Een heks op afstand

In Zwartspreuk, het eerste deel van de Spellcaster-serie, beschrijft Claudia Gray het verhaal van heks Nadia. Geheel in de stijl van de fantasy Vuurvogel-trilogie doet Gray dit actievol en veelbelovend: de lezer weet direct dat Nadia’s leven allesbehalve normaal is. Helaas blijft het bij een beginnende knal. Zwartspreuk wankelt.

Nadia zit met haar broertje Cole en haar vader in de auto naar Captive’s sound wanneer ze merkt dat er duistere krachten heersen. Nog voor ze goed en wel beseft dat ze niets kan doen – haar moeder heeft haar immers slechts de basisonderdelen van de toverkunsten geleerd –, krijgt de familie een ongeluk. Gelukkig worden ze min of meer gered door een jongen: Mateo. Hoewel Mateo Nadia liever niet in zijn buurt heeft, komt zijn wens niet uit. De jongeren zullen elkaar nog veel vaker zien.

Na deze interessante openbaring vervalt Zwartspreuk in het aloude verhaaltje om pas over de helft écht interessant te worden. Kenmerkend is het welbekende kat-en-muisspel tussen goed en kwaad, iets wat in de beginselen doet denken aan het succesvolle Twilight: ‘De volgende dag, in de scheikundeles, had Nadia zich vast voorgenomen om Mateo te negeren. Nou ja, niet negeren.’ Nadia beheerst bijzondere krachten en ontdekt dat haar nieuwe woonplaats bedreigd wordt. De talloze kraaien en zinkgaten die keer op keer verschijnen versterken haar gedachten. Ook met Mateo is iets bijzonders. Op zijn familie rust een vloek en hij zal vroeg of laat gek worden. Slechts één iemand kan hij echt vertrouwen: Elizabeth. Min of meer gedwongen komen Mateo en Nadia meer en meer in contact met elkaar. Dit lijkt vrijblijvend, tot er iets misgaat bij een van de spreuken van Nadia. Vanaf dat moment zullen ze samen de duistere krachten proberen tegen te gaan.

Het begin van Zwartspreuk wordt gekenmerkt door stilistisch minder sterke uitingen. Gekunstelde zinnen of vertalingen, ‘Wat het ook was, het deed Nadia besluiten: ik ga die auto uit de greppel halen’, en niet sterk gekozen perspectiefbreuken in de gedachteweergaven van Nadia (deels via het ik-perspectief en deels via het personale perspectief) overheersen. Op diverse plaatsen ontdekt de lezer zwak geformuleerde zinnen: ‘Het was heus niet zo dat het Mateo nog nooit was opgevallen dat Nadia een fantastisch lichaam had. Hij was een jongen; zoiets zag hij dus echt niet over het hoofd.’

Gelukkig wordt dit, naarmate het verhaal vordert – en de plot interessanter en actievoller wordt – beter. De gedachteweergaven verbeteren en ook de stilistische missers verdwijnen langzaam. Sterk binnen het verhaal is bovendien de door Gray opgevoerde perspectiefwisseling. Ze laat de lezer afwisselend meekijken met Nadia, Elizabeth, Mateo en andere belangrijke personages uit het verhaal. Het gevolg is het gunstige feit dat de lezer informatievoorsprongen heeft. Het geeft een bijzondere vorm van spanning: de lezer weet meer en ziet het naderende onheil komen. Hij kan echter niemand stoppen. Tegelijkertijd zorgt het voor een actievol verhaal, waarbij Gray het cliffhangers kan inzetten om spanning te creëren. Dit doet ze dan ook volop.

Helaas blijven alle personages op afstand. Gray bouwt een muur tussen lezer en heks, zonder die muur in de loop van het verhaal af te breken. Deze emotionele afstand is funest voor het verhaal; de ellende die de personages meemaken raken de lezer niet geheel.

Hoewel Zwartspreuk allesbehalve aantrekkelijk start, zorgen de verloop van de plot, de actievolle gebeurtenissen en de goede wereldbeschrijving van Gray ervoor dat het verhaal zichzelf redt. Een ietwat te haastig beschreven slot doet hier enigszins afbreuk aan: een lang beschreven aanloop hoort een mooi uitgewerkte climax te hebben. Echter, Zwartspreuk verdient een kans. Wellicht weet Gray de stijgende lijn door te zetten in het tweede deel van de serie.

Marloes Otten

Claudia Gray – Zwartspreuk. Vertaald door Marjet Schumacher. HarperCollins Holland. 350 blz. € 15,00.