Een zwarte bladzijde uit de culinaire geschiedenis noemt hij het. Abdelkader Benali wijst op een boek dat opengeslagen wordt getoond op de tentoonstelling Ik kook, dus ik ben die vandaag in het Wereldmuseum in Rotterdam is opengegaan voor het publiek.

In het boekje dat in 1845 in Rotterdam het licht zag, geeft een zekere dokter Mulder voedingsadviezen ‘voor den negers in Suriname’, daarmee doelend op de slaven op de plantages. De adviezen waren natuurlijk niet aan hen gericht, maar aan hun bazen, en ze kwamen er kort door de bocht gezegd op neer dat je je slaven stevig te eten moest geven wilden ze een beetje voor je werken.

Abdelkader Benali, die in 1996 debuteerde met Bruiloft aan zee en sindsdien romans, gedichten, verhalen, brieven en (samen met zijn vrouw Saida) een kookboek schreef — werk dat enkele malen werd bekroond — en daarnaast televisieprogramma’s maakte, stelde de tentoonstelling over eten en drinken door de eeuwen heen samen met de kunsthistorica Alexandra van Dongen.

De schrijver groeide vanaf zijn vierde op in Rotterdam waar zijn vader aan de West-Kruiskade een slagerij had. Eten was thuis doorgaans geen onderwerp van gesprek, maar was toch belangrijk in het gezinsleven, want moeder Benali hield de Marokkaanse tradities in ere. ‘Voor elk bijzonder moment had je een gerecht. Koekjes voor het offerfeest, vermicelli met warme melk als er een kind was geboren, mijn vader slachtte een haan als er familie kwam…’ Als hij over de West-Kruiskade met zijn talloze toko’s en eettentjes slenterde, liet Abdelkader de geuren van de exotische producten die zij verkochten op zich inwerken.

Zo groeide zijn belangstelling voor het culinaire, waarvan de televisieserie Chez Benali en het boek Casa Benali eerder getuigden. Ook in zijn debuutroman werd trouwens al uitbundig getafeld.

Van ‘het oudste kookboek ter wereld’, drie kleitabletten die werden gevonden in het vroegere Mesopotamië, het mythische ‘Land van Melk en Honing’ dat wordt omstroomd door de Eufraat en de Tigris, toont de tentoonstelling replica’s in de vorm van 3D-prints. De originelen bevinden zich in Yale University en zijn te kwetsbaar om te reizen. In spijkerschrift wordt verteld hoe je bouillons maakt en pap van butumtu-graan.

Abdelkader Benali: ‘Ik ken dit soort gerechten wel uit de Arabische keuken. Ongelooflijk hè, dat ze vierduizend jaar geleden ook al zo werden gemaakt.’

  • Wereldmuseum, Willemskade 22-25, Rotterdam. Ik kook, dus ik ben. Een reis door de keuken met Abdelkader Benali. Tot en met 30 juli 2017. Onder dezelfde titel verscheen een tentoonstellingsgids met bijdragen van Benali en anderen (€ 4,95).

Foto: Krijn van Noordwijk/Wereldmuseum