Waarom zou je over gevoelens spreken?

Een boek intrigeert meestal het meest door hetgeen er niet verteld wordt. In Goede mannen van Arnon Grunberg is dat het gedeelte waarin de hoofdpersoon, brandweerman Geniek Janowski, kortweg de Pool genoemd, voor een tijdje verdwijnt in het klooster. Zijn leven is dan op het dieptepunt beland: zijn oudste zoon heeft uit eenzaamheid zelfmoord gepleegd. Het enige wezen waartegen hij nog sprak was een oude, kreupele pony. Daarnaast stelde het huwelijk van de Pool met zijn vrouw seksueel niets meer voor. Hij laat haar en zijn overgebleven zoon achter.

Wat er in dat klooster precies gebeurt, is onduidelijk. De Pool leeft als een heremiet in een leeg kippenhok en probeert door zelfkastijding liefde te voelen. ‘Hoe groter de liefde, hoe groter de wond.’ De Pool is, zoals zoveel Grunbergpersonages, iemand die weet welke ongeschreven regels je dient te volgen in het bestaan, maar hij blijft een toneelspeler in zijn eigen leven. ‘En hij had nooit begrepen waarom je over gevoelens moest spreken. Je had ze, was dat niet genoeg?’

Grunberg is een meester in ongemakkelijke scènes die hij maar weet te rekken en ook in Goede mannen zijn die er volop. Bijvoorbeeld als de Pool de pony naar de slachter moet brengen, of de vreugdeloze seksscènes van de Pool met zijn vrouw. Die passages zijn veelal tragikomisch. De personages in de dialogen praten constant lang elkaar heen en Grunberg zet zijn bekendste stijlmiddel, de herhaling, in. Zo speelt in zo’n troosteloze seksscène de sapcentrifuge een terugkerende rol.

Je hoeft geen al te grote Freudiaan te wezen om te kunnen voorspellen dat de seks in de keuken niet echt van de grond komt als zijn vrouw daarvoor van winterpenen wortelsap maakt. Maar onder die humoristisch beschreven scènes ligt de zwaarte van de zelfmoord van hun oudste zoon. Het huwelijk houdt dan ook geen stand en de Pool gaat een nieuwe vrouw zoeken in de Oekraïne wat tot nieuwe, uiterst ongemakkelijke ervaringen leidt.

Tegenover de onbestemdheid van het leven staat het gereguleerde leven op de brandweerkazerne waar iedereen weet wat hij moet doen. In Goede mannen wordt geen enkele brand beschreven; het gaat om die gemeenschap van vrienden, die ook de Pool weer opneemt na zijn kloosteravontuur. Maar bij Grunberg blijkt ook die hechte gemeenschap van kameraden slechts schijn. Alleen in het kippenhok ben je veilig voor de wereld.

Coen Peppelenbos

Arnon Grunberg – Goede mannen. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 510 blz. € 24,99.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 14 september 2018