De Rivier der tranen

Crematorium Yarden
Crematoriumlaan 6,
9747 AM Groningen

Betreft: open sollicitatie voor vergistingsketelmannetje

Geachte mevrouw Jeanet De Groot Colly,

‘Een beter milieu begint bij jezelf’. Deze slogan uit de jaren negentig zou door Mark Rutte bedacht kunnen zijn. Het legt de verantwoordelijkheid namelijk bij de burger en heeft als fluisterende boodschap dat de overheid er niet is om morele leiding te geven. Als je een beter milieu wilt, prima maar je zal het zelf moeten doen.

Veel bedrijven zijn vooruitstrevender in moreel leiderschap dan het kabinet Rutte ooit heeft laten zien. Klanten vragen over de hele linie om groene producten en die krijgen ze ook. Groene energie, biologische groente, kleding en meubels gemaakt op een niet vervuilende manier. Maar hoe zit dat met crematoria? Ik heb nog nooit gehoord van een eco-keurmerk op jullie faciliteiten en toch weet ik zeker dat er behoefte aan is. Crematoria vallen onder de grootste vervuilers van ons land, dat hoef ik u niet te vertellen, maar kennelijk voelt u vooralsnog niet de noodzaak om te vernieuwen.

Mevrouw De Groot Colly, het wordt tijd dat u als adjunct directeur van Yarden uitvaartzorg in Groningen uw verantwoordelijkheid neemt. Hoe goed en schoon uw ovens ook zijn, een crematie kost al gauw tussen de vijf en de vijfentwintig kubieke meter gas. Dat is niet nieuw voor u, maar ik schrijf het toch nog maar even op omdat het zo schokkend is. Door het cremeren van een lichaam zit een gemiddeld gezin vijf dagen in de kou. Misschien vindt u dat ik dit niet zo een op een mag zeggen, maar energie kan slechts een keer worden gebruikt en de fossiele brandstoffen raken op.
Het wordt dus tijd om het goede voorbeeld te geven aan de rest van uw bedrijfstak. Wellicht ziet u beren op de weg en denkt u dat tradities het moeilijk maken om van een bepaald concept af te stappen. Maakt u zich geen zorgen want dat is precies de reden dat ik u schrijf.

Tradities hebben geen eeuwigheidswaarde. Wetenschappelijke vooruitgang en maatschappelijke inzichten zorgen ervoor dat tradities veranderen en aangepast worden. Kijk naar Zwarte Piet, de raciale stereotyperingen van dit personage zijn voor een minderheid in onze samenleving ondragelijk. Daarom krijgen we zo langzamerhand steeds meer regenboogpieten.

Wat Zwarte Piet is voor de zwarte medemens, dat is milieuvervuiling voor de milieuactivist; een klap in het gezicht. Het valt nauwelijks te onderschatten wat er met een milieuactivist gebeurt als hij de kolencentrales van de Eemshaven ziet. Hij zal meteen de neiging hebben zich vast te ketenen. Voor deze mensen is de gedachte dat hun lichaam na hun dood op de een of andere manier in het milieu komt, ondragelijk.

De huidige uitvaartpraktijk is dus voor deze groep mensen een belediging en het wordt tijd dat er op zijn minst alternatieven komen die minder milieubelastend zijn.

Als we er even bij stilstaan dan is dat verbranden of begraven van dode lichamen natuurlijk hopeloos primitief. Dit is wat de mens sinds het begin der tijden heeft gedaan. Overigens ook altijd met als belangrijkste motivatie om te voorkomen dat het lichaam ziektes zou verspreiden of anderszins tot narigheid zou kunnen leiden. Het hygiëne-argument is dus altijd al van belang geweest in het begrafeniswezen.

Gezien onze technologische vooruitgang is er met een lichaam veel meer mogelijk dan bovengenoemde keuzes. We zijn ook psychologisch al zo ver dat we het acceptabel vinden om organen uit jong gestorven lichamen weg te snijden. Maar wat te denken van de rest van het lichaam ? Moeten we dat dan maar weggooien ? Zijn we niet instaat daar iets intelligenter mee om te gaan ?

Dat kan wel degelijk. Daarom wil ik voorstellen het lichaam niet langer te cremeren, maar deze in een biovergister om te zetten tot biogas. Ik zie in gedachte uw gezicht in afschuw vertrekken en vervolgens zult u wellicht meewarig uw hoofd schudden, maar dat komt omdat alle nieuwe ideeën tijd kosten om te landen. Snijden in het lichaam ten behoeve van orgaandonatie vond ik aanvankelijk ook verwerpelijk, een vorm van heilig schennis, maar nu denk ik juist dat het waanzin is om die prachtige organen zomaar weg te gooien. Wie een stapje verder denkt, vindt het vanzelfsprekend ook waanzin om de rest van het lichaam weg te gooien.

