Van de 61 in behandeling genomen projectsubsidieaanvragen van 58 auteurs konden 49 aanvragen van 47 auteurs worden gehonoreerd; 12 projectaanvragen van 11 auteurs werden afgewezen door het Letterenfonds. De projectsubsidies voor ‘oeuvrebouwers’ lopen uiteen van € 10.400 tot € 46.800 en stellen auteurs in staat om romans, dichtbundels of essaybundels te schrijven. In totaal gaat het om een bedrag van € 955.000. Opvallend is dat ook Jessica Durlacher een subsidie gekregen heeft voor een roman die moet verschijnen bij Hollands Diep. Blijkbaar is het in huize De Winter/Durlacher geen vetpot. De afgewezen auteurs worden nooit genoemd, maar de volgende auteurs kunnen een tijdje ongestoord aan hun oeuvre bouwen.

Hanna Bervoets voor een roman (Pluim);
Naomi Rebekka Boekwijt voor een roman (De Arbeiderspers);
Wil Boesten voor een roman (Atlas Contact);
Désanne van Brederode voor een roman (Querido);
H.M. van den Brink voor een roman (Atlas Contact);
Floor Buschenhenke voor een dichtbundel (Atlas Contact);
Kreek Daey Ouwens voor een dichtbundel (Wereldbibliotheek);
A.H.J. Dautzenberg voor een roman (Pluim);
Linda Dielemans voor een historische jeugdroman (Leopold);
Philip Dröge voor een non-fictieboek (Spectrum);
Jessica Durlacher voor een roman (Hollands Diep);
Johan Faber voor een roman (Thomas Rap);
Els Florijn voor een historische roman (Mozaïek);
Viktor Frölke voor een roman (Thomas Rap);
Elke Geurts voor een roman (Lebowski);
Tim Gladdines voor een jeugdroman (Marmer);
Maarten van der Graaff voor zijn tweede roman (Pluim);
Ru de Groen voor een roman (Van Oorschot);
Martin Hendriksma voor een non-fictieboek (De Geus);
Rozalie Hirs voor een dichtbundel (Querido);
Sasja Janssen voor een dichtbundel (Querido);
Auke Kok voor een eerste roman (De Bezige Bij);
Sander Kollaard voor twee romans (Van Oorschot);
Luuc Kooijmans voor een non-fictieboek (Prometheus);
Elmar Kuiper voor een Friestalige en voor een Nederlandstalige dichtbundel (resp. Hispel en Atlas Contact);
Martine Letterie voor een jeugdroman (Leopold);
Renée van Marissing voor een roman (Querido);
Dido Michielsen voor een eerste roman (Hollands Diep);
Nicole Montagne voor een roman (Wereldbibliotheek);
Annel de Noré voor een roman (In de Knipscheer);
David Pefko voor een roman (Ambo│Anthos);
Ineke Riem voor een roman (De Arbeiderspers);
Jurriën Rood voor een non-fictieboek (Boom);
Lydia Rood voor een jeugdroman (Leopold);
Alexis de Roode voor een dichtbundel (Podium);
Erna Sassen voor een YA-roman (Leopold);
Elske Schotanus voor een Friestalige roman (Afûk);
Meindert Talma voor een roman (Passage);
Elfie Tromp voor haar derde roman (De Geus);
Jabik Veenbaas voor een essaybundel (Nieuw Amsterdam);
Han van der Vegt voor een dichtbundel (Wereldbibliotheek);
Wytske Versteeg voor een non-fictieboek (Querido);
Jeska Verstegen voor een eerste jeugdroman (Leopold);
Nyk de Vries voor een roman, die zowel in het Nederlands als in het Fries zal verschijnen (resp. De Arbeiderspers en Afûk);
Syds Wiersma voor een Friestalige dichtbundel (Hispel);
Sophie Zijlstra voor een roman (Querido);
Miek Zwamborn voor een roman (Van Oorschot).