De verhalen verhuizen mee

In de bundel De vluchtelingen beschrijft de prijswinnende Amerikaanse schrijver Viet Thanh Nguyen in acht korte verhalen de levens van personages die noodgedwongen hun land hebben verlaten. Deze bundel is een belangwekkend tegenwicht met betrekking tot vluchtelingen waarover vrijwel dagelijks in de media wordt bericht.

Mensen vluchten uit wanhoop en in de wetenschap dat ze niet met open armen worden ontvangen in de westerse landen. Ze moeten kiezen uit twee kwaden en vluchten is dan het minst erg. In deze eeuw zijn al veel interessante literaire werken verschenen die het leven van een vluchteling hebben geboekstaafd. Zo verscheen afgelopen jaar bijvoorbeeld het verhalende essay Vertel me het einde van Valeria Luiselli over de behandeling van Midden-Amerikaanse vluchtelingen in de Verenigde Staten.

In zijn verhalenbundel De vluchtelingen beschrijft Viet Thanh Nguyen, die is geboren in Vietnam en is opgegroeid in Amerika, de levens van Vietnamezen in Amerika. Door de brute oorlog in de vorige eeuw is Amerika voor altijd gelieerd aan Vietnam. De oorlog zorgde er logischerwijs voor dat mensen het land ontvluchtten. Een andere reden voor vertrek waren de communisten die na de oorlog aan de macht waren.

In het verhaal ‘De minnaar’ is de net volwassen Liem nog niet lang in Amerika. Van San Diego vliegt hij naar San Francisco waar hij zal gaan wonen bij de idealitische Parrish Coyne. Continue wordt Liem geconfronteerd met zijn status als vreemdeling. In het vliegtuig verfrommelt hij zenuwachtig een zakje, totdat iemand die naast hem zit vraagt of hij daar alsjeblieft mee wil ophouden: ‘De Amerikaanse etiquette vond hij verwarrend, want Amerikanen konden soms heel beleefd zijn en op andere momenten nogal ongemanierd, dan drongen ze zich zoals nu langs hem in hun haast om van boord te gaan.’ Op het vliegveld wordt hij opgewacht door Parrish en Marcus. In de auto vertellen ze Liem dat ze een stel zijn, ‘In romantische zin’. Liem denkt dat dit slechts een uitdrukking is en vindt er verder niks van.

Het zijn de details die in dit verhaal de belangrijkste betekenissen genereren; hoe kleine gewoontes en bepaald taalgebruik er telkens voor zorgen dat Liem zich een vreemdeling voelt.

Marcus houdt Liem voor dat hij het verleden moet laten rusten en naar de toekomst moet kijken. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want voor de vluchtelingen in de verhalen van Nguyen is het verleden hinderlijk levend. Daarnaast is het verleden, volgens Marcel Proust, ‘de innerlijke essentie van onszelf’.

Dit idee wordt op een treurige manier duidelijk in het verhaal over het echtpaar Khanh. Khanh is een gepensioneerde professor die aan het dementeren is. Het verleden vervaagt langzaam. Meneer Khanh haalt de verschillende tijden door elkaar en zo vergeet hij bijvoorbeeld ook kleine dingen als het kopen van een roos voor zijn vrouw. Door het subtiel thematiseren van het verleden overstijgen de personages in deze bundel de karakterisering van vluchtelingen; door de significantie van het verleden worden ze gewoonweg mensen.

In het openingsverhaal ‘De vrouw met de zwarte ogen’ wordt de vrouwelijke ik-verteller belaagd door het verleden in de vorm van een spookverschijning: haar overleden broer die tijdens hun vlucht naar Amerika werd vermoord omdat hij opkwam voor zijn zusje. Haar moeder gelooft echt in spoken en de verteller ziet haar broer ook, maar ze weet dat dit slechts verbeelding is. Haar moeder vertelt haar echter veelvuldig fantastische verhalen: ‘Mijn Amerikaanse jeugd was vergeven van zulke verhalen vol rampspoed, die allemaal aantoonden wat mijn moeder steeds zei, namelijk dat we hier niet hoorden. In een land waar bezit het belangrijkste was, hadden wij geen ander bezit dan onze verhalen.’ De verhalen verhuizen mee omdat ze onmisbaar zijn, waardevoller dan materiële welvaart. Ze zijn een houvast.

Eén van de meest interessante aspecten van het merendeel van de verhalen in De vluchtelingen is de kloof tussen ouders en hun kinderen; het verschil tussen de ouders die opgroeiden in Vietnam en hun kinderen die op jonge leeftijd in Amerika kwamen. De discrepantie in het denken ontstaat doordat de kinderen zich de Amerikaanse cultuur eigen hebben gemaakt. In het verhaal ‘Oorlogsjaren’ wordt dit verschil op een soms geestige wijze beschreven. Zo laat Nguyen de jonge ik-verteller zeggen: ‘Ik had Star Wars al tien keer op video gezien, en als iemand zo achtergesteld was dat hij hem nog niet één keer had gezien, dan was het land waarin hij woonde hard aan een revolutie toe.’

De verhalen van Nguyen zijn geconcentreerd en fijngevoelig. Als de stijl de onthulling is, dan onthult de kraakheldere en subtiele stijl van deze verhalen de complexiteit van identiteit, menselijke relaties en de relatie tussen de mens en zijn cultuur. Daarom is De vluchtelingen een belangrijk tegenwicht voor de vaak terloopse journalistieke berichtgeving over vluchtelingen.

Koen Schouwenburg

Viet Thanh Nguyen – De vluchtelingen. Vertaald door Paul Bruijn. Marmer, Baarn. 206 blz. €19,99.

Deze recensie stond eerder in het Friesch Dagblad van 9 juni 2018.