De haiku’s van de postbode

Je hebt eigenlijk maar één goed uitgangspunt, één aansprekend idee nodig om zaken van levensbelang aan de orde te kunnen stellen. In De eenzame postbode van de Canadese schrijver Denis Thériault (1959) stoomt de postbode Bilodo stiekem in de avonduren andermans brieven open, om ze een dag later alsnog te bezorgen. Er wordt zo het lijkt geen schade berokkend, niemand heeft er tenslotte weet van. Bilodo fleurt er uitsluitend zijn doorsneeleven mee op, bevredigt zijn nieuwsgierigheid. Een leven waar hij overigens best tevreden mee is. Hij is een leunstoelreiziger, een leunstoellever, iemand die op z’n best functioneert met een strak schema.

theriault-postbodeMaar op een gegeven moment raakt hij in de ban van de correspondentie tussen Ségolène, een vrouw uit Guadeloupe, en de dichter Gaston uit zijn eigen Canadese stad. Ze sturen elkaar briefjes met uitsluitend een haiku. Bilodo is jaloers op de dichter, bezorgt wel de brieven – hij is immers plichtsgetrouw – maar cijfert hem steeds meer weg. Hij maakt zichzelf wijs dat hij de ontvanger is, kopieert een foto van Ségolène en zet die op zijn nachtkastje. Hij is hopeloos verliefd op haar geworden. Een illusie kan heel bevredigend zijn, maar iets dergelijks moet haast wel boven je hoofd gaan groeien.

Wanneer de dichter te laat is met het posten van een brief, rent hij de straat over naar de postbezorgers en ziet daarbij een vrachtwagen over het hoofd. Hij sterft onder de ogen van Bilodo, die in paniek raakt omdat er een einde dreigt te komen aan de briefwisseling met de vrouw uit Guadeloupe. Hij breekt in de woning van de dichter in, verzamelt er haiku’s en neemt de originele foto mee naar huis. Maar wat staat hem te doen? Hij is beslist niet poëtisch aangelegd. Dat denkt hij althans. Wanneer hij er in slaagt om het huis van de dichter te huren, inclusief de Japanse nihilistische inboedel, groeit hij langzaam in zijn rol, wordt hij de dichter. Zal zijn lot soms identiek zijn?

De eenzame postbode is een zuiver geschreven verhaal, een volmaakte cirkelvertelling. Geen woord te veel, soepel, natuurlijk, een aangename cadans. Teder en krachtig tegelijkertijd net als een haiku. Thériault gebruikt milde cliffhangers, die natuurlijk vermoedens aanwakkeren, die fijntjes worden bevestigd, maar eerder voor de schrijver bedoeld zijn dan voor de lezer. Thériault is een meester van de kleine ‘twist’. Weet de scènes met een enkele regel lichtjes uit balans te brengen. Maar de roman zelf is volledig rond.

Voordat Ségolène in zijn leven kwam kende Bilodo eigenlijk de eenzaamheid niet echt. Hij heeft het zichzelf aangedaan, maar had het evengoed niet willen missen. De onvermijdelijke draaikolk van de zelfinflectie. Thériault weeft heel subtiel een vrouw van vlees en bloed door het verhaal. Deze Tanja staat achter de balie van het restaurant waar de postbodes eten. Ze is verkikkerd op Bolodo. Zij kan hem redden, maar dat realiseert hij zich nauwelijks. Bolodo, Gaston de tweede, verdenkt de nieuwe postbode dat hij stiekem brieven achterhoudt. Het verleden herhaalt zich. En dan kondigt Ségolène een bezoek aan. Zal de weg dood lopen? Het is werkelijk genieten van de ‘fijne musculatuur’ van dit proza.

Guus Bauer

Denis Thériault – De eenzame postbode. Vertaald door Gertrud Maes en Martine Woudt. Meulenhoff, Amsterdam. 142 blz. € 17,99.