Met ingang van het schooljaar 2018 is de kennis van de literatuur voor 1880 facultatief voor tweedegraads leraren. Dat betekent dat leraren die van de ene lerarenopleiding komen nog wel weten dat de P.C. Hooftstraat iets met een schrijver te maken heeft en dat leraren van een andere lerarenopleiding denken dat de P.C. Hooftprijs een spelfout bevat. De eisen voor tweedegraads docenten zijn lager dan die voor een vwo-leerling. Met dank aan de beleidsmakers. Online (Neerlandistiek, DBNL) is er nog wel aandacht voor de rijke literatuurgeschiedenis. Nu ook op Tzum.

Geweld in de Middeleeuwen

Ik laat het verhaal van Lanceloet en het hert met de witte voet even achterwege, want ik ben altijd licht verbijsterd door wat er gebeurt op het einde van het verhaal. Lanceloet heeft wat leeuwen gedood, hij zou nu op Twitter aan de schandpaal genageld worden, om in een bos (‘Dit foreest is beloken al’) de witte voet van een hert af te hakken. Als hij die kan meetronen naar een jonkvrouw dan heeft hij recht op haar liefde en trouw. Maar Lanceloet is zo uitgeput van alles dat hij daar neerstort. Gelukkig komt er net een andere ridder aangereden die hij verzoekt de witte voet alvast naar de jonkvrouw te brengen met de mededeling dat ze even wachten moet met trouwen tot hij weer op de been is. Maar deze ridder heeft een weinig ridderlijke inborst.

Alsi den voet heeft genomen
Nam hi sijn swerd ende Lanceloet sloech
Dat hijt qualike verdroech.
Hi dede ene dorperlike daet

Terwijl Lanceloet halfdood in het bos blijft liggen – ik ben toch aan het samenvatten, merk ik – gaat de boosaardige ridder de hand van de jonkvrouw opeisen in ruil voor de voet van het hert. Gelukkig is er weer een andere ridder, Walewein, die Lanceloet vindt en helpt en nog net op tijd het huwelijk weet te voorkomen door een duel uit te lokken. Als lezer weten we dan gelukkig al dat net als in een goede Hollywoodproductie het kwade verslagen zal worden door het goede. En dan komt de scène waarin de gerechtigheid zegeviert. Walewein wint het tweegevecht, maar een beetje gewoon doden is er niet bij.

Walewein sloech doe ende geraecte
Den riddere, dat hi hem clovede
Den helm ende al metten hovede
Dat hem tswaerd dore woet
Ten scouderen eert weder stoet.
Daer was een gecrijs groet:
Hi viel neder ende was doet.
Men bantene an eens perts start
Men sleiptene: hi waes wel waerd!
Men sleiptene vord ende weder
Te berge op, te dale neder.
Aldus moten si alle bederven
Die hen loesheiden bewerven.

Het hoofd wordt gekloven tot op de schouder, daarna wordt de slechte ridder aan de staart van een paard over berg en dal gesleept. Een vrij gruwelijke scène. Je komt ze in ridderromans wel meer tegen (bij Ferguut bijvoorbeeld): dit is niet het enige hoofd dat doorkloven wordt tot aan de schouders. Het is dat gesleep daarna waardoor ik meteen mijn vraagtekens zet bij die zogenaamd goede ridders. Je hebt je tegenstander al verslagen en dan nog moet het lijk vernederd worden.

En als Lanceloet dan ook eindelijk genezen is en bij de jonkvrouw komt, dan blijkt ook nog dat hij niet met haar wil trouwen omdat hij eigenlijk verliefd is op de vrouw van koning Arthur. Dit is allemaal niet goed uitgespeeld, denk je. Als die Walewein niet tussenbeide was gekomen dan was de jonkvrouw getrouwd geweest en nu moet ze haar levensdagen slijten op Tinder. Als het aan haar lag had ze die slechte ridder trouwens al in een eerder stadium weggeswipet, want ze wilde wel een leuke ridder om haar levensdagen mee te slijten:

En es nu so leelijke niet.
Wats mi arme nu gesciet!

Gelukkig hoeft ze niet meer te kiezen.

Welke lessen krijg je nu mee?
– Slechtheid wordt gestraft.
– Wie slecht is, is lelijk.
– Wie kiest voor het goede blijft ongehuwd.

Coen Peppelenbos

Deze rubriek staat open voor iedereen die een stuk wil schrijven over een literair werk van voor 1880. Mail info@tzum.info. Kijk voor andere afleveringen hier.

Je kunt het verhaal hier nalezen.