van deze woorden (en nog een aantal meer) had ik tot nu toe nog nooit gehoord, en het is erg vervelend om steeds je woordenboek erbij te moeten pakken om deze woorden op te zoeken als je net lekker aan het lezen bent. Door deze moeilijke woorden heb ik over dit boek veel langer gedaan dan over een ander soort boek, dat veel dikker was. Ik kon door deze moeilijke woorden ook mijn aandacht niet goed bij het verhaal houden.

Het woordje ‘Gadverdamme’ konden we niet vinden. Wel vond Ilona, voor wie het boek duidelijk te hoog gegrepen is, Rituelen ‘saai’ en de personages vreemd en apart.

Het gesprek met Nooteboom staat in NRC LUX en zet in terzijdes de schrijver continu te kakken als een ijdele en zelfingenomen man. Zo gaat de schrijver op zoek naar zijn eigen boeken in het Ambassadehotel, drinkt hij ‘een niet-snobistisch glas wijn’ en staat het stuk vol citaten die benadrukken wat Nooteboom juist wil ontkennen:

Hij wil niet onbescheiden overkomen, hij weet welke indruk men soms van hem heeft, maar hij kan toch moeilijk ontkennen dat hij over de grens zalen vol mensen, jónge mensen, treft die zijn werk zeer waarderen.

Schrijver Jamal Ouariachi reageert op Facebook:

Ach, je maakt een grapje. Nee, het staat er echt, ik meen het. Hier. Het is écht waar dat NRC Handelsblad-medewerkster Rinskje Koelewijn in een interview met Cees Nooteboom zegt: “Ik beken dat ik in het toch niet zo erg dikke boekje – met 75 bladzijden is het meer een essay – toch zeker drie woorden heb moeten opzoeken.” Het verongelijkte PVV-gevoel dat er uit zo’n zin spreekt. Tss! Slechts 75 pagina’s! En dat noemt meneer de Grote Schrijver een Boek! En dan óók nog moeilijke woorden gebruiken…! Rinskje Koelewijn, mensen. Onthoud die naam. Zodat je weet wanneer je een interview moet weigeren.