‘Wat maakt Shakespeare de grootste toneelschrijver ooit (als hij ooit bestaan heeft)?’ is het stuk dat Kester Freriks schreef voor de NPO. Dichter Bas Belleman vertaalde enkele jaren geleden sonnetten van Shakespeare (De sonnetten voor de donkere dame) en verwonderde zich nogal over het stuk. Op Facebook veegt hij de vloer aan met het stuk van Freriks.

Wat een formidabele blunders van Kester Freriks in dit stuk over Shakespeare. Hij wil uitleggen wat Shakespeare zo briljant maakt en citeert dan niet Shakespeare zelf, maar Mark Knopfler van Dire Straits.
“Zoals in deze zin die Romeo uitspreekt tegen Julia: “You said ‘I’ll love you like the stars above, I’ll love you till I die’.” Schitterender kan taal niet zijn en het beeld is volmaakt: de liefde gaat hoog tot aan de sterren en het woord dood roept een graf op, dus diep in de aarde.”

En zo zijn er meer gekke dingen. Kijk eens wat hij over de film Shakespeare in love schrijft. “Shakespeare als persoon geeft aanleiding tot een prachtige film, Shakespeare in Love (1998) van John Madden. Hierin wordt Shakespeare, gespeeld door Joseph Fiennes, verliefd op een jonge vrouw, Viola. Omdat in het theater uit die tijd vrouwen niet mogen optreden, geeft Viola zich uit voor een man. Het is juist die travestie die Shakespeare aanvuurt tot grote passie. Madden pakt hier nog een mythe uit Shakespeares leven als uitgangspunt: zijn vurigste liefdessonnetten zijn opgedragen aan een geheimzinnige vrouw die hij ‘Dark lady’ noemt. Er zijn tal van aanwijzingen dat dit een jongeman is.”

Dat laatste is mal. Het is wel waar, maar het is absoluut geen gebruikelijk denkbeeld. Het is wat ik aannemelijk probeer te maken in mijn eigen vertaling van de sonnetten voor de donkere dame, maar voor zover ik weet ben ik de enige. Met Madden heeft het niets te maken.

En dan buigt Freriks zich over de vraag of Shakespeare heeft bestaan. “Een van de hardnekkigste geruchten over Shakespeare is dat hij vermoord is door zijn grootste rivaal Christoper Marlowe (1564-1593).”

Voor de zekerheid heb ik het nog even gegoogeld. Ik denk niet dat iemand dat gerucht ooit heeft gehoord, laat staan dat het hardnekkig is. Dat Marlowe niet gestorven is en stiekem, onder het pseudoniem Shakespeare, doorging met het schrijven van toneelstukken en gedichten… dat is pas een hardnekkig gerucht.

En hoe kwamen die toneelstukken tot ons? Freriks heeft er zo zijn gedachten over: “Vermoedelijk noteert een scribent van het gezelschap tijdens de repetities en de voorstellingen wat de acteurs declameren of wat Shakespeare hen dicteert. Dit vormt de bron voor de tekstuitgaven.” Het zou kunnen, maar het is niet wat de collega’s van Shakespeare zelf zeggen in de inleiding bij hun uitgave van de toneelstukken. Volgens hen schreef hij zo briljant “that we have scarce received from him a blot in his papers”.

En o ja, Freriks. De First Folio geldt helemaal niet als de eerste uitgave van zijn werk. De sonnetten verschenen bijvoorbeeld veertien jaar eerder en tijdens zijn leven waren er ook uitgaven van toneelstukken in omloop, al dan niet als roofdruk.

Nu is alleen de vraag waarom Freriks in vredesnaam dit stuk heeft geschreven. Waarom zei hij niet tegen de NPO: ‘Zoek iemand anders, want ik weet er niets van.’