Fysieke en mentale checkpoints

In Checkpoint bespreekt Jean-Christophe Rufin de missie van Maud, Lionel, Vauthier, Alex en Marc; vijf Fransozen die met twee vrachtwagens vanuit Frankrijk op weg zijn naar Bosnië om humanitaire hulp te verlenen: ‘En daar, in Bosnië, wachtte de oorlog.’

Na een aantrekkelijk proloog start hij met het werkelijke verhaal. De eerste paar pagina’s van Checkpoint neemt Rufin de ruimte de omgeving en de uiterlijkheden van de personages gedetailleerd weer te geven. Vanuit Maud laat hij toont hij de lezer het troosteloze oorlogsgebied:

De versperring had de grijze en bruine kleuren van het landschap. Ze bestond uit een intriest allegaartje: twee autowrakken van Sovjet-Russische makkelijk lagen naast elkaar op hun kant. De schuilhokjes aan weerszijden waren opgetrokken uit oude balken en takken. Gescheurde stukken landbouwzeil waren op ijzeren staven gespannen.

Wanneer het vijftal verder in het oorlogsgebied komt, wordt de groep geconfronteerd met zogeheten checkpoints – plaatsen waar de lading gecontroleerd wordt. Dan blijken de vrachtwagens niet louter voedsel, kleding en andere hulpmiddelen te bevatten. Alex en Marc hebben de lading voorzien van sloopexplosieven om, naar eigen zeggen, vluchtelingen in een mijn in leven te kunnen houden. Tevens worden de verschillende missies van de Fransen duidelijk. Waar Maud komt om hulp te verlenen, lijken Marc en Alex hun soldatenverleden niet opzij te kunnen schuiven. Langzaam maar zeker komt de essentie naar voren: kun je volstaan met alleen humanitaire hulp in een tijd waarin terreur en geweld regelmatig toeslaan in het hartje van Europa?

Rufin hanteert zeer zeker een interessant thema, dat de gemoederen bezighoudt in een wereld waarin de brandhaarden als groeien als kool. Echter, de manier waarop hij dat doet, blijkt niet geheel effectief. Goedgekozen is de symbolische verplaatsing van de brandhaard naar Bosnië. Het stelt de lezer in staat te reflecteren en emotioneel afstand te nemen van de situatie. Rufin zet echter met Maud en Lionel aan de ene kant en Marc en Alex aan de andere kant een bijna kluchtachtig begin van een verhaal neer: simpel opgezette ruzies voeren zo hier en daar de boventoon en ook het relatieverloop lijkt in het begin niet meer dan simpel en oppervlakkig. Door er een criminele actie in oorlogstijd aan toe te voegen scoort de auteur makkelijk als het gaat om het aanbrengen van suspense. Ergerniswekkend daarbij is personage Maud. Haar goedgelovigheid, haar naïviteit en haar simpelheid zijn onnatuurlijk en verdienen zeer zeker geen medaille:

Zij, die op de vlucht was voor haantjesgedrag, had de indruk dat ze terecht was gekomen in het land waar het machismo de alleenheerschappij uitoefende.

Bovendien is ook de opbloeiende romance met gepaard jaloeziegedrag in het verhaal misplaatst: het leidt af van de daadwerkelijke thematiek en doet zeer gemaakt aan.

Gelukkig wordt het verhaal sterker wanneer blijkt dat de sloopexplosieven militaire springstoffen blijken te zijn. De groep splitst zich en er ontstaat een jager-prooi-idee. Meer en meer wordt het hulpkonvooi een politiek konvooi waarbij familieverhalen en sociale achtergronden een grote rol spelen. Rufin maakt opnieuw plaats voor gedetailleerde beschrijvingen, ditmaal van achtergronden van personages. Op die manier maakt hij de mannen tot mens en creëert hij enige diepgang. Alle personages kun je hierdoor wellicht íets beter begrijpen, behalve Maud.

Tegen het einde van Checkpoint lijkt opnieuw macht, eer en roem boven de daadwerkelijke hulpverlening te gaan. Rufin stipt belangrijke punten aan: in hoeverre helpt louter humanitaire hulp in oorlogstijd? Kun je je eigen doel opzij zetten en slechts ondersteunen? Zijn eigen ervaring, de ervaring bij de mijn, probeert hij daarin centraal te stellen. Helaas heeft dit niet het gewenste effect. Checkpoint blijft lange tijd een ogenschijnlijk simpel verhaal met onbegrepen wendingen. De symbolische mijn blijft onderbelicht. De goedgevonden versplintering tegen het einde, met een wellicht clichématig slotakkoord, is symbolisch, maar verliest kracht door het eerder gevormde verhaal.

Marloes Otten

Jean-Christophe Rufin – Checkpoint. Vertaald door Katelijne de Vuyst. De Bezige Bij, Amsterdam/Antwerpen. 302 blz. € 22,99.