We moeten het langzaam opbouwen en we hoeven nog niet het hele crematorium af te breken. Ik stel een kleine biovergister voor, ergens apart van het hoofdgebouw. Ze zijn eenvoudig te maken, op internet zijn tal van handleidingen te vinden van ontwikkelingshulp organisaties die biovergisters bouwden in Afrika. De vormgeving is natuurlijk wel belangrijk, daar kunnen we het later nog eens over hebben. Het moet in elk geval lijken op een poort naar het hiernamaals.

Als we deze milieuvriendelijke uitvaart tot een succes willen maken is het belangrijk om er nieuwe rituelen omheen te verzinnen. Zoals sommige mensen alleen vegetariër kunnen worden als ze plantaardige producten eten die op vlees lijken, zo zal milieuvriendelijk cremeren voor grote groepen pas interessant worden als er een aantrekkelijk ritueel aan vast zit. De suggestie moet gewekt worden dat we bij het vergisten van het lichaam teruggrijpen op een of ander oud ritueel. Hoe middeleeuwser hoe beter.

U kent vast wel de plaatjes van de Vikingen die een brandstapel laten afdrijven om deze vervolgens met een brandende pijl te doen ontbranden. Dit afdrijven kunnen we in de biovergister ook weer inzetten. Er komt namelijk water aan te pas zodat het lichaam week wordt en de methaan bacteriën hun werk kunnen doen.

Mijn voorstel voor de biogasinstallatie heet ‘De rivier der tranen’. De installatie krijgt een langwerpige betonnen sleuf die fraai versierd is met mozaïeksteentjes. Het water dat er continue doorheen stroomt is de symbolische rivier der tranen en verwijst naar de oer-amazone, de Eridanos, waar Nederland ooit uit ontstaan is. De dode wordt in ecologische hennep pij op een speciale kano gelegd en die drijft onder een boogvormige poort de biogasinstallatie in.

Voor mijzelf zie ik de rol weggelegd van vergistingsketelmannetje. Ik zorg voor het technische onderhoud als ook de romantische aankleding van het uitvaartritueel. Ik vertel de mensen het verhaal van de Eridanos rivier die vanuit Zweeds Lapland stroomde en in haar Noordzee bekken grote hoeveelheden wit zand afzette. Dat witte zand is het fundament van Nederland waar later weer andere sedimenten en fossiele lagen overheen gekomen zijn. De Grieken refereerden aan de rivier als rivier der tranen omdat er veel barnsteen op haar oevers zouden liggen. Barnsteen werd voor van alles en nog wat gebruikt, onder meer om huizen mee te verwarmen, het produceert een heldere vlam.

Ik zal tijdens de ceremonie vertellen dat de gestorvene een volgende fossiele laag op de Eridanos is en dat deze mens daarmee dus een bijdrage levert aan het voortbestaan van Nederland. Als onderdeel van het ritueel zal ik bij wijze van zegening een handje wit Eridanos zand over het lichaam strooien. Dat zand wordt nog steeds gewonnen bij Alteveer. Daarna zal het lichaam zijn weg door de rivier der tranen volgen richting de poort van de biovergasser. Op de poort zal de tekst staan waar het allemaal mee begon: ‘Een beter milieu begint bij jezelf.’

De opbrengsten voor mijn werkzaamheden zal ik zelf verdienen door een winkeltje in barnsteenproducten naast de biovergister te runnen. Barnsteenkettinkjes of armbandjes gelden als symbool van de rivier der tranen en wie in mijn winkeltje zo’n kettinkje heeft aangeschaft zal herinnert worden aan de geliefde die is teruggekeerd naar de moederrivier van Nederland.

Eigenlijk is er alleen maar goed nieuws als het om de biovergister gaat. De installatie verdient zichzelf als het goed is terug. Niet alleen zal er geen schadelijk uitstoot meer plaatsvinden, maar de vergister levert zelfs energie op! We moeten snel maar eens bespreken wat er technisch allemaal mogelijk is. Misschien is het een leuk idee als de familie hun gestorvenen oma kan meenemen in een gastankje zodat ze nog een tijdje op haar energie kunnen koken.

Vriendelijke groeten,

Bram Esser

(Afbeelding: Sidney Hall [Public Domain], via Wikimedia Commons. Restoration: Adam Cuerden)