Menselijkheid in de hedendaagse wereld

Wat is de betekenis van het menselijke bestaan in een wereld waarin technologie en media zeer dominant zijn? Deze diepgaande vraag onderzoekt de Amerikaanse schrijver Don DeLillo in zijn nieuwe boek Nulpunt, een indrukwekkende roman over menselijkheid, dood en identiteit in de hedendaagse wereld.

Don DeLillo is de auteur van een aantal toonaangevende romans, waaronder de moderne meesterwerken Witte ruis en Onderwereld, over de invloed van de media en technologie op het persoonlijke leven. Deze thematiek, die als een rode draad door zijn oeuvre loopt, behandelt DeLillo ook in zijn nieuwe roman Nulpunt.

In Nulpunt bezoekt ik-verteller Jeff Lockhart de faciliteit van ‘Convergentie’, een onderneming waar zijn puissant rijke vader Ross in heeft geïnvesteerd. Artis, de stiefmoeder van Jeff, is ongeneeslijk ziek en haar plan is om met behulp van de technologie van de Convergentie zich te laten invriezen. Het gaat om het behoud van de geest én het lichaam, zodat beiden bewaard blijven en terugkeren. De technologie zou zorgen voor een beter en werkelijker leven na de dood, zodat Artis de wereld kan waarnemen zoals deze werkelijk is en dat ze haar echte identiteit bereikt. Nu kan dat namelijk niet, zegt ze tegen Jeff: ‘Ik voel me kunstmatig mezelf. Ik ben iemand die geacht wordt mij te zijn.’

Ross en Artis geloven in de technologie van de Convergentie en de apocalyps die wordt gepredikt, terwijl Jeff sceptisch is. Ross noemt het een waarheidsgetrouwe versie van een religie, maar Jeff beschouwt het als een cult. Ross’ geloof gaat zelfs zo ver dat hij ook van plan is zich te laten invriezen terwijl hij kerngezond is.

delillo nulpuntNulpunt is een roman over de vraag naar het menselijke. Het is de confrontatie met de Convergentie waardoor Jeff wordt gedwongen hier antwoord op te geven. In het tweede deel van de roman, als Jeff weer terug is New York, citeert hij de filosoof Martin Heidegger: ‘Alleen de mens bestaat. Stenen zijn, maar ze bestaan niet. Bomen zijn, maar ze bestaan niet.’ De mens bestaat omdat hij, middels taal, antwoord kan geven op de vraag wie hij is, daarnaast krijgt het bestaan inhoud door de tijd. Maar wat betekenis verschaft – taal en tijd – is tevens de begrenzing van het leven. Wat de medewerkers van de Convergentie beschouwen als oppervlakkig – pijn, onwetendheid, onzekerheid en tijdelijkheid – zijn juist de belangrijkste betekenisdragers van het bestaan.

Voor Artis is de technologie een hulpmiddel om de grenzen op te rekken en te slechten, zodat ze haar werkelijke identiteit kan bereiken. Terwijl zijn stiefmoeder en zijn vader zich voornamelijk bezighouden met de toekomst en het mogelijke, richt Jeff zich op het concrete aangezien hij de technologie als een obstakel beschouwt. Als hij gaat joggen gebruikt hij niet de app die zijn stappen telt: ‘Ik telde zelf, dag in dag uit, stap voor stap, tot in de tienduizenden.’

Op zoek naar het werkelijke leven is Ross ‘een gefingeerde man’. Dat heeft te maken met het feit dat hij zijn blik enkel richt op de toekomst, maar identiteit wordt gevormd door het verleden. Zo denkt Jeff:

Het leven wordt door alledaagse momenten gevormd. (…) Ik verslind de miezerige details van het verleden en weet wie ik ben. Wat ik eerder niet doorgrondde is nu duidelijker, opgeborreld door het filter van de tijd, een ervaring die aan niemand anders toebehoort, in de verste verte niet, aan geen ander, wie dan ook, nooit.

Wetenschap en technologie worden geloof en door te proberen de grenzen van het menselijke op te rekken ontstaat niet een werkelijkere mens, maar een virtuele figuur. Door deze representatie ironiseert DeLillo de belangrijkste ideeën van de Convergentie en kan hij voorzichtig antwoord geven op de vraag wat het betekent om mens te zijn. De ironie is alleen gericht op de ideeën van de Convergentie, niet op de personages die hierin geloven; het geloof van Artis en Ross in de technologie is het begrijpelijke verlangen om angst en onzekerheid te bezweren. Deze evenwichtige compositie zorgt voor nuance; een mooie combinatie van gevoel, idee en kritiek.

De stijl van de roman is kaal en onopgesmukt, maar zeer fijnzinnig. Het zwart van de letters is even belangrijk als het wit tussen de woorden en regels. Door de stilistische subtiliteit is Nulpunt een krachtige meditatie over leven, dood en identiteit in een door de technologie gedomineerde wereld.

Net als in zijn beste romans maakt DeLillo in Nulpunt de complexe, moderne tijd inzichtelijk. Geen hedendaagse schrijver kan de contemporaine wereld zo helder en genuanceerd ontvouwen als hij. DeLillo verschaft ons geen nieuwe inzichten in de tijdloze existentiële vraagstukken, maar dat is geen vereiste voor kwaliteit. Goede romans als Nulpunt maken ons namelijk subtiel bewust van wat we eigenlijk al weten.

Koen Schouwenburg

Don DeLillo – Nulpunt. Vertaald door Jan Fastenau. Ambo Anthos, Amsterdam. 302 blz. € 21,99.

Deze recensie verscheen eerder in het Friesch Dagblad van 11 juni 2016

Nulpunt werd eerder op Tzum besproken door Wiebren Rijkeboer.