Brieven als portretten van de ziel

Literaire vertalingen schijnen in tegenstelling tot ‘oorspronkelijk’ werk slechts beperkt houdbaar te zijn: na een jaar of veertig moet het werk worden overgedaan. Wie dat ooit heeft bedacht en waarom, is onduidelijk, maar een nieuwe vertaling is in de praktijk een eer die alleen grote klassiekers te beurt valt: Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez bijvoorbeeld, en de werken van Joyce of Proust.

Sinds kort is er ook een nieuwe vertaling van Les liaisons dangereuses, de achttiende-eeuwse schandaalroman van Choderlos de Laclos. De nieuwe Nederlandse allitererende titel luidt Riskante relaties, wat hier en daar wat gemor uitlokte, of zelfs een schampere vergelijking met Suske en Wiske. Nogal flauw eigenlijk, want zou iemand het ooit in zijn hoofd halen om zoiets te beweren over pakweg Jeroen Brouwers’ Bittere bloemen en Datumloze dagen? Deze nieuwe vertaling is een frisse, eigentijdse tekst geworden met een aantal verrassende, zeer gedurfde (en daardoor interessante) vertaalkeuzes, al is het even wennen om achttiende-eeuwse edellieden woorden als flirten, dumpen of close in de mond te horen nemen.

Eigenlijk is het jammer dat de brievenroman in onbruik is geraakt als literair genre, want hij biedt ruimschoots gelegenheid tot stilistische variatie, die in deze nieuwe vertaling nog beter tot zijn recht komt. Bovendien heeft het genre interessante mogelijkheden op het gebied van verteltechniek: de lezer krijgt immers alle informatie uit de brieven terwijl de personages alleen weten wat correspondenten hun toevertrouwen en geen inzicht hebben in wat er in andere brieven over hen wordt gezegd. Het gekonkel en de manipulaties in dit boek kunnen zodoende worden beschreven zonder dat er een alwetende verteller in de weg zit.

Door de vele verfilmingen is de plot wellicht bekend: de libertijnse vicomte de Valmont wil graag de preutse en godvruchtige présidente de Tourvel tussen de lakens krijgen en in het verderf storten:

Ik zal die vrouw hebben, ik zal haar afnemen van de echtgenoot die haar ontwijdt, ik zal haar zelfs ontrukken aan de god die ze aanbidt.

De doorgewinterde rokkenjager ontdekt echter al gauw dat het hem bloed, zweet en tranen zal kosten om haar aan zijn liefdesdegen te rijgen. Valmonts vriendin en partner in crime, de marquise de Merteuil, haalt hem bovendien over om ook de jonge, naïeve Cécile Volanges tot de zonde van het vlees te verleiden. De markiezin heeft namelijk nog een eitje te pellen met Céciles toekomstige echtgenoot. Bij wijze van incentive stelt ze Valmont nog een mooi extraatje in het vooruitzicht:

Zodra jij je mooie vroompje binnen hebt en me daarvan een bewijs kunt leveren, mag je komen en ben ik de jouwe.

En zo wordt er een web van intriges, manipulaties en bedrog geweven, waarbij de personages elkaar naar hartenlust voorliegen om hun doel te bereiken.

Een ding is duidelijk: ook toen gingen seks en grensoverschrijdend gedrag in feite al over macht. Wie in het voorwoord van de fictieve samensteller van dit boek leest dat ‘elke vrouw die een zedeloze man in haar gezelschap toelaat, uiteindelijk aan hem ten prooi valt’, zal zijn gedachten misschien laten afdwalen naar de #MeToo-affaire. Onvermijdelijk betrek je als lezer een boek immers op je eigen tijd en leefwereld.

Deze roman put zijn kracht gedeeltelijk uit zijn ambigue karakter: het is geen ondubbelzinnige lofzang op het libertinisme, maar evenmin een moraliserende zedenschets. Choderlos de Laclos maakt echter vooral nog steeds indruk door de psychologische diepgang en de gelaagdheid van de personages, die als mensen van vlees en bloed opstaan van het papier. Dé ster is marquise de Merteuil, een bijenkoningin die geen enkele rivale duldt en de mannen in haar omgeving op geniale wijze manipuleert als handpoppen. De spanningsboog wordt ingenieus geconstrueerd met modern aandoende narratieve technieken, zoals cliffhangers. Mocht Choderlos de Laclos een hedendaagse scenarioschrijver zijn, dan gingen we er tussen twee brieven in ongetwijfeld even uit voor de reclame.

Dit meesterwerk vergt natuurlijk wel wat inlevingsvermogen in de seksuele moraal van de achttiende eeuw, waarin gearrangeerde huwelijken de norm waren en buitenechtelijke relaties voor de elite allesbehalve uitzonderlijk. Marquise de Merteuil beschikte zelfs over een ‘lusthuisje’ (wat een heerlijk woord!) om haar minnaars te ontvangen:

Adieu, vicomte. Kom morgen niet hierheen, of het moet ’s ochtends zijn. Mijn chevalier heeft aangedrongen op een avond in het lusthuisje en ik ben gezwicht.

Wie weet, misschien biedt uw tuinhuis wel ongekende mogelijkheden als u in een stuk of wat degelijke fluwelen kussens en een hemelbed investeert? Bemerk daarbij overigens dat er een onderscheid werd gemaakt tussen incidentele ontrouw en structurele onstandvastigheid. ‘Voor mannen, zegt u zelf, is ontrouw niet hetzelfde als onstandvastigheid,’ schrijft présidente de Tourvel. Knoop het in uw oren, want het kan van pas komen als u ooit op overspel wordt betrapt, maar hou ook de woorden van de markiezin in gedachten:

Voor wat wij vrouwen met een echtgenoot doen maakt het weinig uit wie die functie vervult, en de lastigste is nog altijd minder hinderlijk dan een moeder.

Alle gekheid op een stokje, we kunnen niet anders dan instemmend knikken wanneer chevalier Danceny de brief als een portret van de ziel beschrijft: ‘Hij heeft niet, zoals een kille afbeelding, de starheid die zo ver van de liefde afstaat, maar voegt zich naar alles wat wij doen en voelen: beurtelings bruist hij, geniet hij, rust hij uit…’

Weldra zou de leefwereld van de Franse aristocraten trouwens bruusk veranderen. Dit boek dateert immers van 1782, nauwelijks zeven jaar voor het uitbreken van de Franse Revolutie. Weldra zouden overal in Frankrijk edellieden vriendelijk maar met aandrang worden verzocht om hun gepoederde hoofd neer te vlijen onder de guillotine. Wat een geluk dat Choderlos de Laclos er nog net op tijd bij was om hun smeuïge geheimen aan het papier toe te vertrouwen.

Daan Pieters

Pierre Ambroise François Choderlos de Laclos – Riskante relaties. Uit het Frans vertaald en van een nawoord voorzien door Martin de Haan. De Arbeiderspers, Amsterdam, 2017. 470 blz., € 34,99.