De grote, kleine, vriendelijke reus

Waarom gaat iemand naar de Shetland eilanden? Er is daar helemaal niets. Dat wil zeggen, er zijn altijd schapen en pony’s en vogels natuurlijk. Er is wind en zee en regen en er zijn rotsen, waar je af kunt lazeren en er is eenzaamheid, maar ook gezelligheid, gastvrijheid en bier. Waarom gaat Jan Bommerson er naar toe? Hij schrijft: ‘Een keer, toen ik in mijn eentje over een landweggetje wandelde, heel in de verte de zee, bulten afgegraven turf in de berm, een paar schapen en een pony in de heide, het gekrijs van meeuwen in mijn oren, overspoelde me een golf van emotie, sprongen me de tranen in de ogen, kreeg ik slappe knieën, en wilde ik in het gras van de heuvel gaan liggen. Voor altijd. Het overviel me, op klaarlichte dag. Zomaar. Terwijl er niets gebeurde. Het was er ineens. Dat gevoel. Dat ik hier altijd wilde blijven. Dat alles goed was.’ Hij overweegt later om bijvoorbeeld met een Landrover daar electriciteitsmeters op te nemen; hij kan immers rijden. Verder heeft hij hier niets aan zijn diploma’s. Wat moet een leraar Nederlands op Shetland? Van schapen heeft hij geen verstand. Hij doet het niet, hij keert terug naar Groningen.

Hij gaat naar een onbewoond eilandje. Hij heeft een afspraak met iemand gemaakt. En hoopt dat die man er ook is. En dat is zo. De voormalige visser brengt hem naar het eilandje. Het is nog een hele klus om aan land te stappen. Wanneer wordt Jan weer opgehaald? Over twee dagen, Als het weer meezit. Anders later. Heeft hij wel genoeg eten en drinken bij zich? Wat gebeurt er als hij een been breekt? Als de visser een hartaanval krijgt? Het is lang voor de smartphone. Wie weet dat hij hier is? Een buschauffeur? Hij gaat wandelen op het eilandje. Een kaart is niet nodig. Hij maakt weinig foto’s want dat gaat nog ouderwets met een filmrolletje. Alleen als je zeker weet dat een foto de moeite waard is maak je hem. Hij ziet veertig zeehonden, sluipt naderbij, stelt zijn toestel in, gaat staan en de zeehonden zijn weg, lachen hem uit in de zee.

Bommerson doet gevaarlijke dingen, dat weet hij ook wel, maar hij heeft een bijna kinderlijk vertrouwen in de goede afloop. Als lezer denk je soms: nu gaat het mis, maar nee, het weer blijft goed, de visser komt met zijn bootje en haalt hem weer op.

Het is heel aangenaam om het reisverslag van Jan Bommerson te lezen, De ontdekking van Shetland. Hij begint dit boek met zijn tweede reis en beschrijft de tocht per boot van Aberdeen naar Lerwick, de avond in de lounge met een merkwaardig muzikaal duo, dat veel decibellen produceert, waarbij veel bier wordt gedronken, zijn pogingen om te slapen, het opzetten van de tent op het vasteland, waarbij hij ook weer wordt gestoord, maar nu door oude vrienden en dan gaan ze samen naar het Queens Hotel.

Zijn lengte leidt soms tot hilarische situaties, bijvoorbeeld bij een behendigheidsrace met een Landrover of als een oude boerin haar handen voor haar gezicht slaat, omdat ze zo’n lange man nog nooit heeft gezien. En natuurlijk als Muira die het met alle mannen van Lerwick heeft gedaan, vraagt:
‘Are you shaped in proportion all over?’ De kleine reus weet niet wat hij moet zeggen, maar gelukkig lacht iedereen zo lang en luid dat het niet hoeft.

Het is allemaal veertig jaar geleden, Jan was 27, nu 67. Waarom heeft zo zo lang geduurd voor we dit mogen lezen? Hij heeft nu eindelijk de tijd om zijn aantekeningen rustig te ordenen. Wat is er in die tijd allemaal gebeurd? Cabaret, presentatie, een school-carrière, een huwelijk, kinderen, een volkstuin en wat niet al.

Heeft hij Saundra nog éen maal gezien? Saundra die in het begin opving dat hij de voorplaat van de TVTimes met Tommy Cooper zo mooi vond en bij het afscheid de uitgescheurde bladzijde geeft met de tekst: ‘To Jan with love from Saundra 21st July 1978 XX’ en later – dat ziet hij pas aan boord van het schip dat hem terugbrengt naar Aberdeen – ‘As an afterthought more love from Saundra’. Was hij die avond in de Queens maar wat sneller geweest om haar te vragen mee te gaan naar de dance. Hij bedenkt hoe hij het moet vragen, onzeker, zo, nee zo en dan is Robbie hem voor en gaat Saundra met hem dansen. Jan gaat dan maar terug naar the cottage, waar hij logeert met zijn vrienden, waaronder Big Jim, die plotseling vertelt hoe zijn ouders hem op zijn achttiende verjaardag met twee koffers het huis uitzetten. ‘We hebben nu achttien jaar voor je gezorgd, en dat vinden we langzamerhand wel genoeg. We zijn klaar. We stoppen ermee. (…) We don’t like you. We never did. That’s why!’

Jan kan nu niet meer terug, de boot vaart onverbiddelijk naar Aberdeen.

In 1979 maakte hij een reis naar het noorden van Noorwegen. Ook daarover verscheen een verslag in 2016, vol treurnis, melancholie, eenzaamheid en vreugde, bij de zelfde uitgever.

Remco Ekkers

Jan Bommerson – De ontdekking van Shetland. Sylfaen, Lobith. 152 blz. € 14,90.