Vrij zijn van het idee van vrijheid

Het lijkt bijna echt te mooi om waar te zijn: op nauwelijks negentienjarige leeftijd debuteert de Vlaamse Roxanne Wellens bij uitgeverij Querido. En toch zit er een stevige weerhaak aan Wellens’ verhaal: ze schreef haar debuut om te achterhalen waarom drie van haar vier grootouders zelfmoord pleegden. Dat intrieste feit dient als basis voor Te waar om mooi te zijn, maar maakt het geen autobiografisch verhaal. Wellens concentreert zich op Othello’s rouwproces na de zelfgekozen dood van zijn zus Minthe. Zij overleed – volgens Othello’s aanvoelen geheel onverwacht – in een Zwitserse instelling. In tegenstelling tot Othello krijgt de lezer sporadisch inkijk in Minthes nooit verstuurde brieven die een keur aan motieven voor haar zelfgekozen dood bevatten: ‘Ik wil het echte leven – niet de illusie. Ik wil eerlijkheid.’ Vrijheid is minstens even belangrijk, dat blijkt wel uit de titels van de hoofdstukken, allemaal gewijd aan manieren om vrijheid te verwerven.

Othello sluit zich in z’n studentenkamer op en zoekt vertwijfeld antwoorden op de talloze vragen omtrent Minthes dood, o.a. in haar lievelingsboeken, zoals Anna Karenina, Grashalmen en De wildernis. Slechts boekhandelaarster Anna en vriendin Bo kunnen Othello kortstondig uit z’n isolement halen, maar dringen niet echt tot hem door. Gaandeweg beseft Othello dat Minthe zich in de echte wereld gevangen voelde; haar zelfgekozen dood voelde als een ontsnappen aan de leugen die haar leven was. Ondanks de heftige thematiek overtuigt Wellens met een oprecht en genuanceerd portret van twee getroebleerde adolescenten, die worstelen met diepzinnige gedachten, over de dood net zo goed als het leven. Wellens weet de filosofische vraagstukken in krachtige, trefzekere beelden te vatten, zodat in combinatie met haar ragfijne proza een breekbare, intense sfeer ontstaat. De auteur zit haar personages dicht op de huid en schept een Othello van vlees en bloed. Bij de andere personages lukt dat minder goed, zodat zij nergens echt overtuigend uit de verf komen.

Wanneer Othello uit z’n lethargie ontwaakt, stelt hij zich vastberaden tot doel om Minthes zoektocht af te ronden en ‘vrijheid te vinden in iets anders dan de dood’. Dat brengt hem in Zwitserland, waar nog persoonlijke bezittingen van Minthe achterbleven. Zijn nieuwe onderbuur Rowan reist met Othello mee, een wat gekunstelde wending die Wellens echter nodig heeft voor het verdere verhaalverloop. De passages in Zwitserland ontbreekt het bijna volledig aan de authentieke portrettering en bedachtzame benadering van de beladen thematiek uit het eerste deel. Wellens integreert meerdere problematische situaties, werkt haar thema’s onvoldoende uit, bezigt een zweverige stijl:

‘Eenheid, in mezelf. Ik begreep het ineens: ik was altijd al heel geweest. Ik wás de eenheid die ik zocht.’

Rowan fungeert te duidelijk als Othello’s ervaren gids op het lichtend pad naar de waarheid. Wanneer Othello geconfronteerd wordt met ongemakkelijk nieuws van Bo en een confronterende waarheid over Minthe, wordt Rowan handig als steunpilaar naar voren geschoven. De structuur wringt steeds meer; het gezochte einde berust geheel op toeval en maakt Othello’s verhaal zelfs compleet ongeloofwaardig.

Het zijn boeken als Te waar om mooi te zijn die het een recensent lastig maken. Niet omdat de auteur persoonlijk betrokken is bij de beladen thematiek en al evenmin omdat het een schuchter, nog onaf debuut betreft. Wat mij vooral stoort is de manier waarop een beloftevol verhaalbegin met een krachtige vertelstem en originele beelden gaandeweg wordt afgeraffeld als betrof het een populaire young adult van een commercieel ingesteld auteur. Deze spijtige wending kan mijns inziens niet volledig op het conto van de – nog onervaren – auteur geschreven worden; een redacteur had deze debuterende negentienjarige veel sterker moeten begeleiden, haar aanmanen om de zwakke passages te herschrijven tot zij opnieuw de juiste toon te pakken had. Dan was een afgerond geheel ontstaan, weliswaar nog een debuut met bijhorende kinderziektes, maar alleszins stukken beter dan dit onevenwichtige boek, dat geleidelijk totaal ontspoort.

Jürgen Peeters

Roxanne Wellens – Te waar om mooi te zijn. Querido, Amsterdam/Antwerpen, 160 blz. € 15.99.