Poging de chaos te overwinnen

Een ballotage is een stemming over de vraag of iemand kan worden toegelaten tot een vereniging. Ballotage kan ook verwijzen naar de toelatingsprocedure zelf. Tijdens de ballotage wordt er – aan de hand van enkele door de vereniging opgestelde criteria – onderzocht of het aspirantlid (‘ballotant’) voldoet aan eisen die er aan het lidmaatschap verbonden zijn. (Wikipedia)

Tot welke vereniging wil Radna Fabias toegelaten worden? Is dat het wereldje van de poëzie en is zij nu zij de Buddingh’prijs 2018 mocht ontvangen – met algemene toestemming – toegelaten? Is het succes van haar naam gevestigd? Het is wijder: zij wil toegelaten worden tot een wereld van rust, van eenheid, maar daar moet nog hard aan gewerkt worden.

De tekst op pagina 103 van haar bundel Habitus heeft als titel ‘aantoonbaar geleverde inspanning’. ‘de ballotant is beter verklaard – of op z’n minst zo goed als het worden zal- / maakt nauwelijks taalfouten / klinkt als een nieuwslezeres / beheerst, voor zover dat mogelijk is, de eigen gedachten / beheerst, voor een aanvaardbaar percentage, de eigen emoties / gooit niet langer gietijzeren objecten naar getroebleerde mannen / is de moedertaal vergeten / droomt in de taal van de voormalige eigenaar / kleedt broeders uit heeft zusters lief staat open / voor blauwe ogen’. En zo gaat het vier bladzijden door, dat wil zeggen na twee bladzijden lange regels komt er een lange voetnoot met vooral zelfstandig naamwoordgroepen. Dit na de regel dat de ballotant ‘bereid (is) te leren hoe een fiets op de bovenste rij te stallen’. (Kent men zo’n fietsstalling op de Nederlandse Antillen?)
Hierin zit al veel van het karakter en de opvattingen van de dichteres: haar zelfspot, haar verborgen minderwaardigheidsgevoel, haar reflecterend vermogen, haar zelfcorrecties, scepsis, voorbehoud, terughoudendheid, haar ‘gedoe’ met mannen, haar woede, haar feminisme, haar intelligentie, haar humor.
‘de ballotant kan fietsen zonder zijwielen’: heeft zij het fietsen in Nederland geleerd? De opsomming van waar zij allemaal mee heeft leren omgaan is hilarisch: ‘de in de glasbak uiteenspattende flessen van de overbuurvrouw met het alcoholprobleem’ en ook ‘de alomtegenwoordigheid van arnon grunberg’.

‘Habitus’ betekent verschijningsvorm. Pierre Bourdieu bedoelt er een duurzame manier van waarnemen, denken en handelen mee, waarmee mensen zich in een ‘maatschappelijk veld’ kunnen handhaven en verder kunnen komen.
Radna Fabias (1983) studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Ze hield zich bezig met toneelschrijven en het scènische karakter van opgeschreven waarnemingen vinden we terug in deze bundel. In het eerste lange gedicht ‘wat ik verstopte’ staan de woorden, de regels, links en recht op de pagina met grote stukken wit: een carrousel van beelden van Curaçao, onder andere het beeld van overreden zwerfhonden. Er is het gedicht ‘in het voorbijgaan’:

het gewicht van een over het asfalt razende auto
botst tegen het lichaam van een hond
de chauffeur is niet verzekerd en rijdt door
met een hondvormige deuk in zijn auto

de hond piept na

Vervolgens wordt de stervende hond steeds weer overreden door andere auto’s. Je zou zeggen dat hij tot moes wordt gereden, tot er weinig meer van over is dan vel en nog even glibberigheid, maar, merkwaardig genoeg, verder in het gedicht, zwelt de hond op en wijzen twee van de vier poten naar de lucht en ontploft de hond. De dichteres wil kennelijk het sterven en vergaan rekken tot en met de omringende vliegen.

Veel teksten zijn opsommingen; ze doen dan ready-made-achtig aan, zoals ‘de zwartheid van het gat’. Het zwart zijn – wat een overdrijving! – net als het wit zijn – speelt een belangrijke rol in de bundel. Het is al te zien aan de omslag: zwart met zwarte gaten. Het gedicht is een opsomming van de eigenschappen van een zwart gat, zoals ze beschreven worden in populair wetenschappelijke teksten, maar binnen deze bundel krijgen ze een eigenaardige betekenis. Er zijn lange prozagedichten, korte geheimzinnige gedichten aankruisoefeningen, veel herhalingen; alle opgevist uit jarenlang opgespaarde waarnemingen, een dikke bundel.

Op een bladzijde staat bovenaan ‘vader’, dan vele regels wit en onderaan de tekst: ‘en de oude man ging naar de zee en de oude man ving niks meer en de oude man vond daar zijn nietigheid’. Zo vergaat de glorie van de man, eens rijdend in een auto met opgepoetste velgen, met wapens en whiskey onder een boom (‘onweerstaanbaar voor vrouwen’). Bert Schierbeek schreef en Radna gebruikt het als motto voor de eerste afdeling:

ik had een droom waarin ik mijzelf terugzag
in het donker, zoals ik me nu zelf vaak zie
in het donker, bewegend en zoekend
de warme handen, de holle spiegel
waarin ik blind mijzelf was
een bal was mijn huis en zij omgaf mij
maakte mij vorm, maar dat wist ik niet
want ik zag mijn vorm niet
blind ben je bij je moeder, zegt de politieman

Remco Ekkers

Radna FabiasHabitus. Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen, 112 blz. € 19,99.