Tim Hofman

Er is niet zo vaak poëzie bij De Wereld Draait Door, dus als er een heel item wordt besteed aan een dichtbundel dan is er iets bijzonders aan de hand. Er was een Bekende Nederlander aan het dichten geslagen. Tim Hofman, presentator van programma’s waar ik nooit naar kijk, maar een aardige gozer met het hart op de juiste plaats. Op voorhand waren er al elfduizend exemplaren van zijn bundel verkocht, een hoeveelheid waar de meeste dichters een leven lang over doen.

Na afloop zag ik juichende tweets. Docenten zagen een dichter die hun leerlingen weer aan het lezen zou krijgen, ouders zagen hun kroost opeens met belangstelling kijken naar poëzie. Het enige wat je op het item kon tegen hebben waren de gedichten zelf. Zelden zo’n hoeveelheid clichés, rijmelarij en knutselwerk bij elkaar gehoord. Zijn grootste voorbeeld was Nico Dijkshoorn.

Hofman eindigde met een invoelend gedicht over een ex-vriendin die anorexia had: getiteld ‘Mijn ex-vriendin had last van anorexia en ik had daar last van (fictie)’. Alles wordt benoemd:

Werpt een holle blik naar mij,
voelt voor beiden veel te vol
van honger of verdriet, gezicht
uit zicht, zo eist de tol.

En als de ik zijn zieke vriendin in de steek laat, dat zal ook wel door die eisende tol komen, eindigt het gedicht met regels quasi-diepzinnigheid gevat in een woordgrapje:

‘Ga je bij me weg?’ Ik zei
‘Ik kan niet meer. Ben leeg.
’t Is niet zozeer jouw gewicht,
maar wat je ziekte weegt.’

Want Hofman is ook bekend van grapjes. Op Twitter bijvoorbeeld maakte hij ooit de grap: ‘dat je dan als pubermeisje met een eetprobleem op een zelfhulpsite voor Anorexia komt en eerst de coockies moet accepteren. bot vind ik dat.’ Dat is natuurlijk geen gedicht. Maar als je een paar woorden onder elkaar zet, dan lijkt het er al gauw op:

Bijzonder hypochonder

huisarts
afgebeld

heb
me ziek
gemeld

Ik ken tientallen jonge dichters met meer talent dan Tim Hofman, maar ja, die presenteren geen tv-programma’s. Die hielden op Facebook en Twitter hun kaken stijf op elkaar, wellicht bang dat ze van afgunst beschuldigd zouden worden. Of erger: dat ze elitair zouden zijn. En wie weet staan ze binnen de kortste keren samen op een podium, waarbij hij het publiek binnenhaalt dat naar jou komt luisteren. Volgende week zondag interviewt Joost Oomen Tim Hofman, dat is toch een beetje alsof Max Verstappen mij komt interviewen over autorijden.

Een dag eerder was er ook al poëzie in de uitzending. Weer een BN’er, Jett Rebel, een zanger die onlangs een pop up-museum kreeg in Groningen. ‘Ik wou gewoon een klein stukje van mezelf laten zien, wat nog nooit iemand had gezien.’ Hij presenteerde zijn nieuwe album bij DWDD en droeg (op 6.14 in het volgende filmpje) ook een gedicht voor van een klein papiertje. Ik heb er zelf maar strofen van gemaakt.

Superpop

Het is als de storm op zee
die het schip eindelijk vaart geeft

de zon die de oogst
eindelijk doet slagen.

Het is mysterieus
en zet je aan het denken

en tevens een antwoord op al jullie vragen.

Het is het beste wat ik tot nog toe heb gemaakt,
maar het is vast niet het beste wat ik zal maken.

Het is een heel hard album,
maar mijn pik is nog harder.

In de uitzending waarin Tim Hofman te gast was hoorde ik wel één goed gedicht. Het was geschreven door Annie M.G. Schmidt. Ellen ten Damme zong ‘Het is over’ dat gaat over een vrouw die haar man naar een jongere minnares ziet gaan. Het lied raakt alle emoties: boosheid, melancholie, verdriet en liefde. Ik breek altijd bij het gedeelte ‘Nu geef ik net als in m’n jeugd / m’n speelgoed aan een ander kind’ en dat eindigt met ‘Maak het niet stuk.’

Annie M.G. Schmidt stopte ooit met het schrijven van poëzie na een vernietigende recensie van Adriaan Morriën. ‘Huishoudpoëzie’ noemde hij het en hij kraakte alles.

Bekijkt men haar werk met het roofdierenoog van de gedresseerde kritikus, dan vindt men weinig dat stand houdt! Annie M.G. Schmidt heeft voor haar ontboezemingen niet een overrompelende originele vorm gevonden, zoals Kees Stip die bijvoorbeeld wel gevonden heeft. Haar teksten zouden even goed in proza geschreven kunnen zijn, als ‘impressies van een simpele ziel’, terwijl dat van de gedichten over dieren van Kees Stip onvoorstelbaar is. Annie M.G. Schmidts gedichtjes zijn over het algemeen erg schematisch. De rhythmiek is een beetje stijf, de rijmtechniek op enkele uitzonderingen na erg gewoon en zwak. Het enjambement wordt meestal onhandig toegepast. Er zijn herhalingen, overbodig gebruik van woorden, nutteloze uitweidingen, teneinde de regels overeenkomstig net schema vol te maken. De taal zelf is niet gekoncentreerd genoeg. Het zijn dan ook geen ‘echte’ gedichten. Het is ‘huishoudpoëzie’, konversatie op rijm, dichterlijke konference van een vrouw die de toon, de gevatheid en de speelse fantasie van de vriendinnenkring tot ons hele volk heeft uitgebreid.

In de bloemlezing van Ilja Leonard Pfeijffer is Annie M.G. Schmidt opgenomen met twaalf gedichten/liedteksten. ‘Het is over’ is een van die twaalf gedichten. Uiteindelijk oordeelt de tijd.

Coen Peppelenbos

Deze column stond eerder in een iets kortere vorm in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 21 januari 2017.