Een parallelle wereld onder de onze

De onderwereld is overal om ons heen en vermengt zich met het leven van alledag, tenminste, als we meegaan in het verhaal dat Hans Münstermann De onderstroom ons vertelt. Pas na een paar bladzijden kom je er als lezer achter dat dit het geval is en dat we meekijken over de schouder van een overledene, dominee Koopman. Deze dominee komt aan het begin van het verhaal zijn beul tegen, een jongeman die onderdeel uitmaakte van een vuurpeloton waardoor Koopman ergens in de bossen in Nederland in de Tweede Wereldoorlog om het leven is gebracht. Er heerst geen woede of rancune, Paul is zelfs verrast en blij hem te zien.

Een frisse verschijning en sympathiek, in zijn blauwe pak met het witte hemd. Eindelijk een bekende.

Het lijkt wel of iedereen, eenmaal aan de andere kant van het bestaan, accepteert wat er gebeurd is en enigszins nieuwsgierig en verbaasd naar alle andere dolende zielen kijkt. Er zijn zielen uit alle tijden en iedereen lijkt op zoek naar zijn of haar dierbaren.

Was iedereen hier dood? Zou ik hier moeten wachten op het sterven van mijn geliefden? […] Deze wereld leek op een reusachtige kerker, diep onder het Centraal Station, onder treinen, metro, tunnelbuizen, beschavingsresten, blubber en zand.

Met andere zielen vaart de dominee op een grote boot door het Amsterdam van nu, met zijn schreeuwende reclames, drukke straten en volle terrassen. Hij raakt aan de praat met anderen en hoort hoe zij aan hun einde zijn gekomen, zoals een echtpaar dat op 2 mei 2018 omgekomen is op weg naar een bruiloft.

Langzaam wordt het verhaal van de dominee duidelijk. Dat hij in de oorlog onderduikers herbergde en daarvoor uiteindelijk gestraft werd, en dat hij in gedachten nog vaak teruggaat naar zijn vrouw, Zwaan, die hem in alles steunde en om wie hij zich zorgen maakt. Maar hij is vooral op zoek naar zijn zoon, die hij als kleine jongen moest achterlaten toen hij door de Duitsers werd meegenomen. Wat zou er van hem geworden zijn, wie kan hem meer inlichtingen verschaffen? En leeft zijn vrouw nog, of moet hij haar ook gaan zoeken? De anderen, onder wie zijn beul Michael, willen hem helpen, juist ook omdat hij een oorlogsheld was en anderen heeft proberen te redden.

De levenswandel van de dominee stopt bij zijn executie, wat er daarna gebeurd is, met zijn vrouw en zijn zoon, horen we pas als Zwaan gevonden is en zij haar man het verloop van hun leven kan vertellen. En dan laat Münstermann twee zoektochten door elkaar lopen, die in de onderwereld van de dominee naar zijn zoon en die in de bovenwereld van de zoon naar zijn vader.

In rustige beschrijvingen en nuchtere dialogen voert de schrijver de lezer mee in de gedachte dat overledenen nog altijd ronddwalen en zoeken naar antwoorden op vragen die ze mee hun graf in genomen hebben. Maar ook de achterblijvers hebben vragen zolang er onduidelijkheden blijven bestaan over iemands overlijden.

Münstermann creëert met dit verhaal niet alleen een mooi spanningsveld tussen de dood en het leven (wat blijft er nog van ons over, zullen we onze geliefden ooit nog zien, wat weten wij van de doden en wat weten de doden van ons), maar ook speelt hij met tijd en laat hij heden en verleden naast elkaar bestaan.

Dat het verhaal geïnspireerd is op de werkelijke levens van dominee Bastiaan Ader en zijn zoon, kunstenaar Bas Jan Ader, geeft nog een extra dimensie aan het geheel.

Arjen van Meijgaard

Hans Münstermann – De onderstroom. De Kring, Amsterdam. 126 blz. € 18,50.