Met ingang van het schooljaar 2018 is de kennis van de literatuur voor 1880 facultatief voor tweedegraadsleraren. Dat betekent dat leraren die van de ene lerarenopleiding komen nog wel weten wie Beatrijs was en dat leraren van een andere lerarenopleiding niet. De eisen voor tweedegraads docenten zijn lager dan die voor een vwo-leerling. Met dank aan de beleidsmakers. <-strong>

Egidius, waer bestu bleven?

In de categorie ‘Alle 13 goed uit de Middeleeuwen’ mag de klassieker ‘Egidius, waer bestu bleven?’ niet ontbreken. Als docent laat ik het gedicht langskomen in de tweedegraad en de eerstegraad. Mijn studenten moeten dan het artikel van Frits van Oostrom lezen waarin hij de strijd onder vakgenoten over dit gedicht beschrijft. Voor mensen die in de wetenschappelijke studies, en dan vooral naar de ontstaansgeschiedenis en de biografische achtergronden, geïnteresseerd zijn een prachtig voorbeeld van de mores binnen de wetenschappelijke wereld.

Maar als je die wetenschappelijke kant erbij betrekt, dan vergeet je wel eens dat deze tekst over de eeuwen heen, je nog steeds direct kan raken.

Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven!
Dat was gheselscap goet ende fijn,
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon verheven,
Claerre dan der zonnen scijn:
Alle vruecht es di ghegheven.

Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn!
Du coors die doot, du liets mi tleven.

Nu bidt vor mi, ic moet noch sneven
Ende in de weerelt liden pijn.
Verware mijn stede di beneven:
Ic moet noch zinghen een liedekijn;
Nochtan moet emmer ghestorven sijn.

Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn!
Du coors die doot, du liets mi tleven.

(Zie voor een vertaling en een muzikale uitvoering hier)

In een jaar waarin er veel dood langskwam, had ik opeens moeite om het gedicht met droge ogen voor te dragen. ‘Du coors die doot du liets mi tleven’ geeft precies het gevoel aan voor de achtergeblevene. Je hebt aan mij het leven gelaten, zonder jou. Dat die Egidius wellicht in het echt een dichter is geweest evenals de maker van dit gedicht. Dat ze elkaar kenden. Dat er wellicht nog meer was dan vriendschap. Dat doet allemaal niet ter zake. ‘Ic moet noch zinghen een liedekijn, / Nochtan moet emmer ghestorven sijn’; ik moet nog een liedje zingen. Dat lees ik als een opdracht: jij moet nog door, zolang als het duurt.

Bij de leesniveaus van Theo Witte staat niveau 1 voor belevend lezen en niveau 2 voor herkennend lezen. Ik schaar mijzelf graag onder de niveau 6-lezers, maar dat wil niet zeggen dat die andere niveaus niet meer meedoen. Juist in een annus horribilis vallen die hogere niveaus weg en betrek je de woorden meteen op jezelf. Bij het voorlezen in de groep merk je direct bij wie het ook gebeurt. Er zijn veel achtergeblevenen die zich zullen herkennen in de woorden van dit gedicht. Daarom zal dit gedicht ons allemaal overleven.

Coen Peppelenbos

Egidius, waer bestu bleven? – Anoniem 14e eeuw from Dichter Draagt Voor on Vimeo.

Deze rubriek staat open voor iedereen die een stuk wil schrijven over een literair werk van voor 1880. Mail info@tzum.info. Kijk voor andere afleveringen hier.