Dat er iets aan Lucebert niet deugde, wist Hans Warren al in 1983. In zijn dagboek reageert hij op smadelijke opmerkingen die Lucebert over hem maakte: ‘Zoiets kun je verwachten van iemand die zelf allesbehalve een smetteloos verleden heeft.’ In zijn jonge jaren heulde Lucebert met de nazi’s, zoals Wim Hazeu aantoont in zijn biografie van de dichter/beeldend kunstenaar.

Mario Molegraaf vraagt zich in een column op de website van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde af waarom de nazisympathieën van Lucebert het ineens tot nieuws brachten. Hij laat in het midden hoe Hans Warren van het verleden van Lucebert wist of kon weten. Dat ‘Wim Hazeu verbazing acteert, begrijp ik niet helemaal. Er gingen geruchten over, ik heb er met Wim Hazeu over gepraat en gemaild. Alleen kon ik hem het rokende geweer niet aanwijzen,’ aldus Molegraaf die tot diens dood in 2001 de levenspartner was van Hans Warren.

Volgens Molegraaf wist uitgever Johan Polak nóg langer dat Lucebert iets te verbergen had: ‘Daarvan had zíjn biograaf, Koen Hilberdink, op de hoogte kunnen zijn wanneer hij wat meer correspondentie van de befaamde uitgever had geraadpleegd.’ Ook de biograaf van Hans Andreus, de auteurs van het lemma over Lucebert in het Kritisch Literatuur Lexicon en Peter Hofman die in 2004 een boek over de jonge Lucebert publiceerde, krijgen van Molegraaf een veeg uit de pan.

Met wat we nu over Lucebert weten, ‘komt [zijn] oeuvre als één grote vervalsing over,’ vindt Mario Molegraaf na herlezing. ‘Al Luceberts gedichten wijken voor zijn woorden van destijds: “Eens wanneer alle Germaansche stammen verenigd zijn zal de Jood geen gelegenheid meer hebben bloed tegen gelijk bloed op te zetten.” […] Het zou van goed fatsoen getuigen als die prestigieuze prijzen alsnog worden ingetrokken.’

Lees hier de hele column.