Dit jaar is het honderd jaar geleden dat Muriel Spark werd geboren. Bij haar overlijden in 2006 werd ze geëerd als een van de belangrijkste Engelse schrijfsters uit de twintigste eeuw. Tijdens haar leven is zij dan ook overladen met prijzen, alleen de Nobelprijs en de Booker Prize ontsnapten haar. Het eeuwfeest van Spark wordt opgeluisterd met symposia en bundels met lange opstellen over haar literaire betekenis. Zelfs een vergeten toneelstuk werd opnieuw opgevoerd. Het beste eerbetoon blijft toch het herlezen van een aantal van haar boeken.

Alle manuscripten verdwijnen

Spark publiceerde 22 romans, waarvan Loitering with intent – uit 1981 – haar zestiende is. ‘Loitering with intent’ betekent – vrij vertaald – afwachten tot je toe kunt slaan en wraak kunt nemen. In zekere zin is dit een thema dat in alle romans van Spark voorkomt, steeds is er wel een figuur die niet kan wachten om af te rekenen met een vriend of familielid. De roman (waarmee Spark voor de Booker Prize werd genomineerd – Rushdie won) is gesitueerd in Londen, op het einde van de jaren veertig (‘in the middle of the twentieth century’). De hoofdpersoon is Fleur Talbot, een jonge schrijfster, die werkt aan haar roman Warrender Chase (waarmee ze haar reputatie zal vestigen). Ze woont op kamers, waar alle apparaten met muntgeld gevoed moeten worden. Van de kunst kan ze niet leven en daarom neemt ze een baan aan bij Sir Quentin Oliver, directeur van de Autobiographical Association, een gezelschap van mensen die aan hun memoires werken en daarbij een handje geholpen moeten worden. Het is een bont gezelschap van excentrieke welgestelde mensen. Fleur fatsoeneert hun teksten en voegt ook passages toe om de verhalen leesbaarder en smeuïger te maken. ’s Avonds gebruikt ze de verhalen als kopij voor haar eigen roman.

Fleur is een pittig type, zeer zelfstandig en doortastend, en zij vertelt het verhaal met ironie en zelfspot. Het is niet vergezocht om hierin de schrijfster zelf te herkennen, die in haar jonge jaren lang geworsteld heeft met armoede en miskenning en gedwongen was om allemaal kleine baantjes aan te nemen, voordat ze succes kreeg als auteur. Fleur heeft een relatie met een getrouwde man, maar onderhoudt ook vriendschapsbanden met zijn vrouw Dottie. Beiden worden uiteindelijk aan de kant gezet, als de man een relatie krijgt met een jonge dichter, die ook geregeld in het verhaal opduikt. Kwade genius in het boek is Sir Quentin, een sinistere figuur, die de autobiografische teksten lijkt te gebruiken om de leden van de Association te chanteren of in ieder geval macht over hen uit te oefenen. Hij wordt geholpen door de huishoudster Mrs Sims, die Fleur niet kan uitstaan. Komische figuur in het boek is de moeder van Sir Quintin, Lady Edwina, die haar hoge leeftijd gebruikt om chaos te scheppen door zich – als het zo uitkomt – als dement voor te doen.

In de eerste helft van de roman worden alle figuren door Spark geïntroduceerd, waarbij ze op een geestige manier hun eigenaardigheden schetst. In het tweede deel van het boek ontdekt Sir Quentin dat Fleur de verhalen van zijn auteurs heeft gebruikt voor haar roman en hij zet alles op alles om publicatie te voorkomen. Hij dreigt de uitgever met een proces wegens smaad en zorgt er voor dat alle manuscripten verdwijnen. Uit deze affaire concludeert Fleur dat men in de literaire wereld maar weinig echte vrienden heeft en dat iedereen bereid is de ander te verraden. Dat de roman Warrender Chase in de ogen van Sir Quentin zo gevaarlijk is, heeft alles te maken met het feit dat Fleur in haar boek alvast een vervolg op de levensverhalen heeft bedacht, die gaandeweg werkelijkheid worden. Daarmee begint een spannend spel tussen feit en fictie, tot de fictie de feiten inhaalt.

Wie tot de conclusie mocht komen met een uiterst gecompliceerd en gezocht boek te maken te hebben, kent Spark nog niet. Niemand is zo goed in staat om op ferme toon een complex verhaal te vertellen en daarbij geen ruimte laat voor twijfel bij de lezer. De logica van een verhaal is in haar handen altijd ijzersterk.

De eerste roman van Fleur wordt een succes. Het is een afrekening met iedereen die haar dwars heeft gezeten. Volgens Martin Stannard, de biograaf van Spark, is de roman ook in werkelijkheid een afrekening met minnaars en valse vrienden van de schrijfster. Het slot van de roman begint met de regel ‘It was a long time ago’. Vervolgens wordt de rest van de carrière van Fleur geschetst, die een aaneenschakeling van successen vormt. ‘I’ve been writing ever since with great care. I always hope the readers of my novels are of good quality. I wouldn’t like to think of anyone cheap reading my books.’

Doeke Sijens

Loitering with intent van Muriel Spark is in verschillende Engelse edities te koop. Loitering with intent werd in het Nederlands vertaald door Pauline Moody en verscheen in 1982 als Boos opzet bij Elsevier. De vertaling is alleen nog antiquarisch te koop.

Eerder verscheen in deze serie een bespreking van Memento MoriThe BachelorsThe Prime of Miss Jean Brodie, The Driver’s Seat en The Abbess of Crewe en Territorial Rights.