Een magistrale roman

Terwijl buiten onder een grijze hemel nevels zich over de landerijen hebben gelegd, de antibiotica door mijn aderen razen en terzake kundige specialisten met metalen instrumenten diepte en omvang meten van de wond die nu alweer vele weken de inhoud van mijn dagen bepaalt vraag ik me af of het verstandig was om de zondag door te brengen met het lezen van Max Blechers postuum verschenen en onvoltooide sanatoriumdagboek Het verlichte hol. Toegegeven, Blecher (1909-1938) had het met de ruggenmergtuberculose die hem grotendeels immobiliseerde en uiteindelijk vroeg het leven kostte een stuk minder goed getroffen, zeker ook doordat de ziekte destijds ongeneeslijk was en nu eenvoudig gecureerd kan worden, dankzij het kapitalisme en de farmaceutische industrie, maar overgeleverd worden aan de grillen en nukken van het noodlot en ineens bepaald bij de kwetsbaarheid van het ooit onvergankelijk geachte lichaam stemt, zeker nu de dagen steeds korter worden en het duister oprukt, tot nadenken over de vergankelijkheid en uitzichtloosheid van dit aardse bestaan, waarbij wellicht ter geestelijke curering andere lectuur de voorkeur verdient, ware het niet dat de plicht andermaal riep.

Blecher voltooide twee romans, die ook allebei in net Nederlands zijn vertaald. Het verlichte hol pakt de thematiek weer op van zijn tweede, Het gelittekende hart. Het bestaat uit verslagen uit de drie sanatoria die de auteur bezocht, aan de kust van Noord-Frankrijk, in de Zwitserse bergen, en aan de Zwarte Zee in zijn vaderland Roemenië. Dat kwam na de Tweede Wereldoorlog onder Sovjet-heerschappij en werd lange tijd geregeerd door de socialistische heilbrenger Nicolae Ceaușescu, die aanvankelijk werd gezien als een verlichte geest, maar zich al snel ontpopte als een gesel. Blechers werk werd verboden, maar kon tijdens een zeer korte dooi in 1970 en 1971 toch verschijnen, waarna de deur weer dicht ging tot de geknechte hordes het juk van zich afwierpen en zonder veel omhaal de dictator tegen de muur zetten.

De titel Het verlichte hol duidt de binnenwereld aan waarin Blecher noodgedwongen een aanzienlijk deel van zijn tijd doorbrengt. Hier spelen zich zijn overpeinzingen over de onbegrijpelijke zinloosheid van het leven, zijn angsten en verlangens, en zijn dromen af, onder meer over een 3D-printer (!). Ze worden afgewisseld met anekdotes uit de sanatoriumpraktijk, observaties van het aftakelen en sterven van medepatiënten, waarin zich ook zijn eigen onontkoombare lot spiegelt. Is hij eerst nog op zoek naar verlichten aan zee en in de bergen, de terugkeer naar Roemenië is een nederlaag die eindigt in het sterke beeld van een rottend paardenkadaver, dat hij ook op zichzelf betrekt:

Ver achter mij strekte zich het rottende karkas uit. Het hele sanatorium verrotte daar, languit, helemaal in ontbinding. De ribben waren bloot, kevers en maden woelden ertussendoor en knaagden aan het karkas. Niet alleen kevers en maden, maar ook muizen waren er binnengedrongen en knaagden vrolijk aan het aas, aan het rottende sanatorium, vol etter en rottend vlees, vergeten in de storm, onder het gekras van kraaien, en het gehuil van de wind.
Ik lag op het cement, rillend van de kou, en wist niet wat te doen.

Jan H. Mysjkin, die voor een uitstekende vertaling zorgde, wijst er in een uitgebreid nawoord op dat vanwege het onvoltooide karakter van het manuscript het nog enige ongerechtigheden bevat, maar het valt juist op dat die amper opvallen, het zijn er ook niet zo veel. Het enige waar ik over struikelde in deze magistrale roman, wellicht is de vergelijking met een hinderlijk steentje in de schoen meer van toepassing, is het gekozen lettertype, waarbij de t’s en p’s wanneer zij worden voorafgegaan door een s en soms een c daarmee vanuit de bovenkant van hun stok middels een achterwaartse lus een verbinding aangaan, waardoor het in mijn lezende hoofd leek – ik heb totaal geen verstand van typografie – alsof de verteller sliste. Zo heeft iedereen zijn eigenaardigheden.

Enno de Witt

Max Blecher – Het verlichte hol – Vleugels, Bleiswijk. 152 blz. € 22,95.