Tijdens festival Nieuwe Types in Arnhem presenteerde de derde lichting van de opleiding Creative Writing van ArtEZ hun afstudeerwerk op de voorstelling Het begin van iets merkwaardigs. De afgelopen twee jaar vielen al enkele schrijvers op die er studeerden. Zo zal Simone Atangana Bekongo dit jaar optreden tijdens Dichters in de Prinsentuin en de Nacht van de Poëzie en vorig jaar won Roos Vlogman de schrijfwedstrijd Write Now!

Ook de acht studenten die dit jaar afstuderen lieten al van zich horen. Else Kemps won vorig jaar de Turing gedichtenwedstrijd en begin dit jaar het NK Poetry Slam. Jante Wortel stond vorig jaar ook in de finale van Write Now! en in 2015 won ze de Kunstbende in de categorie taal.

Het zijn wapenfeiten die niet worden vermeld. Alle acht de afstudeerwerken bevatten geen biografie, alsof de auteurs daarmee hun werk centraal stellen. Wat nog het meest op een biografie lijkt is het begin van Martin Rombouts bundel: ‘Ik vertel mijn dromen aan meisjes op Tinder / Ik schrijf dat ik schrijver ben, wil zijn / Dat ik in Arnhem studeer maar in Utrecht woon / Dat ik uit Rotterdam kom… Ik ben vierentwintig jaar / Ik ben geboren in september ’92’. Vanuit Utrecht vertrek je met Rombouts naar Londen en Manchester waar hij de gangen volgt van een man die in december 2015 dood werd aangetroffen op een heuvel nabij Manchester. Totdat zijn identiteit begin dit jaar werd vastgesteld waren er talloze complottheorieën, maar bij Rombouts staat de reis van Londen naar Manchester centraal.

Nick Felix is voor zijn afstudeerwerk ook op reis gegaan. In zijn presentatie staat hij stil bij een confrontatie met een inwoner van Dalfsen die hem vroeg waarom hij stond te filmen. Voor zijn scenario Ik verdwaal nooit reist hij door Nederland en het resultaat daarvan is weer een webserie geworden die op YouTube staat. Het interessantste is wellicht dat Felix in de serie weer op het script reageert en er zo twee verhaallijnen ontstaan en je je afvraagt wat gespeeld is en wat niet.

De meeste schrijvers dragen uitgebreid voor uit hun afstudeerwerk. Zo is vanachter een scherm het silhouet van Laura van Eck te zien die brieven voorleest aan een familielid dat ze nooit heeft gekend en waarin ze over haar jeugd vertelt. Het is een mooie tekst, maar pas als je Residu / Resident leest zie je de afwisseling tussen overdenkingen, onder andere over Chris Kraus en GeenStijl, en herinneringen aan een heftige gebeurtenis die ze in fragmenten onthult en probeert te verklaren. Opvallend is ook dat ze haar begeleider Jannah Loontjes citeert. Het hier bespreken voert te ver, maar Residu / Resident is zeer indrukwekkend.

Else Kemps en Jante Wortel schrijven ook vanuit het perspectief van een jongere, maar beiden schrijven eerder vanuit een kind van een jaar of elf/twaalf. Verlicht door een rode spot draagt Kemps voor uit De overblijfkinderen waarin we een leerling van schoolreisje tot musical volgen. De slotzin van het openingsgedicht geeft een goed beeld van de inhoud: ‘Je hebt kinderen die aan hun bed worden voorgelezen / en de kinderen die het verhaal voor het slapengaan zijn.’ Bij een leerling wordt een been afgezet, er is een soldeerboutincident en schoolboeken en een portret van Jezus eindigen in ovens. Het ongemak komt bij Wortel op een andere manier naar voren. Gekleed in badpak beschrijft ze onder andere hoe twee vriendinnetjes masturbatie bespreken. De prachtige uitgebreide dialoog is zo gedetailleerd dat het ongemakkelijk zou zijn als je er naast zou staan.

Max Urai is evenals Van Eck erg geëngageerd. De dagdroom van een activiste die een Sinterklaas intocht ziet eindigen in een enorme rel met op hol slaande paarden, traangas en een activist die de staf van de Sint bemachtigd is haast slapstick, maar Urai maakt duidelijk veel te hebben nagedacht over hoe jongeren momenteel al vroeg politiek volwassen worden en hoe hij activisme ziet (en waarom hij zelf geen activist denkt te zijn).

Uit de presentatie van Christiaan Lomans lijkt ook engagement te spreken, maar wat vooral duidelijk wordt is dat zijn ‘experimentele novelle’ eerst gelezen moet worden voordat je hem goed kan beschrijven. Een beklemmende passage waarin een normloze in wijk C door een meute wordt gelyncht en waarbij de politie vrolijk meedoet maakt zeker indruk, maar ook het gefragmenteerde karakter van Een mensvormig gat wordt goed duidelijk.

Robert van Laar speelt in zijn presentatie een wetenschapper die communiceert met zijn foetus om een oorzaak voor zijn gedrag en falen te vinden. Een gesprek dat opeens verandert als de foetus hem aanspreekt met loser. Van Laar is de enige die zijn twijfels over het niveau van zijn eindproduct bespreekt: hoe hij voor zijn gevoel een mislukte versie instuurt en nadenkt hoe hij zijn ouders moet vertellen dat hij heeft gefaald en wat de oorzaak daarvan is.

Gelukkig krijgt ook Van Laar een bemoedigende mail, met een lijst aan commentaar van begeleider Kasper Tarenskeen en kan hij na afloop met de andere studenten het applaus in ontvangst nemen.

Van bijna alle vierdejaars werd een kort filmpje gemaakt. Klik op de linkjes om ze te bekijken. Alle eindwerken zijn te bestellen via hetbeginvanietsmerkwaardigs@gmail.com (en ‘op is op en er komt geen herdruk’ aldus de organisatie).

Laura van EckResidu / Resident
Nick FelixIk verdwaal nooit
Else KempsDe overblijfkinderen
Robert van Laar – Babygezicht
Christiaan LomansEen mensvormig gat
Martin RomboutsI want to climb te mountain
Max UraiKleine kleurloze objecten
Jante WortelAls de vogel door het glas vliegt

Maarten Praamstra